“Plúries quidem eam interrogávi quæ esset,
at illa léniter arridébat;
demum suspénsa tenens brácchia oculósque in
cælum élevans,
dixit mihi se esse
Immaculátam Conceptiónem”.
Meermalen vroeg ik haar wie zij was, maar
zij glimlachte alleen maar.
Uiteindelijk zei zij, terwijl zij haar
handen omhoog hief en haar ogen
ten hemel sloeg, dat zij de Onbevlekte
Ontvangenis was.
[Ex Epístola sanctæ Maríæ Bernárdæ
Soubirous vírginis
(Ep.
ad P. Gondrand, a. 1861: cf. A. Ravier, Les écrits de
sainte Bernadette, Paris 1961, pp. 53-59]