maandag 28 februari 2022

Vandaag bidden wij bij het Allerheiligste voor het heil van alle mensen. - Reportage 2022

 


Wij bibben om alles wat goed is, geluk, vrede, gezondheid, binnen het kader van een leven gevende, doorleefde relatie met God.

U kunt Uw gebedsintenties aan ons doorgeven via gebedsgroep@kerkberg.nl - gratis uiteraard.

Wilt U dat we een kaars opsteken in de Basiliek, dan vindt U hier daarvoor de informatie.

Hier vindt U de gebedsintenties van deze maand.

U bent vandaag van harte welkom om met ons mee te bidden van 10-12.30u en 13.30-17.30u  

Ingang klooster: Aan de Berg 3, even aanbellen.







zondag 27 februari 2022

The Sorrowful Mother, Страдальна Мати – Ukrainian Lenten Hymn Stabat Mater uit Oekraïne

Johann Baptist Vanhal - Stabat Mater in F-minor (1780's)

Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep februari 2022 -63

   

U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw  kaarsen in de Basiliek!

Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!

Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen. Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden! (*kaarsintentie)

Wij bidden:
voor allen die dezer zagen in Oekraïne om het leven komen door geweld
om vrede en rust in Oekraïne*
voor de inwoners van Kiev*
voor het volk van Oekraïne*
voor de zielerust van broeder Toon en om troost voor zijn dierbaren onder wie de Broeders van Liefde
om vrede en rust in Oekraïne
voor de inwoners van Kiev
voor het volk van Oekraïne
dat de pijn mindert
voor een jarige hoogbejaarde, zuster en haar zieke zus/medezuster
om vrede
voor een stervende moeder
voor een parochiaan die vrijdag vanuit de Basiliek wordt begraven op de Kerkberg
dat de verantwoordelijken in Rusland tot inzicht komen en kiezen voor vreedzame oplossingen
om vrede in Oekraïne 
voor de slachtoffers van de brand in een woonblok in Essen
voor een behouden terugkeer van een lange en verre reis
om vrede
om zegen over kinderen die het moeilijk hebben
om zegen over een operatie volgende week
uit dankbaarheid voor een geslaagde operatie
voor dit jaar overleden ouders en een plotseling overleden broer
voor alle slachtoffers van de storm Eunice en hun nabestaanden
dat Rusland de wereldvrede eerbiedigt
op voorspraak van de H. Bernadette Soubirous voor al onze intenties
dat we voor oorlogen worden behoed
voor de Indiaanse kinderen en ouders die hebben geleden onder een niet te verantwoorden regime van inculturatie waarbij ze onder barre omstandigheden werden gedwongen hun identiteit te loochenen
voor al degenen die betrokken waren bij de zogenaamde 'politionele acties'' aan de Nederlandse en aan de Nederlands-Indische zijde
voor al degenen die nog dagelijks gebukt gaan onder de toestanden in de verpleeghuizen direct na het uitbreken van de pandemie bijvoorbeeld doordat zij niet normaal afscheid hebben kunnen nemen van hun dierbaren, dat ze het uiteindelijk aanvaarden niet omdat het in redelijkheid aanvaardbaar was maar omdat vaker levens eindigen met een rafelrandje - dat nu eenmaal zo is
om roepingen voor ons klooster
om uitkomst
voor een vriend van het klooster die onverwacht terecht gekomen is in een zorginstlling
dat een gezin in Stein goed wordt gehuisvest
om goede medische hulp die uitkomst geeft
dat we gespaard worden voor ziekte, hongersnood en oorlog 
om vrede en rust in Oekraïne en elders
voor een zus in Oostenrijk die op sterven ligt
voor een klein meisje in Mexico dat voor een ingrijpende behandeling in het ziekenhuis haar Eerste H. Communie deed en daarna overleed
om zegen over een ingrijpende medische behandeling in een Rotterdams ziekenhuis
om zegen over alle Olympische sporters

