woensdag 1 september 2021

Kloosterlijke stilte II - Een weg van ons naar God maar ook een weg van God naar ons


Kloosterlijke stilte is een weg van ons naar God maar ook een weg van God naar ons. Uitwendige en innerlijke stilte scherpen de oren van de ziel om met het psalmwoord: “Audi, filia et vide et inclina aurem tuam” (44,11a) – Luister, dochter, zie en neig uw oor -  het woord van God, het mensgeworden Woord te kunnen ontvangen.

Kloosterlijke stilte beoogt een zich instellen op Christus om zich des te eerder te kunnen voegen bij Hem en met Hem één stem te worden in de aanbidding van de Vader. Het gaat er om de gezindheid  van zijn Hart te leren kennen, deze steeds beter te begrijpen en tenslotte zelf daardoor te worden gevormd en ómgevormd.  Het is de gezindheid  die Christus bezielde waartoe de apostel Paulus in zijn Brief aan de Filippenzen (2,5-8) aanspoort: de grondslag van Christus’ denken en voelen zich eigen maken. Over welke gezindheid gaat het dan? Een volledige en absolute zelfverloochening! Die weg laat de H. Geest ons zien opdat de gezindheid van Christus in ons wordt gevormd. Hij kwam naar beneden, wij willen graag omhoog komen. Christus daalde niet alleen van de troon van zijn heerlijkheid af, maar bekleedde zich met ootmoed  (1 Petr 5,5) en waste als een dienstknecht zijn leerlingen de voeten. Voor alle onenigheid, alle verdeeldheid, van alle misverstanden en moeilijkheden zou die gezindheid een oplossing kunnen zijn.

Om van Christus te leren moet de kloosterlijke stilte worden ingeoefend  tot een bereidheid zich geheel te veranderen, om anders te gaan denken zodat het Hart van Christus met zijn verheven en toch zo eenvoudige gedachten in ons de juiste snaar kan aanslaan. “Paratum cor meum, paratum cor meum” (Ps 107,2), zingen de novicen als zij het kloosterkleed ontvangen. Ook al hebben wij Christus heel ons hart toegewijd bij de kloosterlijke professie en iedere dag opnieuw, we weten en ervaren dat ons hart te klein en te begrensd is om een getrouwe echo te zijn van de oneindige volheid van Christus’ gedachten. Maar we kunnen wel zijn gedachten met Hem méédenken en in praktijk brengen om zo Zijn kruis op te nemen en Hem achterna te gaan. Zo begint de Navolging van Christus.