dinsdag 15 februari 2022

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomadæ VI feria III Cognitio Patris per Sapientiam creatricem et carnem factam. De kennis omtrent de Vader ontstaat door de scheppende en vleesgeworden Wijsheid.

Ad Officium lectionis


Lectio altera
Ex Oratiónibus sancti Athanásii epíscopi Contra Ariános
(Oratio 2, 78. 81-82: PG 26, 311. 319)


Tweede lezing

Uit de Preken tegen de Arianen van de H. Athanasius, bisschop

De kennis omtrent de Vader ontstaat door de scheppende en vleesgeworden Wijsheid

De Eniggeboren Wijsheid zelf van god is de Schepper en Bewerker van alles. Want, zegt de Schrift: Alles hebt Gij met wijsheid gewrocht, en De aarde is vol van uw schepselen. Maar opdat de geschapen dingen niet alleen zouden bestaan, maar ook een goed bestaan zouden hebben, behaagde het god dat zijn wijsheid zich zo met zijn schepselen zou bezighouden, dat zij een afbeelding en een gestalte van zijn eigen beeld zou afdrukken, zowel in allen gezamenlijk als in ieder in het bijzonder, waardoor het namelijk duidelijk zou worden, dat de schepselen met zijn wijsheid waren getooid en God-waardige werken zouden zijn.

Want zoals ons woord een beeld is van het Woord, dat de Zoon van God is, zo is de geschapen wijsheid in ons ook een beeld van datzelfde Woord, dat de wijsheid zelve is. En daar wij in Haar het vermogen bezitten, om te kennen en te begrijpen, worden wij geschikt gemaakt om de scheppende wijsheid te ontvangen en door Haar kunnen we de Vader kennen. Want, zegt Hij: Wie de Zoon heeft, heeft ook de Vader, en Wie Mij ontvangt, ontvangt Hem, die mij gezonden heeft. Omdat dus de geschapen uitdrukking van deze Wijsheid in ons en in alles is, zegt die ware en scheppende Wijsheid niet ten onrechte,  terwijl Zij alles wat haar beeld ontving, tot haar eigendom verklaart: De Heer schiep Mij in al zijn werken.

Maar omdat, zoals wij hebben uiteengezet, de wereld in Gods wijsheid met al haar wijsheid God niet heeft gevonden, daarom heeft God besloten hen die geloven te redden door de dwaasheid van de prediking. Want niet langer wilde God, als in vroeger tijden, gekend worden door het beeld en de schaduw van zijn wijsheid die in de geschapen dingen verborgen ligt, maar besloot Hij, dat de ware wijsheid zelve het vlees zou aannemen, mens zou worden en de kruisdood ondergaan, opdat door het geloof, dat in die wijsheid gelegen is, allen, die voortaan geloven, zalig zouden kunnen worden.

Het is dus de wijsheid Gods zelf, die vroeger door haar beeld in de schepselen was gedrukt (daarom wordt zij de geschapen wijsheid genoemd), maar die nu en Zichzelf en door Zichzelf haar vader bekend maakte. Daarna nu is dezelfde wijsheid, die ook het woord is, vlees geworden,  zoals Johannes zegt. Na de dood vernietigd te hebben en ons geslacht daardoor te hebben verlost,  heeft Zij en Zichzelf en door Zichzelf de vader duidelijker kenbaar gemaakt. Vandaar dan ook haar woorden: Geef, dat zij U kennen, de ene ware God, en die Gij gezonden hebt, Jezus Christus.  

Derhalve is heel de wereld vervuld met haar kennis. Aangezien er één kennis is van de Vader door de Zoon, en van de Zoon uit de Vader, verheugt zich de Vader in dezelfde vreugde als de Zoon zich in de vader verheugt, zeggend: Ik was het, in Wie Hij zijn welbehagen had; Ik vermeide Mij alle dagen voor zijn aanschijn.