Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XXV per annum sabbato Fluminis impetus lætificat civitatem Dei. Een vloed met zijn stromen brengt de Godsstad in vreugde.

   

 

Lectio altera

    Ex Tractátibus sancti Hilárii epíscopi in psalmos

(Ps 64, 14-15: CSEL 22, 245-246)

Fluminis impetus lætificat civitatem Dei

Flumen Dei replétum est aqua, parásti cibum illórum quóniam ita præparátio tua. Et de flúmine ambigéndi locus nullus est. Ait enim Prophéta: Flúminis ímpetus lætíficat civitátem Dei. Et ipse Dóminus in Evangéliis ait: Qui bíberit ex aqua, quam ego dédero, flúmina de ventre eius fluent aquæ vivæ saliéntis in vitam ætérnam. Et íterum: Qui credíderit in me, sicut scriptum est, flúmina de ventre eius éxient. Hoc autem dicébat de Spíritu Sancto, quem acceptúri erant credéntes in eum. Hoc ergo flumen Dei aqua replétur. Spíritus enim Sancti munéribus inundámur et in nos ex illo vitæ fonte flúvius Dei aqua replétus infúnditur. Habémus étiam et cibum parátum.

Et quis hic cibus est? Ille scílicet in quo ad Dei consórtium præparámur, per communiónem sancti córporis in communióne deínceps sancti córporis collocándi. Id enim præsens psalmus signíficat dicens: Parásti cibum illórum, quóniam ita est præparátio tua: quia cibo illo, quamvis in præsens salvámur, tamen in pósterum præparámur.

Est autem nobis per sacraméntum baptísmi renátis máximum gáudium, cum quædam in nobis Spíritus Sancti inítia sentímus, cum súbeat nos sacramentórum intellegéntia, prophetíæ sciéntia, sermo sapiéntiæ, spei fírmitas, sanatiónum charísmata et in dæmónia subiécta dominátus. Hæc enim tamquam stillicídia nos pénetrant, quæ paulátim cœpta fructu multíplici exúberant.

Tweede lezing

Uit de Verhandelingen over de Psalmen, van de H. Hilarius, bisschop

(Ps 64, 14-15: CSEL 22, 245-246)

Een vloed met zijn stromen brengt de Godsstad in vreugde

Gods vloed heeft altijd water genoeg; Gij hebt hun voedsel bereid, want zo is uw bereiding. Er is geen enkele reden om aan die vloed te twijfelen. De Profeet zegt immers: Een vloed met stromen brengt de Godsstad in vreugde. En de Heer zelf zegt in het Evangelie: Wie van het water drinkt, dat Ik hem geven zal, bij hem zullen stromen van levend water uit zijn binnenste vloeien ten eeuwige leven. En elders: Wie in Mij gelooft, bij hem zullen stromen van zijn binnenste uitgaan, zoals er geschreven staat. Hiermede doelde Hij op de H. Geest, die in Hem geloven, zullen ontvangen. Deze vloed dus wordt met Gods water gevuld. Want wij worden overspoeld met de gaven van de Heilige Geest, en uit die levensbron wordt de vloed, met Gods water gevuld, ons ingestort. Wij hebben echter ook voedsel, dat voor ons bereid is.

En wat is dat voedsel? Datgene namelijk, waardoor wij worden voorbereid op de gemeenschap met God, door de vereniging met zijn heilig Lichaam, die voortaan plaats vindt in de communie met zijn heilig Lichaam. Dat immers wil deze psalm zeggen: Gij hebt hun voedsel bereid, want zo is uw bereiding: omdat wij door die spijs, hoewel wij er voor het tegenwoordige door gered worden, er toch voor de toekomst door worden gereed gemaakt.

Het is toch voor ons, die door het sacrament van het Doopsel herboren zijn, een zeer grote vreugde, nu wij in ons de beginnende werking van de Heilige Geest gevoelen, nu wij daardoor begrip krijgen van de sacramenten, kennis van de profetieën, het woord der wijsheid, een sterke hoop, de charismata van de genezing en de heerschappij over de onderworpen demonen. Dat alles dringt als het ware druppelsgewijze in ons door, wat langzaamaan begonnen veelvoudige vruchten voortbrengt.