Uit het Geestelijk Hooglied van de heilige priester Johannes van het Kruis († 1591)
Het inzicht in het geheim dat verborgen is in Christus Jezus.
Hoeveel
mysteries en wonderen ook door de heilige leraren werden opgespoord en
door heilige zielen in deze toestand van geestelijk leven werden
verstaan, deze mysteries zijn zó diep, dat er nog altijd meer voor hen
te zeggen en nog meer te begrijpen overbleef.
Zo is het mogelijk altijd
dieper door te dringen in Christus. Hij is als een rijke mijn met veel
aderen vol rijkdommen. Hoe diep men ook graaft, nooit vindt men een
einde of een grens. Veeleer vindt men in iedere holte nieuwe aderen met
nieuwe rijkdommen her en der.
Daarom zei Paulus van deze zelfde Christus: ‘In Christus zijn alle schatten van wijsheid verborgen aanwezig’ (Kol. 2, 3).
De ziel kan er niet in doordringen of ze aanraken, als zij niet eerst
door het dichte kreupelhout van in- en uitwendig lijden tot de
goddelijke Wijsheid gaat. Men kan dus in dit leven wel iets begrijpen
van deze mysteries van Christus, maar men kan daartoe niet komen wanneer
men niet veel geleden en niet veel gunsten van God ontvangen heeft op
verstandelijk en zintuiglijk niveau. En ook moet men zich ijverig op het
geestelijke hebben toegelegd.
Want al deze gunsten staan
lager dan de wijsheid omtrent de mysteries van Christus. Al die dingen
zijn immers zoveel als voorwaarden om daartoe te geraken.
Mocht men toch volledig
begrijpen, dat men niet kan doordringen in de dichte rijkdom van Gods
wijsheid - die veelzijdig is - tenzij door op vele wijzen binnen te
dringen in de dichtheid van het lijden! Mocht de ziel hierin haar troost
zoeken en hiernaar verlangen! Mocht men toch inzien dat een ziel, die
werkelijk naar Gods wijsheid verlangt, allereerst het lijden verlangt,
om in het compacte lijden van het kruis door te dringen!
In deze zin vermaande Paulus
ook zijn Eféziërs, ‘de moed niet te verliezen bij de verdrukkingen’,
maar heel stevig ‘geworteld en gegrondvest te blijven in de liefde, om
met alle heiligen te kunnen vatten wat de breedte en lengte en hoogte en
diepte is, en te kennen de liefde van Christus die alle kennis te boven
gaat; om vervuld te worden van de hele volheid Gods’ (Ef. 3, 13.17-19).
Om binnen te treden in deze
rijkdom van zijn wijsheid is het kruis immers de poort, en deze is nauw.
Weinigen zijn er die daardoor willen binnengaan; maar velen zijn er die
willen genieten van de geneugten waartoe men komt via het kruis.