Mei-meditaties 26 – Maria Tenhemelopneming:
Mystieke Roos
Maria is de schoonste bloem die ooit in de geestelijke wereld gezien is. Het is alleen te danken aan Gods genade dat er uit deze dorre en droeve aarde nog ooit bloemen van heiligheid en glorie ontsprongen. En Maria is daarvan de koningin. Zij is de koningin van alle geestelijke bloemen; en daarom wordt zij de Roos genoemd, want de roos wordt terecht de schoonste van alle bloemen genoemd.
Maar daarbij is zij de mystieke of verborgen roos; want mystiek betekent “verborgen”. Wat betekent deze ongewone benaming die wij in het bijzonder aan haar geven? Het antwoord op deze vraag voert ons tot een derde reden om te geloven aan hereniging van haar heilig lichaam met haar ziel, en de Tenhemelopneming van dat lichaam spoedig na haar dood, zonder dat het in het graf behoefde te verwijlen tot de algemene opstanding op de jongste dag.
De reden is deze - indien haar lichaam niet ten hemel werd opgenomen, waar was het dan? Hoe is het te verklaren dat het voor ons verborgen is? Waarom vernemen wij niet dat haar graf zich hier bevindt of ginder? Waarom gaan er geen bedevaarten heen? Waarom bestaan er van haar geen relieken, zoals van gewone heiligen? Is het zelfs niet een natuurlijk instinct dat ons eerbied inboezemt voor de plaatsen waar onze doden begraven liggen? We begraven onze grote mannen met ere. De H. Petrus spreekt over het graf van David als nog altijd welbekend (Hand 2, 29), ofschoon hij vele honderden jaren vroeger gestorven was. Toen het lichaam des Heren van het kruis werd genomen, werd Hij geplaatst in een eervol graf. Een dergelijke eer was voor die tijd reeds aan de H. Johannes de Doper gebracht, want de H. Marcus (6, 29) spreekt over zijn graf als algemeen bekend. Van de vroegste tijden af kwamen Christenen uit andere landen naar Jeruzalem om de heilige plaatsen te bezoeken. En toen de tijd der vervolgingen voorbij was, toonden zij nog meer eerbied voor de lichamen der heiligen, zoals voor dat van de H. Stephanus, de H. Marcus, de H. Barnabas, de H. Petrus, de H. Paulus en andere Apostelen en Martelaren. Ze werden overgebracht naar grote steden, en delen ervan werden naar deze of gene plaats gestuurd. Zo is het van het begin tot vandaag toe een trek en een kenmerk van de Kerk geweest liefde en eerbied te koesteren voor de lichamen der Heiligen. Als er nu iemand was voor wie men meer dan voor alle andere zeer bijzondere zorg zou gedragen hebben, dan zou het Onze Lieve Vrouw zijn. Waarom dan horen wij niets over het lichaam van de H. Maagd. en over afzonderlijke relieken er van? Waarom is zij aldus de verborgen Roos? Is het denkbaar dat degenen die zoveel eerbied en zorg getoond hadden voor de lichamen van Heiligen en Martelaars, haar zouden verwaarloosd hebben? – haar die de Koningin der Martelaren was en de Koningin der Heiligen, die de eigen Moeder was van de Heer? Dat is onmogelijk. Waarom is zij dan zulk een verborgen Roos? Klaarblijkelijk omdat haar heilig lichaam in de hemel is, en niet op aarde.