om zegen over een nieuw initiatief
uit dankbaarheid
voor alle slachtoffers van intimidatie op de werkvloer en dat het ophoudt
voor de zielerust van een vrouw in Italië die twee jaar na haar dood is gevonden
dat mensen zich tegen over elkaar gepast gedragen en geen schade veroorzaken
uit dankbaarheid voor een promotie op het werk*
voor alle mensen die zijn verongelukt en hun dierbaren
voor een kleuter die om het leven is gekomen in een metrotunnel
tot zekere intentie*
dat een ziek katje weer beter mag worden*
dat onze kinderen zo min mogelijk hinder van de pandemie ondervinden in hun dagelijks leven
voor de zielenrust van een overleden zus van een van onze overleden zusters
voor de zielenrust van een overleden parochiaan
uit dankbaarheid voor het vinden van werk
voor de slachtoffers van vliegtuigongelukken in Peru en IJsland
voor de zielenrust van pater Thomas Jurgens, vriend van ons klooster
for comfort for the parents and other loved ones of a little boy in Marocco, who died due to a tragic accident and is now a little angel in heaven, out of gratitude for the thousands who have directly and indirectly committed themselves to the rescue operation and out of gratitude that this once again made it clear that there is more that binds people (their love and pity for a child) than what can keep them apart
om troost voor de ouders en andere dierbaren van een klein jongetje in Marokko dat door een tragisch ongeval is overleden en nu een engeltje in de hemel is, uit dankbaarheid voor de duizenden die zich direct en indirect hebben ingezet voor de reddingsoperatie en uit dankbaarheid dat hierdoor weer eens duidelijk werd dat er meer is dat mensen bindt (hun deernis en liefde voor een kindje) dan wat hen gescheiden kan houden
voor de zielenrust van al degenen die bij lawines hun leven verliezen en om troost voor hun dierbaren
om zegen over een moeilijk gesprek
Uit dankbaarheid bij een 53e verjaardag*
dat de Olympische Spelen in Peking bijdragen aan begrip en vrede onder de volkeren
voor al degenen die zich inzetten om het kleine jongetje Rayan veilig uit de put te halen
voor de zielerust van een overleden neef (7e jaargetijde)*
dat de kleine Rayan in Marokko behouden wordt bevrijd uit het diepe gat waarin hij is gevallen
voor de slachtoffers van een schietpartij op een school in de VS
voor de zielerust van Pastoor Grondhuis en Pastoor Stam*
voor de zielerust van Pater Hendriks, Deken Cassee en Pastoor Bergs*
om zegen over onze communiteit*
voor een bijzondere intentie*
voor Lucia en haar gezinnetje*
om zegen over drie aanstaande moeders*
voor de zielerust van een overleden moeder
om zegen over een zieke medezuster*
om zegen over een noviciaat*
voor de zielenrust van de moeder van Mgr.Hendriks en troost voor haar dierbaren*
voor een vrouw die bij een verkeersongeluk bij Waalwijk is overleden
dat de pandemie snel dooft
uit dankbaarheid voor de redding van de bemanning van een zeeschip in nood bij IJmuiden
voor de zielenrust van twee agenten in Duitsland die zijn doodgeschoten bij een verkeerscontrole
voor een recent overledene voor wie ons gebed is gevraagd
voor de zielenrust van alle slachtoffers van de holocaust in Nederland en hun dierbaren
om vrede
voor alle parochianen die de afgelopen weken de H. Ziekenzalving hebben ontvangen
dat het contact met mijn zoon weer wordt hersteld
om een goede gezondheid*
om vele veilige kilometers met de nieuwe auto*
om een goede werkkring
voor de zusters van de Priorij Thabor*
om zegen over mij zelf*
voor goede oplossingen in een moeilijke situatie*
voor een nichtje dat in verwachting is*
voor een ernstige zieke die nu ook nog corona erbij heeft gekregen*
voor de zielerust van een overledene (J)*
voor herstel en behoud van een leefbaar klimaat
voor de familie van Nicky Verstappen
uit dankbaarheid 
om wijsheid
tot eer aan God en heil van mensen
om vrede in Oekraïne
voor onze zieke bisschop*
uit dankbaarheid voor alle steun en alle gebed dat ik krijg*
voor twee ernstige zieken*
voor een na een  operatie herstellende zwager op voorspraak van Pater Karel Houben*
voor een overleden echtgenoot en dochter*
zegen en kracht voor een terminaal zieke patient en zijn dierbaren*
voor degenen voor wie niemand (meer bidt
dat de pandemie dooft

voor de zielerust van Pastoor Ed van Delden en troost voor zijn dierbaren
dat een psychisch zeer zieke broer een zo goed mogelijk leven mag hebben en dat het zijn zus gegeven wordt zijn situatie zoals die nu eenmaal is, in liefde te aanvaarden en niets te verwachten
voor de zielerust van onze zuster M. Reinhilde
voor onze zieke bisschop
voor de zielerust van John Verkooyen en troost en steun voor zijn dierbaren
voor een bevriende pastoor in het bisdom Haarlem
voor en bevriende priester in Bergamo (Italië)
Om inzicht in levensroeping 
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en voor al hun noden
Voor onze burgemeester
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze deken
Voor onze bisschop
dat wij vanuit onze positie al het mogelijke doen om de wereld te her-evangeliseren
voor de families van de zuster
om zegen over de weldoeners en andere vrienden van het klooster

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada VIII per annum feria II Si bona accepimus de manu Domini, mala quare non sustineamus? Als wij het goede uit Gods hand hebben ontvangen, waarom dan niet het kwade ondergaan?



Lectio altera

E Morálium libris sancti Gregórii Magni papæ in Iob
(Lib. 3, 15-16: PL 75, 606-608)

Tweede lezing

Uit de ‘Moralia’ op het Boek ‘Job’ van de H. Gregorius de Grote, paus
(Lib. 3, 15-16: PL 75, 606-608)

Als wij het goede uit Gods hand hebben ontvangen, waarom dan niet het kwade ondergaan?

