dinsdag 15 februari 2022

Wat is bidden en waarom bidden wij?


De natuurlijke staat van een mens is dat hij bidt. Voor sommigen klinkt dat wellicht verrassend en onherkenbaar. In een klooster is deze existentiële dimensie dagelijkse werkelijkheid en hartgrondig ervaren noodzaak. De (post)moderne mens komt in dit opzicht niet zelden veel te kort en weet dat niet eens: “Wij gaan met onze innerlijk­heid om als een analfabeet met een boek in zijn hand. Wij hebben het niet geleerd. Het behoort niet tot de filosofie van wat geleerd zou moeten worden. Men leert slechts om naar buiten toe te werken en invloed te krijgen, bezig te zijn, zijn bezit te vergroten en ervan te genieten. ... Door lange gewenning hebben zich de oren en ogen voor het innerlijk proces gesloten."(E. Bammel. Het begrip rust in de mystiek. Communio, 1994-1, pp. 52 - 53).

Bidden vraagt zorg, aandacht en veelvul­dige beoefening. Juist na ervaring van grote geestelijke armoede kan de mens naar het geestelijke worden toegedreven; temidden van de Leegte ontdekt hij  de Volheid, het Sacrum, het heilige, ook al weet hij dat niet altijd met name te noemen en te duiden.
“Het kan verwonderlijk lijken dat de zorg voor het gebed Uw hart in beslag genomen heeft en het helemaal voor zich heeft opgeëist omdat U namelijk naar de begrippen van deze wereld vooraanstaand bent, rijk en moeder van een zo grote familie, en dientengevolge wel weduwe maar niet alleenstaand. Maar neen, U bent zo verstandig te begrij­pen dat in dit leven en in deze wereld geen enkele ziel in zekerheid kan zijn", schrijft Sint Augustinus aan Proba anno 412 in antwoord op haar vraag aan hem iets over het gebed te schrijven (Aurelius Augustinus. Staat van ontlediging, staat van gebed. Thabor-Brugge 1992, p. 50.)

Sint Augustinus geeft in deze brief ook een uitleg aan het schriftwoord "Bidt zonder ophouden". Deze luidt (in vertaling en samengevat) als volgt: "Het niet aflatend verlangen in geloof, hoop en liefde naar het leven bij God: dat is altijd bidden. Maar we smeken God op gezette uren en tijden ook met woorden en wel om ... onszelf aan te sporen om door een blik in ons zelf te zien hoeveel vorderingen we in dat verlangen hebben gemaakt".