Lectio altera
Ex Tractátibus sancti
Zenónis Veronénsis epíscopi
(Tract. 15, 2: PL 11, 441-443)
Tweede lezing
Uit de Verhandelingen van de
H. Zeno, bisschop van Verona
(Tract. 15, 2: PL 11, 441-443)
Job gaf ons een beeld te zien van Christus
Voor zover het begrepen kan
worden, zeer beminde broeders, gaf ons Job een beeld van Christus te zien.
Tenslotte tekent een vergelijking voor ons de waarheid. Job werd door God
rechtvaardig genoemd, Christus nu is de rechtvaardigheid zelf, uit Wiens bron
allen die zalig zijn, drinken; want zie, van Hem wordt gezegd: De Zon der gerechtigheid zal voor u opgaan.
Job wordt waarachtig genoemd. Maar het is de Heer, de echte Waarheid, die in
het Evangelie zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid.
Job was rijk. Maar wie is
rijker dan de Heer? Van Wie alle rijken dienaren zijn, aan Wie heel de aarde en
heel de natuur toebehoren, zoals de allerzaligste David zegt: Aan de Heer behoort de aarde en haar
volheid, het aardrijk en allen die erop wonen. De duivel beproefde Job
driemaal. Eveneens heeft de duivel, zoals de Evangelist ons zegt, tot driemaal
toe getracht de Heer te beproeven. Job verloor de bezittingen, die hij had. Ook
de Heer verliet zijn hemelse goederen uit liefde tot ons en maakte zich arm om
ons rijk te maken. De duivel doodde in zijn woede de zonen van Job. Ook het
dwaze volk van de Farizeeën doodde de zonen van de Heer, de profeten. Job werd
met zweren overdekt. Toen de Heer het vlees aannam, verloor Hij ook zijn glans
door het vuil van de zonden van heel het menselijk geslacht.
Jobs vrouw spoort hem aan
tot zondigen. Ook de synagoge dringt er bij de Heer op aan om het bederf van de
ouderlingen te volgen. Er wordt in de Schrift gezegd dat Jobs vrienden hem hebben
gesmaad. Ook de Heer werd door zijn priesters, zijn vereerders, versmaad. Job
is op de mesthoop vol wormen gezeten. Ook de Heer verbleef op die ware
mesthoop, dit is in de modderpoel van deze wereld, tussen mensen, die door hun
misdaden en boze begeerten als echte wormen uit die poel kropen.
Job kreeg zowel zijn
gezondheid als zijn rijkdommen terug. De Heer nu schonk door zijn Verrijzenis
aan zijn getrouwen niet alleen de gezondheid, maar ook de onsterfelijkheid, en
kreeg weer de heerschappij terug over heel de natuur, zoals Hij zelf getuigt: Alles is Mij door mijn Vader in handen
gegeven. Job bracht zonen voort als zijn opvolgers. Ook de Heer verwekte,
na de profeten, de heilige Apostelen als zijn zonen. De gelukzalige Job ging in
vrede zijn rust binnen. En de Heer blijft gezegend voor eeuwig, vóór de eeuwen
en na de eeuwen en in de eeuwen der eeuwen.