Toen Paulus de rijkdommen van de innerlijke wijsheid in zichzelf beschouwde en tegelijk zag dat hij voor het uiterlijk een bederfelijk lichaam bezat zij hij: Wij dragen deze schat in broze vaten. Zie hoe in de zalige Job zijn broze vat uitwendig de scheuren van zijn zweren voelt maar deze schat bleef inwendig intact. Uitwendig toch kreunde hij om zijn wonden, maar de schat van zijn wijsheid, die innerlijk ononderbroken groeide, kwam naar buiten door woorden van heilige onderrichting, toen hij sprak: Als wij het goede uit Gods handen hebben ontvangen, waarom dan niet het kwade ondergaan? Het goede, namelijk Gods tijdelijke en eeuwige gaven; terwijl het kwade genoemd wordt: de kwelling van het ogenblik, waarover de Heer door zijn Profeet zegt: Ik ben de Heer en er is geen ander. Ik vormde het licht en heb het duister geschapen, de vrede verwekt en het onheil gesticht.

Ik vormde het licht en heb het duister geschapen, omdat wanneer er door uitwendige slagen duisternissen van smart worden geschapen, er inwendig door het onderricht een licht in de geest wordt ontstoken. De vrede verwekkend en het onheil stichtend, omdat ons dan de vrede met God wordt geschonken wanneer datgene wat goed geschapen werd maar ongeregeld begeerd, in rampen verandert, die alleen maar een kwaad voor ons zijn. Immers, door schuld keren wij ons af van God. Het is dus passend dat wij door lijden weer terugkeren naar de vrede met Hem: opdat wanneer iets dat in zichzelf goed was voor ons in smart verkeert de geest van de bedrijver van dat kwaad bij zijn inkeer op nederige wijze weer tot vrede met de Schepper wordt gebracht.

Maar dit vooral moeten we goed bezien in de woorden van Job, tegen de redeneringen in van zijn vrouw, namelijk met welk een mooie beschouwing hij weer moed wat, als hij zegt: Als wij het goede uit Gods handen hebben ontvangen, waarom dan niet het kwade ondergaan? Het is zeker een grote troost in onze kwellingen als wij in ons lijden de goede gaven van de Heer in onze herinnering terugroepen en de smart die op onze weg komt, breekt ons niet als wij dadelijk het goede dat, dat ons verheft, voor de geest roepen. Want vandaar is er geschreven:  Vergeet niet het geluk op de dag van het geluk, en op de dag van ongelijk vergeet dan niet uw vroeger geluk.
Want al wie gaven ontvangt, maar ten tijde van die geschenken ook geen vrees heeft voor tegenslagen, gaat in zijn trots door zijn vreugde ten gronde. Wie echter door lijden wordt bezocht, maar zich in die tijd niet troost met de gaven, die hem tevoren ten deel viel wordt in die geestes gesteltenis door zijn volkomen wanhoop gebroken.

Zo moet men dus beide gezichtspunten met elkaar verenigen, zodat het ene steeds door het andere wordt ondersteund; in zover de herinnering aan de voorspoed de pijn van de beproeving vermindert en het vermoeden en de vrees voor het lijden aan de vreugde van de voorspoed knaagt. De heilige man Job dan ook wil zijn bedrukte geest te midden van zijn wonden wat opbeuren en daarom overdenkt hij onder zijn smartelijk lijden zijn vroegere genoegelijke gaven, als hij zegt: Als wij het goede uit Gods handen hebben ontvangen, waarom dan niet het kwade ondergaan?

Nicene Creed - Kyiv Pechersk Lavra Monastery Ukraine - in Kiev afgelopen zaterdag tijdens invasie

zaterdag 26 februari 2022

Oproep Paus Franciscus tot vasten en gebed bij inval van Rusland in Oekraïne

 


Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada 8 per annum Dominica Si bona accepimus de manu Domini, mala quare non sustineamus? An upright and honest man who feared God and shunned evil.


Lectio altera
E Morálium libris sancti Gregórii Magni papæ in Iob (Lib. 3, 15-16: PL 75, 606-608)
Second Reading
The Moral Reflections on Job by Pope St Gregory the Great
An upright and honest man who feared God and shunned evil.
Some people are so simple that they do not know what uprightness is. Theirs is not the true simplicity of the innocent: they are as far from that as they are far from rising to the virtue of uprightness. As long as they do not know how to guard their steps by walking in uprightness, they can never remain innocent merely by walking in simplicity. This is why St Paul warns his disciples I hope that you are also wise in what is good, and innocent of what is bad but also Brothers, you are not to be childish in your outlook, though you can be babies as far as wickedness is concerned. Thus Christ our Truth enjoins his disciples with the words Be cunning as serpents and yet as harmless as doves. In giving them this admonition, he had to join the two together, so that both the simplicity of the dove might be instructed by the craftiness of the serpent, and the craftiness of the serpent might be attempered by the simplicity of the dove.
  That is why the Holy Spirit has manifested his presence to mankind, not only in the form of a dove but also in the form of fire. For by the dove simplicity is indicated, and by fire, zeal. So he is manifested in a dove and in fire, because those who are full of the Spirit have the mildness of simplicity, but catch fire with zeal of uprightness against the offences of sinners.
  An upright and honest man who feared God and shunned evil. Undoubtedly whoever longs for the eternal country lives sincerely and uprightly: perfect in practice, and right in faith, sincere in the good that he does in this lower state, right in the high truths which he minds in his inner self. For there are some who are not sincere in the good actions that they do, looking not to be rewarded within themselves but to win favour from others. Hence it is well said by a certain wise man, Woe to the sinner who follows two ways. A sinner goes two ways when an action he performs belongs to God but what he aims at in his thought belongs to the world.
  It is well said, who feared God and shunned evil, for the holy Church of the elect starts on the path of simplicity and of uprightness from fear but completes that path in charity. When, from the love of God, she feels an unwillingness to sin, then she may shun evil. But when she is still doing good deeds from fear then she is not entirely shunning evil: the fact is that she would have sinned if she could have sinned without being punished.
  So then: when Job is said to have feared God, it is rightly related that he also shunned evil. Fear comes first and charity follows later; and when that has happened, the offence which is left behind in the mind is trodden underfoot by the desires of the heart.

