zaterdag 9 oktober 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Dominica XXVIII per annum Nomen meum glorificatum est in gentibus. Mijn Naam is verheerlijkt onder de heidenen.


   Ad Officium lectionis



Lectio altera

Ex Commentário sancti Cyrílli Alexandríni epíscopi in Aggæum
(Cap. 14: PG 71, 1047-1050)
Tweede lezing

Uit het Commentaar op Aggeüs, van de H. Cyrillus, bisschop van Alexandrië
(Cap. 14; PG 71, 1047-1050)

Mijn Naam is verheerlijkt onder de heidenen

Ten tijde van de komst van onze Verlosser verscheen er een goddelijke tempel, die onvergelijkelijk glorievoller was dan die oude tempel en zoveel voortreffelijker en uitmuntender, als iemand meent dat de godsdienst volgens de Wet verschilt van die in Christus en het Evangelie en de waarheid verschilt van de afschaduwing.

Wat dit betreft kan ook nog het volgende gezegd worden, naar ik meen. Er bestond één tempel en alleen in Jeruzalem en het éne Israëlitische volk bracht daar zijn offers. Maar nadat de Eniggeborene aan ons gelijk werd, hoewel Hij was onze God en Heer en Hij ons doet stralen van vreugde, zoals de Schrift zegt, is daarna heel de aarde gevuld met heilige woningen en ontelbare aanbidders, die met geestelijke offers en reukwerken de God van al het bestaande vereren. Dat is, meen ik wat Malachia als man Gods voorspelde:  Want Ik ben een groot koning, zegt de Heer en mijn Naam is geducht onder de volken en op iedere plaats wordt aan mijn Naam een wierookoffer en een reine offerande gebracht.

Het is dus de waarheid, dat de glorie van de nieuwste tempel, dat is de Kerk, groter zal zijn. Voor hen, die vol zorg zijn voor die tempel en aan de opbouw daarvan werken, zegt de Profeet, zal als een vriendengeschenk van de kant van de Verlosser en als een gave uit de hemel Christus worden geschonken, de vrede voor allen, door Wie wij in één Geest toegang hebben tot de Vader, wanneer hij zegt: Ik zal vrede geven op deze plaats, om de vrede des harten te verweven door ieder, die bouwt aan het oprichten van deze tempel. Elders zegt ook Christus: Mijn vrede geef Ik u. Hoe dit ten gunste werkt voor hen, die beminnen, zal Paulus ons leren, als hij zegt: De vrede van Christus, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden. Zo bad ook de wijze Jesaja: Heer, onze God, geef ons uw vrede, want al wat ons ooit overkwam, hebt Gij ons aangedaan. Zij toch, die eenmaal Christus’ vrede zijn waardig gekeurd, kunnen gemakkelijk hun ziel bewaren en hun geest op juiste wijze gericht houden op de beoefening der deugd.

Derhalve wordt aan eenieder, die aan de vrede bouwt, ook die vrede beloofd. Want hetzij iemand aan de Kerk bouwt, mystagoog of te wel vertolker van de heilige mysteriën is, hij staat gegrondvest op het huis van God: hetzij hij er voor zorgt zich een levende en geestelijke steen te tonen tot opbouw van een heilige tempel en een woonstede van God in de Geest – zo iemand zal zeker dit voordeel behalen, dat hij niet moeilijk het heil van zijn ziel kan verwerven.