zondag 31 oktober 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Dominica XXXI per annum De pace fovenda. Het bewerken van de vrede.



Lectio altera

Ex Constitutióne pastoráli Gáudium et spes Concílii Vaticáni secúndi de Ecclésia in mundo huius témporis
(N. 78)

Tweede lezing

Uit de pastorale Constitutie Gaudium et Spes van het IIe Vaticaans Concilie
Over de Kerk in de wereld van deze tijd
(Nr. 78)
Het bewerken van de vrede
Vrede bestaat niet louter in afwezigheid van oorlog en wordt ook niet herleid louter tot een evenwicht tussen tegenovergestelde krachten; hij komt ook niet voort uit een totalitair gezag, maar wordt heel terecht het werk van de gerechtigheid genoemd. Vrede is de vrucht van de orde, die door haar goddelijke stichter als fundament is gelegd voor de menselijke maatschappij en die in praktijk moet worden gebracht door mensen, die dorsten naar een steeds volmaaktere gerechtigheid. Want omdat het algemeen welzijn van de maatschappij op de eerste plaats geregeerd wordt door de eeuwige wet, maar in de praktijk en in het tijdverloop dat algemeen welzijn onophoudelijk aan veranderingen onderhevig is, wordt de vrede nooit definitief verkregen en moet er voortdurend aan worden gewerkt. Omdat  bovendien de menselijke wil labiel is en gewond door de zonde, eist het vestigen van de vrede van een ieder een beheersen van zijn hartstochten en grote waakzaamheid van de kant van het wettig gezag.
Maar dit is niet voldoende. Deze vrede kan niet op aarde bereikt worden, als niet het welzijn van de personen veilig wordt gesteld en dezen niet vol vertrouwen en spontaan anderen in de rijkdommen van hun geest en vernuft laten meedelen. De vaste wil om andere mensen en volken en hun waardigheid te eerbiedigen, en ook een ijverig streven naar broederlijk samengaan, zijn een absolute voorwaarde om de vrede te vestigen. Zo wordt de vrede ook een vrucht van de liefde, die verder gaat dan wat de rechtvaardigheid kan bereiken. De aardse vrede nu die voortkomt uit de liefde tot de evenmens, is een beeld en een vrucht van de vrede van Christus, en komt van God de Vader voort. Want de mens geworden Zoon zelf, de vorst van de vrede, heeft door zijn kruis alle mensen met God verzoend en heeft door de eenheid van allen tot één volk en tot één lichaam te herstellen, in zijn eigen vlees de haat gedood, en heeft, door zijn verrijzenis verheven, de Geest der liefde in de harten der mensen uitgestort.
Daarom worden alle christenen er met aandrang toe geroepen om de waarheid te beoefenen in liefde en zich met de waarlijk vreedzame mensen te verenigen om de vrede af te smeken en te vestigen. In diezelfde geest moeten wij aan hen lof toekennen, die bij het opkomen voor hun rechten zich willen onthouden van geweld en hun toevlucht nemen tot verdedigingsmiddelen, waarover zelfs ook de zwakkeren beschikken, als dit maar gebeurt zonder de rechten of plichten te kwetsen van andere personen of van de maatschappij.