zaterdag 9 oktober 2021

Collectegebed 28e zondag door het jaar - Laat uw genade ons altijd voorafgaan en begeleiden

Collectegebed 28e zondag door het jaar 

Laat uw genade ons altijd voorafgaan en begeleiden

Omdat elke christen weet dat hij wordt geacht goede vruchten voort te brengen, vraagt het collectegebed van deze zondag om de genade steeds op goede werken uit te zijn. Misschien beperkt de oratie zich niet zonder goede reden tot de bede dat Gods genade ons altijd mag voorafgaan en begeleiden om goede daden te stellen, omdat het tegenover de pelagiaanse (1) of semipelagiaanse dwaling wil benadrukken dat men ook voor het willen de genade nodig heeft (cf Phil 2,13: “God is het immers die in u zowel het willen als het werken teweegbrengt om zijn heilsplan te verwezenlijken”). De bidder voelt zich duidelijk gebonden aan de liefde van God die ons het eerst heeft liefgehad. Van Hem komt immers al het goede, ook de wederliefde van de verloste mens alsmede het willen en volbrengen van goede daden die hun oorsprong hebben in deze liefde.
Missale Romanum - 1970
Tua nos, quæsumus, Domine, gratia semper et præveniat et sequatur,
ac bonis operibus iugiter præstet esse intentos.
Nederlands Altaarmissaal – 1979
Heer wij bidden U: laat uw genade ons altijd voorafgaan en begeleiden,
zodat wij er voortdurend op bedacht zijn het goede te doen.
Letterlijke vertaling
Moge uw genade, [zo] bidden wij U, Heer, [ons] altijd voorafgaan en volgen,
en ook geven dat wij ons voortdurend toeleggen op goede werken.
L i t u r g i s c h e   a n t e c e d e n t e n
Dit sierlijke collectegebed voor de 28e zondag door het jaar is afkomstig uit het Sacramentarium Gregorianum (Hadrianum, 204,24), 9e eeuw, en is eeuwenlang gebruikt op de 16e zondag na Pinksteren volgens de traditionele Romeinse kalender. Het is een aantrekkelijke oratie om te zingen. De flexibiliteit van het Latijn, mogelijk gemaakt door de verschillende modulaties bij het eind van de woorden, laat de volgorde van de woorden mooi tot zijn recht komen. Het Latijn schept rijke variaties en nuances.
S t r u c t u u r  e n  s t i j l
1 Tua nos, quæsumus, Domine, gratia semper et præveniat et sequatur,
2 ac bonis operibus iugiter præstet esse intentos.
Ad 1-2.
De oratie is samengesteld uit één enkele zin, bestaande uit twee kleinere hoofdzinnen verbonden door de coniunctie ac (ac, atque = en daarbij, en ook, en). Tua gratia, uw genade, is het subject van de beide verba præveniat en sequatur maar ook van het verbum præstet in de tweede regel. De drie werkwoorden staan in de coniunctivus vanwege het wenskarakter(coniunctivus optativus). De bidder vraagt een drievoudige uitwerking van Gods genade. De eerste zin, vóór het verbindingswoord ac,  wordt onderbroken door de alleenstaande werkwoordsvorm quæsumus (2) in de indicativus, in één adem aangevuld met de vocativus Domine, waarmee God in zijn soevereiniteit wordt aangesproken.
 Semper, altijd durend, is een bijwoordelijke bepaling van tijd in de eerste zin evenals iugiter, voortdurend,  in de tweede zin na het verbindingswoord ac zorgt voor een tijdsdimensie bij het verbum præstet. De betekenis van semper en iugiter zijn synoniem.
De tweede halfzin bevat een a.c.i.-constructie: [nos]…esse intentos (accusativus cum infinitivo) waarbij de accusativus nos is verzwegen maar afgeleid kan worden van het in de eerste halfzin vermelde nos en van intentos, het bijvoeglijk gebruikte participium perfecti passivi. Ook in de vertaling wordt het verzwegen persoonlijk voornaamwoord wij toegevoegd: en moge uw genade ook geven dat wij voortdurend gericht zijn op/ijverig bezig zijn met [het doen van] goede werken of: ijverige bezig zijn met het doen van goede werken. Bonis operibus is een bijwoordelijke bepaling in de ablativus bij het naamwoordelijke gezegde esse intentos.
De scheiding tussen tua en gratia in de eerste regel van de oratie is een voorbeeld van de letterkundige stijlfiguur hyperbaton genoemd: verandering in de logische woordvolgorde om het belangrijke begrip tua gratia duidelijker reliëf te geven. De plaatsing van het possessivum tua vóór het substantivum gratia en bovendien als eerste woord van de oratie, verleent het tua extra nadruk.
De constructie et…et is niet alleen een opsomming in de zin van zowel…als, waardoor præveniat en sequatur bij elkaar worden getrokken, maar geeft tegelijkertijd het almachtige en eeuwige karakter van God weer in die zin dat God niet alleen het initiatief neemt, maar het hele proces blijft begeleiden. Waar et…et twee bij elkaar horende verba aan elkaar koppelt, verbindt ac twee grotere zinsdelen namelijk de eerste hoofdzin met de tweede hoofdzin. In de tweede hoofdzin na ac wordt het hoopvolle gevolg geschetst van wat er in de eerste hoofdzin bij God wordt afgesmeekt.
V o c a b u l a r i u m
Præveniat, 3e persoon enkelvoud van het præsens activi; prævenire, -veni,-ventum = 1. Voorkomen 2. Vooruitgaan 3. Voorafgaan 4. Vooruit vieren 5. Overtreffen 6. Verhinderen, beletten. Afleidingen in het Nederlands: preventie, preventief. Sequatur, 3e pers. enkelvoud van het præsens passivi van het deponens sequi, secutus sum (verbum in de passieve vorm maar met actieve betekenis) met betekenis 1. Volgen, begeleiden 2. Vervolgen, achtervolgen 3. Aanhangen, zich aansluiten, toetreden 4. Streven, verlangen naar 5. Er uit volgen. Afleidingen in het Nederlands: sequentie, sequentieel.
Het woordenpaar præveniatsequatur doet denken aan een gebed van de H. Alfonsus Maria de Liguori (+ 1787) voor de Noveen tot O.L.Vrouw van Altijddurende Bijstand, ook wel gebruikt voor de zieken: ‘Moge de Heer Jezus Christus u bijstaan, moge Hij u beschermen, moge Hij u inwendig ondersteunen, moge Hij voor u uitgaan om u te leiden, u volgen om u te beschermen, boven u zijn met Zijn zegen. In de Naam van de vader en de Zoon en de Heilige Geest’.
Intentus, -a, -um komt van intendo, “spannen, uitrekken” en ook “aandacht schenken aan, zich op iets richten, ter harte nemen” en synoniemen. Nederlandse afleidingen: intentie, intentioneel, intentieverklaring enz.
Iugiter, een iugum is een juk, waarmee trekdieren twee aan twee worden verbonden. Een iugerum was een Romeinse landmaat en stond gelijk aan wat een span ossen in een juk op één dag ploegde (“morgen”, “bunder”). Iugum is ook de naam van het sterrenbeeld Libra, - Latijn voor “schaal, balans” - dat een balk bevat, een soort juk. Het Romeinse gewicht “pond” heeft nog steeds als afkorting “lbs” = libræ van 327 gram.

