maandag 11 oktober 2021

Johannes Ruusbroec [1293-2 december 1381] - Goede raad over wijze versterving


Zijn raad aan de claris Margaretha van Meerbeke over

Wijze versterving

Wees niet te bezorgd voor uzelf , maar aanvaard wat uw lichaam behoeft, zoals God er in voorziet. Zoek niet uw smaak of lust of gemakzucht te voldoen, maar stel u tevreden met eenvoudige spijzen en wat van anderen overblijft, tenminste als uw gestel het verdraagt. Wees bescheiden en voorzichtig; tracht te weten wat uw natuur en uw gezondheid nodig hebben en wat zij kunnen missen. Want: geeft ge uw lichaam te veel en meer dan het nodig heeft, dan versterkt ge uw vijand; maar geeft ge het te weinig, dan verzwakt ge uw knecht, waarmee gij God moet dienen.

Het voorbeeld van de woestijnvaders en de ordestichters
Beschouw de vroegere oudvaders, die in de woestijn leefden. Zij aten hun brood afgewogen en dronken water met mate: zozeer hielden zij van onthouding, derven en schrale kost. En toch waren zij vrijgevig voor hen die zij te gast ontvingen. Men vindt dit ook vermeld van de ordestichters en van hen die de regels opstelden en ernaar leefden, als Augustinus, Franciscus, Benedictus (Bernardus en Dominicus) (1). Zij waren voor zichzelf hard en streng, sober en matig en nauwgezet in het voldoen van hun nooddruft. Maar voor hun medebroeders en voor wie bij hen verbleven waren zij zacht en genadig, royaal en mild in alles wat die behoefden.

(Ontleend aan Vanden VII Sloten of Een dag contemplatief leven en werken. Oorspr. tekst met juxta-vert. in modern Nederlands door dr. Lod. Moereels s.j., p. 47-48)

(1) Bijgevoegd in enkele handschriften.