zondag 5 september 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XXIII per annum feria II Pax multa diligentibus legem tuam. Die uw wet beminnen genieten een heerlijke vrede.


 


Lectio altera

Ex Sermóne sancti Leónis Magni papæ De beatitudínibus
(Sermo 95, 8-9: PL 54, 465-466)
  
Tweede lezing

Uit de Preek over de Zaligsprekingen, van de H. Leo de Grote, Paus
(Sermo 95, 8-9: PL 54, 465-466)

Die uw wet beminnen genieten een heerlijke vrede

De zaligheid van de Godsaanschouwing wordt terecht beloofd aan de reinen van hart. Het vertroebelde oog immers kan de glans van het ware licht niet verdragen en wat voor reine zielen een vreugde is, dat is een straf voor de onreinen. Laten wij dus de duisternissen van de aardse ijdelheden ontvluchten en onze inwendige ogen voor alle vuil van ongerechtigheid rein bewaren, om ons een heldere blik te kunnen verheugen in die zo heerlijke aanschouwing van God.

Maar om dit te kunnen bereiken behoort daartoe ook, zoals wij zullen begrijpen, de volgende zaligspreking: Zalig die vrede brengen, want zij zullen kinderen van God worden genoemd. Die zaligheid, zeer geliefden, geldt niet voor elke overeenstemming of welke eensgezindheid ook, maar voor die, waarvan de Apostel zegt: Leeft in vrede met God, en waarover de Profeet spreekt, als hij zegt: Die uw Wet beminnen genieten een heerlijke vrede en struikelen nooit.

Zulk een vrede kan zelfs de innigste vriendschap of de volledigste overeenstemming van zielen niet in waarheid bewerken, als men niet met Gods wil overeenstemt. Buiten de waardigheid van deze vrede zijn er overeenkomsten om slechte begeerten te voldoen, verbintenissen om misdaden te bedrijven en afspreken voor vergrijpen. De liefde tot de wereld is niet overeen te brengen met de liefde tot God en wie zich niet losmaakt van dit vleselijk geslacht, kan niet tot de gemeenschap van de kinderen Gods geraken. Zij echter, wier geest steeds met God verenigd is, beijveren zich de eenheid des Geestes te bewaren door de band van de vrede; zij wijken nooit af van de eeuwige wet en zeggen in een vertrouwvol gebed: Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.

Dit zijn de ware vreedzamen, zij zijn de goede eensgezindheid en in heilige eendracht levenden, die voor eeuwig genoemd moeten worden: kinderen Gods, en mede-erfgenamen met Christus. Want dat verdienen zij door hun liefde tot God en tot de evenmens, zodat zij geen wederwaardigheden meer behoeven te verduren en geen ergernis hoeven te vrezen; maar dat zij, na beëindiging van alle beproevingen en strijd, in de allerrustigste vrede van God mogen rusten door onze Heer, die met de Vader en de Heilige Geest leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.