maandag 21 februari 2022

22 februari – Feest van Petrus’ Zetel


H.Leo I, de Grote, paus.
De Kerk van Christus rijst op, gegrondvest op het geloof van Petrus

Uit heel de wereld wordt Petrus alleen uitgekozen, om zowel de leiding te hebben bij de roeping van alle volken, als aan het hoofd te staan van alle Apostelen en Vaders van de Kerk. Hoewel er onder het volk Gods veel priesters en herders zijn moest toch Petrus eigenlijk allen besturen, die allereerst ook door Christus worden bestuurd. Groot en bewonderenswaardig, zeer geliefden, is het deelgenootschap in zijn macht, dat God zich verwaardigde aan deze mens te verlenen. En als Hij gewild heeft, dat andere kerkvorsten iets met hem gemeen zouden hebben, heeft Hij dat, wat Hij anderen niet weigerde, nooit aan hen gegeven tenzij door middel van Petrus.
Tenslotte vraagt de Heer aan alle Apostelen, wat de mensen van Hem denken; en zolang blijft het bekende woord van diegenen die antwoorden, als de onzekerheid blijft van de menselijke onwetendheid, die hier tot uiting komt.

Maar waar naar de gevoelens van de Apostelen gevraagd wordt, is hij de eerste in de belijdenis van de Heer, die de eerste is in apostolische waardigheid. Toen deze gezegd had: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God, antwoordde Jezus hem: Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jona, omdat niet vlees en bloed u dit geopenbaard hebben, maar mijn Vader in de hemel; dit is, daarom zijt gij zalig, omdat mijn Vader u onderricht heeft, en geen aardse mening u in dwaling bracht, maar de hemelse ingeving u leerde; en niet vlees en bloed, maar Hij heeft Mij aan u geopenbaard, wiens Eniggeboren Zoon Ik ben.

En Ik, zei Jezus, zeg u: dit is, zoals mijn Vader u mijn Godheid heeft geopenbaard, zo maak Ik ook u uw waardigheid bekend: Want gij zijt Petrus: dit is, ofschoon Ik de onschendbare rots ben, Ik de hoeksteen, die van beide één maak, Ik het fundament ben, buiten Wie niemand een ander fundament kan leggen, zijt gij ook een rots, omdat gij door mijn kracht wordt bevestigd, opdat, wat Mij door mijn macht eigen is, ook gij bezit door deelname met Mij.

En op deze rots zal Ik mijn Kerk bouwen, en de poorten van de hel zullen niets tegen haar vermogen. Op deze sterkte, zegt Hij, zal Ik mijn eeuwige tempel bouwen, en de verhevenheid van mijn Kerk, die in de hemel ingelijfd moet worden, zal opstijgen in de kracht van dit geloof.

De poorten van de hel zullen deze belijdenis niet overweldigen, en de boeien van de dood zullen haar niet binden: want die stem is de stem van het leven. En zoals die stem zijn belijders tot in de hemel verheft, zo zal ze ook haar bestrijders in de hel dompelen.

Daarom zegt Hij tot de allerzaligste Petrus: U zal Ik de sleutels geven van het Rijk der hemelen. En wat gij zult binden op aarde, zal ook in de hemel gebonden zijn; en wat gij zult ontbinden op aarde, zal ook in de hemel ontbonden zijn.
Ook aan de andere Apostelen gaf Hij recht op die macht, en de kracht van dit besluit is overgegaan op alle bestuurders van de Kerk. Maar niet zonder reden wordt aan één toevertrouwd, wat op allen is overgegaan. Want aan Petrus wordt dit afzonderlijk toevertrouwd, omdat zijn beeld aan alle bestuurders van de Kerk wordt voorgehouden.
Sermo 4 de Natali ipsius, 2-3: PL 54, 149-151