Lectio altera
Ex Epístola
sancti Cleméntis papæ Primi ad Corínthios
(Cap.
21, 1 — 22, 5; 23, 1-2: Funk 1, 89-93)
Tweede lezing
Uit de ‘brief aan de
Corinthiërs’, van de H. Clemens I, Paus
(Cap. 21, 1 — 22, 5; 23, 1-2: Funk 1, 89-93)
Laten wij niet afwijken van Gods wil
Zorgt
ervoor, mijn geliefden, dat de weldaden van de Heer, die vele in aantal zijn,
voor ons allen geen reden tot verwerping worden, als wij namelijk niet waardig
voor Hem wandelen en in eensgezindheid voor zijn aanschijn het goede doen en
wat Hem welgevallig is. Want Hij zegt ergens: De Geest des Heren is een
lamp, die alle schuilhoeken van het lichaam doorzoekt.
Beschouwen
we dus, hoe nabij Hij is en dat Hem niets verborgen blijft van onze gedachten
en gesprekken. Daarom is het billijk, dat wij niet afwijken van zijn wil. Wij
moeten liever dwazen en onverstandigen, die zich verheffen en pochen in
grootspraak, ergeren, dan God.
Laten
wij de Heer Jezus, wiens bloed voor ons vergoten werd, vereren: onze overheden
achten, de ouderen eerbiedigen, de jonge mensen onderrichten in de leer van de
vreze Gods, onze vrouwen op het goede richten. Deze laatsten moeten het
beminnelijk karakter van de kuisheid tonen en de oprechte gezindheid van haar
zachtmoedigheid, door haar zwijgen maken zij duidelijk, dat zij haar tong
beheersen; zonder aanzien des persons dragen zij aan allen, die God in
heiligheid vrezen, eenzelfde liefde toe.
Mogen
uw kinderen deelachtig worden aan de opvoeding in Christus. Zij moeten leren
hoeveel de nederigheid bij God vermag en wat zuivere liefde bij God bewerkt,
hoe goed en machtig de vreze Gods is, die allen redt, als zij met een reine
geest heilig in die vreze leven. Hij immers doorgrondt de innerlijke gedachten
en begeerten. Hij, wiens Geest in ons woont, maar die Hij uit ons wegneemt, als
Hij wil.
Dit
alles wordt bevestigd door ons geloof in Christus. Hijzelf toch spoort ons
aldus aan door de Heilige Geest: Komt nu, kinderen, en luistert naar Mij. Ik
leer u, hoe men de Heer moet vrezen. En wie is de mens, die het leven verlangt,
en gaarne goede dagen ziet? Bewaar uw tong van het kwaad en uw lippen voor
leugen. Vlucht het kwaad, doe wat goed is. Zoek de vrede en jaag die na.
De
Vader, die in alles barmhartig en welwillend is, bemint hen die Hem vrezen, en
goedgunstig en mild schenkt Hij zijn gunsten aan hen, die in eenvoud des harten
tot Hem naderen. Laten wij daarom niet twijfelmoedig zijn en laat onze geest zich
niet verheffen op zijn uitnemende en volle gaven.