Lectio altera
Ex Epístola
sancti Ignátii Antiochéni epíscopi et mártyris ad Tralliános
(Nn.
8, 1 — 9, 2; 11, 1 — 13, 3: Funk 1, 209-211)
Tweede lezing
Uit de Brief aan de Brief aan
de Tralliërs van de H. Ignatius, bisschop van Antiochië
(Nn.
8, 1 — 9, 2; 11, 1 — 13, 3: Funk 1, 209-211)
Vernieuwt u zelf in het
geloof, dat het vlees is van de Heer en in de liefde, die zijn bloed is.
Bekleedt
u met zachtmoedigheid en vernieuwt u zelf in het geloof,dat het vlees is van de
Heer is van de Heer en in de liefde die zijn bloed is. Niemand onder u mag iets
tegen de naaste hebben. Geeft geen ergernis aan de heidenen, om te voorkomen,
dat door het onverstand van enkelen heel de gemeente, die in God is, gelasterd
wordt. Wee hem door wie om ijdele redenen
mijn Naam door sommigen wordt gelasterd.
Sluit
dan uw oren, al iemand tot u spreekt zonder Jezus Christus te noemen, die uit
het geslacht van David is, waarachtig uit Maria geboren, at en dronk,
waarachtig vervolging leed onder Pontius Pilatus, waarlijk gekruisigd werd en
gestorven is, ten aanschouwen van de hemelingen, van de bewoners der aarde en
onder de aarde. Die ook waarachtig verrezen is uit de doden, daaruit opgewekt
door zijn Vader. Zo zal Hij ook ons, die in Christus Jezus geloven, naaar diens
beeld doen verrijzen, zonder Wie wij het ware leven niet zullen bezitten.
Vlucht
derhalve de slechte uitwassen, die een dodelijke vrucht voortbrengen; wie
daarvan eet zal terstond sterven. Ze zijn immers niet door de Vader geplant.
Wan als ze dat wel waren, zouden zij blijken takken van het kruishout te zijn
en was hun vrucht onbederfelijk. Door
dit kruis nodigt Christus in zijn lijden u uit, die zijn ledematen zijt. Een
hoofd kan toch niet afzonderlijk geboren worden zonder ledematen, omdat God de
eenheid beloofde, die Hij zelf is.
Ik
groet u vanuit Smyrna. Tegelijk groet ik ook de andere Kerken Gods, die bij mij
(vertegenwoordigd) zijn en die mij in alles naar ziel en lichaam verkwikken. De
boeien die ik omwille van Jezus Christus al biddende draag om God te bereiken,
bezweren u; volhard t in uw eensgezindheid en uw wederzijds gebed. Want het
past ieder van u en vooral de priesters uw bisschop te verkwikken tot eer van
de Vader, van Jezus Christus en van de Apostelen.
Ik
hoop, dat gij mij in liefde aanhoort, zodat ik door dit schrijven geen getuige
tegen u word. Bidt ook voor mij, die in Gods barmhartigheid uw liefde nodig heb
om het lot waardig te zijn, dat mij wacht zodat ik niet word afgewezen.
U
groet de liefde van de gelovigen in Smyrna en Ephese. In al uw gebeden de Kerk
van Syrië, waarvan ik niet waardig ben de naam te dragen, omdat ik daar de
minste ben. Gegroet in Jezus Christus, onderdanig aan de bisschop als aan Gods
gebod, en evenzo aan het priestercollege. En bemint stukt voor stuk elkander
met een onverdeeld hart.
Mijn
geest offert zich voor u, niet alleen u, maar ook wanneer ik tot God gekomen
zal zijn. Want nóg verkeer ik in gevaar. Maar de Vader is getrouw in Jezus
Christus, om mijn en uw gebed te verhoren. Ik hoop, dat gij daarin zonder smet
bevonden wordt.