donderdag 10 februari 2022

John Henry Newman [1801-1890] - Mei-meditaties 3- Onbevlekte Ontvangenis: Allerzuiverste Maagd

John Henry Newman [1801-1890]

Mei-meditaties  3 Onbevlekte Ontvangenis: Allerzuiverste Maagd

Met de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd bedoelt men de grote geopenbaarde waarheid, dat zij zonder erfzonde ontvangen is in de schoot van haar moeder, de H. Anna.
Sedert de val van Adam worden alle mensen, zijn afstammelingen, ontvangen en geboren in zonde. “In ongerechtigheid”, zegt de geïnspireerde schrijver in de psalm Miserere, “ben ik ontvangen en mijn moeder ontving mij in zonde”. De zonde die ieder van ons aankleeft en die in ons is vanaf het eerste ogenblik van ons bestaan, is de zonde van ongeloof en ongehoorzaamheid, waardoor Adam het Paradijs verloor. Als kinderen van Adam erven wij de gevolgen van zijn zonde, en in hem hebben wij dat geestelijk kleed van genade en heiligheid verbeurd, dat hij van zijn Schepper had ontvangen op het ogenblik van zijn ontstaan. In die toestand van verbeuring en onterving worden wij allen ontvangen en geboren; en de gewone wijze om aan die toestand te ontkomen is het sacrament van het Doopsel.
Maar Maria is nooit in die toestand geweest; door een eeuwig raadsbesluit van God was zij daarvan vrijgesteld. Van eeuwigheid heeft God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest besloten het mensdom te scheppen, en de val van Adam voorziende tevens besloten  dat hele mensdom te verlossen door de menswording en de kruisdood van de Zoon. Op datzelfde onbegrijpelijke, eeuwige moment waarop de Zoon Gods geboren werd uit de Vader viel ook dat besluit om de mens te verlossen door Hem. Hij die van eeuwigheid geboren was, was door een eeuwig raadsbesluit geboren om het gehele mensdom te verlossen; en de verlossing van Maria werd op die bijzondere wijze bepaald die wij de Onbevlekte Ontvangenis nomen. Het besluit van God was, niet om haar te zuiveren van de zonde, maar om haar vanaf het eerste ogenblik van haar bestaan al te behoeden voor de zonde; zodat de Boze nooit enig deel aan haar zou hebben. Zij was dus een kind van Adam en Eva, alsof die nooit gevallen waren; zij had geen aandeel in hun schuld; zij erfde al de gaven en genaden die Adam en Eva hadden genoten in het Paradijs, en nog veel meer. Dat is haar prerogatief en de grondslag van al die heilrijke waarheden die ons omtrent haar zijn geopenbaard.


Laat ons daarom met alle heilige zielen bidden: Allerzuiverste Maagd, zonder erfzonde ontvangen, bid voor ons.