Lezingen H. Mis 8e zondag door het jaar C Haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit.

Eerste lezing (Sir. 27,4-7)
Uit het boek Ecclesiasticus.
Als men de zeef schudt, blijft het kaf. En in het spreken ontdekt men het boze van de mens. Het werk van de pottenbakker wordt beproefd door de oven, en de mens door wat hij zegt in het gesprek. Aan de vruchten van de boom erkent men de boomgaard, en aan de woorden van de mens zijn gezindheid. Prijs daarom geen mens vóórdat hij gesproken heeft, want eerst op grond daarvan kan men een mens beoordelen.

Tweede lezing (1 Kor. 15,54-58)
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte.
Broeders en zusters, wanneer het vergankelijke met onvergankelijkheid is gekleed en het sterfelijke met onsterfelijkheid, dan zal het woord van de Schrift in vervulling gaan: “De dood is verslonden, de zege is behaald! Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw angel?” De angel van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij gedankt, die ons de overwinning geeft door Jezus Christus, onze Heer. Daarom geliefde broeders en zusters, weest standvastig en onwankelbaar en gaat altijd voort met het werk des Heren; gij weet toch dat uw inspanning, dank zij Hem, niet vergeefs is.

Evangelie (Lc. 6,39-45)
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
In die tijd hield Jezus zijn leerlingen deze gelijkenis voor: “Kan soms de ene blinde de andere leiden? Vallen dan niet beiden in de kuil? De leerling staat niet boven zijn meester; maar hij zal ten volle gevormd zijn als hij is gelijk zijn meester. Waarom kijkt ge naar de splinter in het oog van uw broeder en waarom slaat ge geen acht op de balk in uw eigen oog? Hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: Broeder, laat mij de splinter uit uw oog halen, terwijl ge de balk in uw eigen oog niet opmerkt? Huichelaar, haal eerst die balk uit uw eigen oog, dan zult ge scherp genoeg zien om de splinter te kunnen verwijderen die in het oog van uw broeder zit. Er bestaat geen goede boom die zieke vruchten voortbrengt en evenmin een zieke boom die goede vruchten voortbrengt. Een boom immers kent men aan zijn vruchten; men plukt geen vijgen van dorens, men oogst geen druiven van een braamstruik. Een goed mens brengt het goede te voorschijn uit de schat van goedheid in zijn hart; maar een slechte brengt het slechte te voorschijn uit zijn schat van slechtheid; want waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over.”


Introitus Dominica VIII per annum FACTUS EST DOMINUS, Protector meus - Gregoriaans Chant

vrijdag 25 februari 2022

Salve Sancta Parens (Feasts of the BVM, Introitus)

Saturday Devotions in Honor of Our Lady


M. Jean Frisk, S.S.M.
Historical Background of the Saturdays in Honor of Mary
To dedicate Saturday in honor of Mary is an ancient custom. It is based on a legendary account that Jesus appeared to Mary on the Saturday, the day after His death. He did so to reward her for her steadfast faith in His divinity, which did not waver under the Cross. Another strain of devotional thought explains that Divine Wisdom, becoming flesh of the Virgin Mary, rested (Saturday=Sabbath=day of rest) in Mary as on a bed.

One of the oldest customs traced to honoring Mary on Saturday in the Church of Rome took place on the Saturday before "Whitsunday" [White Sunday]. The newly-baptized members of the Church were led from St. John's baptistry of the Lateran to Mary's great shrine on the Esquilin, St. Mary Major [built under Pope Liberius 352-66]. St. John of Damascus' († 754) writings testify to the celebration of Saturdays dedicated to Mary in the Church of the East. The liturgical books of the ninth and tenth centuries contain Masses in honor of Mary on Saturday.

The Dictionary of Mary states:
Hence, Saturday acquired its great Marian tone and the existing fast on that day became associated with Mary. Today, the strongest trace of Mary's relationship with Saturday occurs in the Liturgy. Saturday is dedicated to Mary by a Mass or Office of the Blessed Virgin Mary. Through these liturgical acts, Christians exalt the person of Mary in the action that renews the sacrifice of Christ and in the action that prolongs his prayer.

