Lectio altera
Ex Explanatióne sancti
Gregórii Agrigentíni epíscopi super Ecclesiásten
(Lib. 8, 6: PG 98, 1071-1074)
Tweede lezing
Uit de Beschouwingen over
het Boek ‘Prediker’ van de H. Gregorius, bisschop van Agrigentum
Mijn ziel juiche in de Heer
Welaan
dan, eet uw brood in vreugde, drink met opgeruimd hart uw wijn, want God vindt
bij voorkeur behagen in uw werk.
Als wij dit gezegde op een
voor de hand liggende en gewone manier zouden verklaren, zou het niet ongepast
zijn te zeggen, dat de aansporing juist schijnt te zijn, waarmee de prediker
ons vermaant om een eenvoudige levenswijze te leiden, en in trouw aan de
leerstellingen van ons oprecht geloof in God, in vreugde ons brood te eten en
met een oprecht hart wijn te drinken: om niet in woorden van boosheid te
vervallen of op dwaalwegen te geraken. Maar laten we liever zowel het goede
altijd overdenken als zoveel mogelijk de armen en bedelaars met barmhartigheid
en vrijgevigheid tegemoet te komen, met volle toeleg namelijk op die ijver en
daden, waarin God zelf behagen schept.
Maar de mystieke uitleg
voert ons omhoog naar een verhevener gedachtenwereld en leert ons te denken aan
het hemelse en mystieke Brood, dat uit de hemel neerdaalde en het leven schonk aan
de wereld: en leert ons eveneens in een goede gesteltenis de geestelijke wijn
te drinken, die namelijk, welke uit de zijde van de ware wijnstok vloeide na de
tijd van het heilzame lijden.
Daarover zegt het evangelie
van ons heil: En toen Jezus het brood genomen en gezegend had, zei hij tot zijn
heilige leerlingen en apostelen: Neemt en
eet: Dit is mijn Lichaam, dat voor u gebroken wordt tot vergeving van de
zonden; zo nam Hij ook de kelk en zei: Drinkt allen hieruit, dit is mijn Bloed
van het nieuwe Testament, dat voor u en voor velen vergoten wordt tot vergeving
van de zonden. Want allen, die dit Brood eten en de mystieke wijn drinken,
verheugen zich in waarheid, juichen en kunnen uitroepen: Gij hebt vreugde geschonken aan ons hart.
Dit Brood en deze Wijn ook
bedoelde, naar ik meen, de zelfstandige Wijsheid Gods Christus onze Verlosser,
toen Hij in het Boek der Spreuken zei:
Komt, eet mijn brood en drinkt van de wijn, die Ik voor u mengde, duidend
op de mystieke deelneming aan het Woord. Op diegenen immers, op wie dit naar
waardigheid betrekking heeft, past ook het woord, dat hun klederen, d.i. hun
werken van het licht steeds als een helder licht bevonden worden, zoals ook de
Heer zegt in het Evangelie: Zo moet ook
uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en
uw vader verheerlijken die in de hemel is. Ja, zelfs zal men voortdurend de
olie over hun hoofd zien vloeien, namelijk de Geest der waarheid, die beschermt
en vrijwaart tegen alle schending door de zonde.