Het iugum (juk) was een berucht oud symbool van nederlaag en onderspit. De Romeinen dwongen de overwonnen onder het juk door te gaan, teken dat dezen sub-iugati” waren, onder het juk gebracht, onderworpen.
We horen  iugiter ook in het bekende gebed geschreven door de H. Thomas van Aquino (+ 1274), het collectegebed van Sacramentsdag en tevens gebruikt bij de Zegen met het Allerheiligste: “Heer Jezus Christus, in dit wonderbaar sacrament hebt Gij ons de gedachtenis nagelaten van uw lijden en sterven. Wij bidden U: laat ons de heilige Geheimen van uw Lichaam en Bloed met zo grote eerbied vieren dat wij de genade van uw verlossing voortdurend (iugiter) in ons ervaren.”
Het adiectief  jugis, -e , altijddurend, voortdurend, bestendig, vonden we ook afgelopen week op 7 oktober in de 1e strofe van de hymne “Te gestientem gaudiis” van de Lauden van het Rozenkransfeest: “Te gestientem gaudiis / te sauciam doloribus / te iugi amictam gloria / o Virgo, Mater, pangimus! – U, jubelend van vreugde / U, gewond door smarten / U, bekleed met eeuwige  glorie / U bezingen wij, o Maagd Maria!
Tua gratia, uw genade – zoals boven reeds gezegd het subject van alle drie de werkwoorden. We bidden God door middel van zijn genade die we niet zelf verdienen, altijd zowel voor als achter ons te zijn.  We vragen zijn hulp, zodat we – zwak door onze gevallen natuur als we zijn – altijd gericht mogen zijn op het doen van goede werken, die bezield door het geloof en geïnspireerd door Gods genade ons op de weg naar de hemel zullen helpen en ook onze naaste goed te doen.
C o m m e n t a a r
Al onze goede initiatieven komen van God. Als wij de intentie hebben deze te aanvaarden en met Hem samen te werken, zal Hij ze voltooien. Zijn genade gaat ons vooraf en volgt ons. Onze goede werken hebben verdienste voor de hemel, omdat God deze inspireert, bezielt en voltooit door ons, zijn dienaren die zich dit bewust zijn, wel-willen en Hem beminnen.
Onze daden en verdiensten zijn uiteindelijk die van God, maar omdat wij meewerken en Hij ons bemint ook zeer zeker de onze, zoals de H. Augustinus van Hippo (+430) schreef: God kroont zijn eigen verdiensten in ons (Epistula ad Sixtum,194.19 (de latere paus Sixtus III)
Het collectegebed van deze zondag brengt ons in herinnering hoe belangrijk onze goede werken, die de werking van Gods genade, ja van zijn aanwezigheid in ons uitdrukken, voor onze redding zijn. Zoals we hopen dat God ons zijn genade in overvloed schenkt, zó zouden we ook van onze kant edelmoedig moeten zijn met goede werken ten bate van anderen.

(1)
Pelagianisme: dwaalleer van de monnik en asceet Pelagius (354-420/440) (eind 4e eeuw) en zijn aanhangers die stelden dat de zondeval de menselijke natuur niet heeft aangetast en dat de sterfelijke wil in staat is te kiezen tussen het goede en kwade, met andere woorden dat de mens alle capaciteiten bezit om door een deugdzaam leven zichzelf waardig te maken voor het eeuwig leven zonder dat hiervoor bijstand van de kant van God nodig is. Zoals eerder al ter sprake kwam (collectegebed 5e zondag Veertigdagentijd en 11e zondag door het jaar) vermijden de collectegebeden zelfs alles wat maar kan zwemen naar het pelagianisme als het gaat om Gods “hulp”.
(2)
Quæsumus, wij bidden en quæso, ik bid: werkwoordsvormen die tot de “verba defectiva”- onvolledige werkwoorden – behoren en waarvan slechts enkele vormen voorkomen met name in de orationes, echter nooit aan het begin van de zin (tenzij bij hoge uitzondering).                         .