This liturgical attribution of Saturday to Mary was largely the work of Alcuin (735-804), the Benedictine monk who was "Minister of Education" at the court of Charlemagne and who contributed in a decisive manner to the Carolingian liturgical reform. Alcuin composed six formularies for Votive (that is, devotional) Masses – one for each day of the week. And he assigned two formularies to Saturday in honor of Our Lady. The practice was quickly and joyously embraced by both clergy and laity.

Cardinal Peter Damian († 1072) fostered the Marian Saturday celebration as well.
The custom was specially furthered during the time of the crusades. Peter of Amiens preached the first crusade and started out with a vanguard for Constantinople on a Saturday, March 8, 1096. Pope Urban II admonished the faithful to pray the hours of the liturgy in honor of the most holy Virgin for the crusaders. At the Synod of Clermont the year before, he had prescribed priests to do so.

The custom of dedicating Saturday Masses to Mary was fostered specially in the cloister churches of the various orders, and quickly spread throughout the whole Church.

In addition to the liturgical celebrations on Saturdays, other customs kept step – especially works of neighborly love. For example, King Louis of France († on the last crusade) fed over one hundred of the poor at his palace. He ate with them and sent them away richly-laden with gifts.

The great theologians of the twelfth and thirteenth centuries, Sts. Bernard, Thomas, and Bonaventure explained the dedication of Saturdays to Mary by pointing to the time of Christ's rest in the grave. Everyone else had abandoned Christ; only Mary continued to believe. This was her day!

A Dominican missal of the fifteenth century listed additional reasons in a hymn: Saturday is the day when creation was completed. Therefore it is also celebrated as the day of the fulfillment of the plan of salvation, which found its realization through Mary. Sunday is the Lord's Day, so it seemed appropriate to name the day preceding as Mary's day.

In the centuries to follow, the Marian Saturdays were expressed in several devotions. This was the day the faithful selected to go on pilgrimages. Sodalities held their meetings on Saturdays and called them Fraternity Saturdays or Sodality Saturdays. The seven dolors or sorrows of Mary were commemorated on seven consecutive Saturdays. The fifteen Saturdays before the liturgy in honor of Mary as Queen of the Rosary [October 7] recalled the fifteen decades of the rosary. In some areas this was the day that the crops and harvests were blessed and celebrated. A German manuscript from 1673 states:

The people of Hamingen have from ancient times vowed to hold a procession to this church every Saturday from the feast of St. Gregory to the feast of St. James [to ask] for protection for the fruits of the fields and against the storms and hail. Their descendants failed to do so to their great misfortune because the hail did great damage. After they renewed the practice, no one heard further of great damage.

The growing devotion in honor of the Immaculate Conception by the Franciscans contributed to furthering the Marian Saturdays. In 1633 the Order's Chapter determined that a Holy Mass in honor of this mystery was to be celebrated.

Over time, it became customary for Catholics everywhere to consider Saturday Mary's day just as Sunday is the Lord's Day. Many of the faithful commemorated the day by attending Mass, receiving the Eucharist, and praying the rosary as a family or attending an evening devotion at the Church, as well as performing works of neighborly love in many forms.

Vatican II with its liturgical reforms did not abolish the practice of Masses in honor of Our Lady. Additions were made to expand the number of the liturgies. In 1986 A new sacramentary and lectionary were published with forty-six options for votive Masses in honor of Our Lady

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada 7 per annum feria VI Exsultet anima mea in Domino Mijn ziel juiche in de Heer



Lectio altera

Ex Explanatióne sancti Gregórii Agrigentíni epíscopi super Ecclesiásten
(Lib. 8, 6: PG 98, 1071-1074)


Tweede lezing

Uit de Beschouwingen over het Boek ‘Prediker’ van de H. Gregorius, bisschop van Agrigentum

Mijn ziel juiche in de Heer

Welaan dan, eet uw brood in vreugde, drink met opgeruimd hart uw wijn, want God vindt bij voorkeur behagen in uw werk.
Als wij dit gezegde op een voor de hand liggende en gewone manier zouden verklaren, zou het niet ongepast zijn te zeggen, dat de aansporing juist schijnt te zijn, waarmee de prediker ons vermaant om een eenvoudige levenswijze te leiden, en in trouw aan de leerstellingen van ons oprecht geloof in God, in vreugde ons brood te eten en met een oprecht hart wijn te drinken: om niet in woorden van boosheid te vervallen of op dwaalwegen te geraken. Maar laten we liever zowel het goede altijd overdenken als zoveel mogelijk de armen en bedelaars met barmhartigheid en vrijgevigheid tegemoet te komen, met volle toeleg namelijk op die ijver en daden, waarin God zelf behagen schept.

Maar de mystieke uitleg voert ons omhoog naar een verhevener gedachtenwereld en leert ons te denken aan het hemelse en mystieke Brood, dat uit de hemel neerdaalde en het leven schonk aan de wereld: en leert ons eveneens in een goede gesteltenis de geestelijke wijn te drinken, die namelijk, welke uit de zijde van de ware wijnstok vloeide na de tijd van het heilzame lijden.

Daarover zegt het evangelie van ons heil: En toen Jezus het brood genomen en gezegend had, zei hij tot zijn heilige leerlingen en apostelen: Neemt en eet: Dit is mijn Lichaam, dat voor u gebroken wordt tot vergeving van de zonden; zo nam Hij ook de kelk en zei: Drinkt allen hieruit, dit is mijn Bloed van het nieuwe Testament, dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving van de zonden. Want allen, die dit Brood eten en de mystieke wijn drinken, verheugen zich in waarheid, juichen en kunnen uitroepen: Gij hebt vreugde geschonken aan ons hart.

Dit Brood en deze Wijn ook bedoelde, naar ik meen, de zelfstandige Wijsheid Gods Christus onze Verlosser, toen Hij in het Boek der Spreuken zei: Komt, eet mijn brood en drinkt van de wijn, die Ik voor u mengde, duidend op de mystieke deelneming aan het Woord. Op diegenen immers, op wie dit naar waardigheid betrekking heeft, past ook het woord, dat hun klederen, d.i. hun werken van het licht steeds als een helder licht bevonden worden, zoals ook de Heer zegt in het Evangelie: Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw vader verheerlijken die in de hemel is. Ja, zelfs zal men voortdurend de olie over hun hoofd zien vloeien, namelijk de Geest der waarheid, die beschermt en vrijwaart tegen alle schending door de zonde.



donderdag 24 februari 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada 7 per annum feria V Alta profunditas Dei De grote diepte van God



Lectio altera

Ex Instructiónibus sancti Columbáni abbátis
(Instr. 1 de Fide, 3-5: Opera, Dublin, 1957, pp. 62-66)

Tweede lezing

Uit de onderrichtingen van de H. Columbanus, abt
(Instr. 1 de Fide, 3-5: Opera, Dublin, 1957, pp. 62-66)
De grote diepte van God

God is overal, geheel onmetelijk en overal nabij, volgens zijn getuigenis over Zichzelf: Ik ben een God van nabij, geen God van verre. Daarom zoeken wij God niet als een die verweg van ons is, maar als een die wij in ons bezitten als we het verdienen. Want Hij woont in ons als een ziel in een lichaam, als wij tenminste gezonde ledematen van Hem zijn en dood zijn voor de zonden. Dan woont Hij waarlijk in ons die gezegd heeft: En Ik zal onder hen wonen en te midden van hen wandelen. Als wij dan waardig zijn dat hij in ons woont, worden wij in waarheid door Hem in leven gehouden als zijn levende ledematen. Want in Hem, zoals de Apostel zegt, leven wij, bewegen wij ons en zijn we.

Wie zal, zeg ik, het oog gericht op zijn onuitsprekelijk en onbegrijpelijk Wezen, de Allerhoogste doorgronden? Wie zal Gods diepten doorvorsen? Wie zal er zich op beroemen de oneindige God te kennen, die alles vervult en alles omvat, alles doordringt en alles te boven gaat, die alles beheerst en aan alles ontsnapt? Die niemand ooit gezien heeft, zoals Hij is. Niemand derhalve matige zich aan het onnaspeurlijke van God te onderzoeken: wat hij was, hoe Hij was en wie Hij was. Dit zijn onuitsprekelijke geheimen, niet uit te vorsen of te onderzoeken. Maar eenvoudig en toch sterk moet ge geloven, dat God zo is en zo zal zijn, als hij was, omdat hij onveranderlijk is.

Wie is God dan? Vader en Zoon en Heilige Geest zijn één God. Onderzoek niet verder omtrent God, want zij de grote diepte van iets willen kennen, moeten er eerst de natuur van beschouwen. De kennis nu van de Drieëenheid wordt terecht vergeleken met de diepte van de zee, naar het woord van de Wijze (de Prediker): En de grote diepte, wie kan haar vinden? Omdat zoals de diepte van de zee voor menselijke blikken onzichtbaar is, zo is de Godheid van de Drieëenheid ook voor het verstand onbegrijpelijk. En als daarom, zeg ik, iemand wil leren kennen wat hij moet geloven, moet hij niet beter menen te begrijpen door te spreken dan door te geloven, want de gezochte kennis van de Godheid zal verder van hem vluchten dan ze al was.

Zoek derhalve naar de hoogste kennis, niet door te redetwisten met woorden, maar door de vervolmaking van uw goede zeden; niet door de tong maar door het geloof, dat voortkomt uit de eenvoud des harten; en dat niet verkregen wordt door gissingen van een oneerbiedige geleerdheid. Als ge dus door wetenschappelijke verhandelingen de Onuitsprekelijke zoekt, zal Hij verder van u wijken, meer dan Hij was. Als ge het beproeft door het geloof, zal de Wijsheid bij de deur staan, waar zij zal vertoeven en waar zij zich ophoudt, ja zelfs ten dele zal gezien worden. Maar dan zal ze ook in waarheid enigermate worden bereikt, wanneer de Onzichtbare onbegrijpelijk in geloof wordt aanvaard; want God moet onzichtbaar als hij is, in geloof worden aanvaard, hoewel Hij ten dele door het zuivere hart wordt gezien.

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada 7 per annum feria IV Quæ sursum sunt quærite. Zoekt wat daarboven is



Lectio altera

Ex Commentário sancti Hierónymi presbýteri in Ecclesiásten
(PL 23, 1057-1059)
Tweede lezing

Uit de Commentaren op het Boek “Prediker’ van de H. Hiëronymus, priester
(PL 23, 1057-1059)
Zoekt wat daarboven is
Geeft God iemand rijkdom en schatten en stelt Hij hem in staat daarvan te eten, zijn deel daarvan te nemen en van zijn arbeid te genieten: dan is ook dit een gave Gods. Dan denkt hij niet veel aan de kortheid van het leven omdat God zijn hart met vreugde vervult. In vergelijking met die mens, die in duistere zorgen van zijn bezittingen geniet en in grote walg voor het leven vergankelijke dingen vergaart, noemt de Schrift degene beter, die echt geniet van het leven. Deze laatste toch beleeft zeker een kleine vreugde in zijn genietingen, maar de eerste heeft alleen maar een menigte zorgen. En de schrijver geeft ook de redenen aan, waarom het een gave Gods is, te kunnen genieten van zijn rijkdom. Omdat hij dan niet veel denkt aan de kortheid van het leven.
God wenst zijn gedachten daarvan af in e vreugde van zijn hart: hij zal niet in droefheid leven, niet in zijn gedachten gekweld worden, afgeleid als hij is door de vreugde en de genietingen van het moment. Maar toch is het volgens de Apostel beter het geestelijk voedsel en de geestelijke drank, door God geschonken, te begrijpen, en Gods goedheid te zien bij al zijn moeite, want juist met grote moeite en ijver kunnen wij de ware goederen beschouwen. En dat is ons deel, namelijk dat wij ons in onze ijver en moeiten zouden verheugen. Maar hoewel dit al een goed is, is het nog niet het volle goed, zolang Christus, ons leven, nog niet in ons is geopenbaard.
Al het zwoegen van de mens is voor zijn mond; toch wordt zijn begeerte er niet door vervuld. Wat heeft dan de wijze voor op de dwaas, wat de arme, al verstaat hij de kunst om te leven? Alles wat de mensen in deze wereld door arbeid verkrijgen, wordt met de mond genuttigd, door de tanden vermalen en aan de buik doorgegeven om het te verteren. En als het dan enigszins de eetlust heeft voldaan, schijnt het toch maar zolang genot te verschaffen, als het in de mond blijft.
En na dit alles wordt de ziel niet voldaan van hem die eet: want hij kan opnieuw verlangen naar wat hij gegeten heeft.
Zowel de wijze als de dwaas kan niet zonder voedsel leven, en de arme zoekt niets anders dan hoe hij het instrument van zijn arm lichaam in stand kan houden zonder van honger te sterven. Ook kan het betekenen, dat de ziel geen nut heeft van de verkwikking van het lichaam. Zo betekent voedsel voor de wijze hetzelfde als voor de dwaas en gaat de arme daarheen op zoek, waar hij schatten heeft gezien.
Beter is het, dit woord te begrijpen van de Prediker, die was onderricht in de hemelse schriften alle arbeid is voor zijn mond, maar zijn begeerte wordt niet vervuld, terwijl hij steeds verlangt te leren kennen. En hierin bezit de wijze meer dan de dwaas; omdat, wanneeer hij zich arm voelt (ik bedoel die arme, die in het Evangelie zalig wordt genoemd), zal hij erop uit zijn datgene te vatten, wat tot het (ware) leven behoort, en de smalle en enge weg gaan, die tot het leven leidt; hij is dan arm aan slechte werken, en weet waar Christus, die het leven is, te vinden is.

Liturgy of the Hours Wednesday of week 7 in Ordinary Time Seek the things that are above

Office of Readings
Second Reading

St Jerome's commentary on Ecclesiastes

Seek the things that are above

‘Every man to whom God has given wealth and possessions and power to enjoy them, and to accept his lot and find enjoyment in his toil — this is the gift of God. For he will not much remember the days of his life because God keeps him occupied with joy in his heart.’ In comparison with the man who feeds upon his wealth in the gloom of cares and hoards up perishable things with great heaviness of life, he says that man is better who enjoys his present joys. For in one case there is perhaps little pleasure in enjoyment; but in the other there is only a multitude of cares. And he gives the reasons why it is a gift of God to enjoy wealth. Because ‘he will not much remember the days of his life’. If God calls him away in the happiness of his heart, it will not be in sadness, he will not be troubled by anxiety, taken away in happiness and present pleasure. But it is better that spiritual food and spiritual drink should be understood, according to the words of Saint Paul, and to see goodness in all one’s labour, for with great labour and zeal we can behold true goods. And this is our task, that we should rejoice in our zeal and our labour. Even though that is good, until Christ is manifest in our life it is not yet fully good.
  ‘All the toil of a man is for his mouth, yet his spirit is not filled. For what advantage has the wise man over the fool? And what does the poor man have who knows how to conduct himself before the living.’ All, over which men labour in this world, is consumed in the mouth, and, munched by the teeth, it passes down to the stomach to be digested. For the little while that it delights the appetite, it seems to give pleasure while it is held in the mouth. When it has passed to the belly, there ceases to be any difference between sorts of food.
  After all this, the soul of the eater is not satisfied; either because it again longs for what it has eaten, and both the wise man and fool cannot live without food, and the poor man seeks for nothing except how he can keep the organism of his pitiful body alive and not die of hunger, or because the soul gains no advantage from the refreshment of the body and food is the same to the wise man and the fool alike and the poor man goes where he can see wealth.
  It is better however that we should understand this about the writer of Ecclesiastes who, being learned in the heavenly scriptures, has his labour in his mouth and yet his soul is not satisfied since he always longs to learn. In this matter the wise man has the advantage over the fool, that, when he feels that he is poor (by ‘poor’ we mean the man who is called blessed in the gospel), he hurries to find out those things which pertain to life, and he travels along that narrow, confined path which leads to life, and is poor in evil works, and knows where Christ dwells, who is life.

woensdag 23 februari 2022

Lezingendienst H. Polycarpus Als een rijke en welgevallige offergave werd hij opgenomen.



Polycarpus, bisschop van Smyrna in Klein-Azië (het huidige Izmir in Turkije), was een leerling van de apostelen. Te Antiochië was hij de gast van de heilige Ignatius die aldaar bisschop was. Bekend is zijn verblijf in Rome waar hij met paus Anicetus de kwestie van de paasdatum trachtte te regelen. Omstreeks 115 onderging hij de marteldood: hij werd levend verbrand in het amfitheater van zijn stad.

Uit de brief van de kerk van Smyrna over de marteldood van de heilige Polycarpus († ca. 155)

Als een rijke en welgevallige offergave werd hij opgenomen.

Toen de brandstapel gereedgemaakt was, ontdeed Polycarpus zichzelf van al zijn klederen en maakte zijn gordel los. Hij probeerde nu ook zijn schoeisel los te maken, wat hij vroeger niet behoefde te doen, daar de gelovigen zich altijd een voor een beijverden, wie hem toch maar het eerst kon aanraken, want om zijn heilige levenswandel werd hij ook vóór zijn marteldood met alle hoogachting omringd.
Terstond werd hij nu omringd met de werktuigen die voor de brandstapel klaarlagen. Maar toen men hem ook wilde vastnagelen, zei hij: ‘Laat mij zo blijven; want Hij die mij het vuur laat doorstaan, zal mij ook de kracht geven om zonder het houvast van uw nagels onbeweeglijk op de brandstapel te blijven staan.’ Zij nagelden hem dan niet vast, maar bonden hem.
Toen zijn handen achterwaarts gebogen waren en vastgebonden als een voortreffelijk offerram uit een grote kudde, toebereid tot een welgevallig offer voor God, zag hij op naar de hemel en sprak:
‘Heer, almachtige God, Vader van uw beminde en gezegende Zoon Jezus Christus, door wie wij de kennis over U verkregen hebben, God van de engelen en de krachten en van de gehele schepping en van heel het geslacht van de rechtvaardigen die voor uw aanschijn leven, ik prijs U. Ik zegen U, dat Gij mij op deze dag en dit uur hebt waardig gekeurd, om onder het getal van de martelaren mijn deel te ontvangen van de kelk van uw Christus, tot opstanding ten eeuwige leven van ziel en lichaam, in de onvergankelijkheid van de heilige Geest. Moge ik heden voor uw aanschijn onder hen worden opgenomen als een rijke en welgevallige offergave, zoals Gij hebt bereid en mij vooraf hebt getoond en nu tot vervulling hebt gebracht, o God, waarachtig en zonder bedrog.
Daarom prijs ik U om alles, ik zegen U, ik verheerlijk U door de eeuwige en hemelse hogepriester Jezus Christus, uw geliefde Zoon, door wie aan U en met Hem en de heilige Geest de eer is, nu en in de komende eeuwen. Amen.’
Nadat hij dit ‘Amen’ had uitgesproken en zijn gebed beëindigd, staken de mannen het vuur van de brandstapel aan.
Toen er een geweldige vlam opsteeg, aanschouwden wij een wonder, wij aan wie het gegeven was dit te zien en die ook daartoe gespaard werden, opdat wij aan de overigen zouden kunnen boodschappen wat er gebeurd was. Het vuur nam namelijk de vorm aan van een gewelf, als het zeil van een schip, gebold door de wind, en omgaf zo geheel het lichaam van de martelaar. Zijn lichaam stond daar middenin, niet als brandend vlees, maar als brood dat gebakken wordt, of als goud en zilver dat in de oven gesmolten wordt. En wij namen een zoete geur waar, zoals wierook verspreidt of enig ander kostbaar reukwerk.