vrijdag 21 mei 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Hebdomada VII Temporis Sabbato Unitas Ecclesiæ linguis omnibus loquitur De eenheid van de Kerk spreekt in alle talen.


Ad Officium lectionis



Lectio altera

Ex Sermónibus cuiúsdam Auctóris Africáni sæculi sexti
(Sermo 8, 1-3: PL 65, 743-744)

Tweede lezing

Uit de preken van een Afrikaans schrijver uit de 6e eeuw
(Sermo 8, 1-3: PL 65, 743-744)
De eenheid van de Kerk spreekt in alle talen

Zij spraken in alle talen. Zo immers behaagde het god destijds de tegenwoordigheid van de Heilige Geest kenbaar te maken, zodat hij, die Hem ontvangen had, in alle talen kon spreken. Want we moeten goed begrijpen, zeer dierbare broeders, dat deze de Heilige Geest is, door wie de liefde wordt uitgestort in onze harten.
En aangezien de liefde de Kerk Gods op heel de aarde bijeen zou brengen, omdat toen zelfs één mens, die de Heilige Geest ontving, in alle talen kon spreken, spreekt nu de eenheid zelf van de Kerk in alle talen, nadat ze door de Heilige Geest is bijeengebracht.
Daarom, als iemand tot een van ons zou zeggen: ‘Gij hebt de Heilige Geest ontvangen, waarom spreekt ge dan niet in alle talen? ‘moet hij antwoorden: ‘Ik spreek inderdaad in alle talen, omdat ik in dat Lichaam van Christus leef, namelijk in de Kerk, die in alle talen spreekt.
Want wat anders heeft God toen door de tegenwoordigheid van de Heilige Geest willen beduiden, dat dat zijn Kerk in alle talen zou spreken?
Derhalve is vervuld, wat de Heer beloofd had: Niemand doet nieuwe wijn in oude zakken, maar men doet nieuwe wijn in nieuwe zakken en beide blijven behouden.
Begrijpelijk zeiden sommigen, toen zij in alle talen hoorden spreken: Zij zijn vol van jonge wijn. Want ze waren tot nieuwe zakken gemaakt, hernieuwd door de genade van heiliging, zodat zij, vol van nieuwe wijn, dit is vol van de Heilige Geest, ontvlamd waren door hun spreken in alle talen en door dat zeer duidelijke wonder de Katholieke Kerk voorafbeeldden, die in de taal van alle volken zou doordringen.
Viert deze dag daarom zó, als leden van de eenheid van Christus’ Lichaam, Want ge viert dit feest niet tevergeefs, als gij zijt, wat ge viert, namelijk als ge met die Kerk verenigd blijft, die de Heer vervult met zijn heilige Geest en over de hele wereld doet uitgroeien, die Hij als de Zijne erkent en door zijn Kerk erkend wordt. Zoals een bruidegom zijn eigen bruid niet verliest en niemand er een andere voor in de plaats kan stellen.
Tot u, onder alle volken verspreid, dit is tot u, Kerk van Christus, ledematen van Christus, Lichaam van Christus, bruid van Christus, zegt de Apostel: Elkander liefdevol verdragend, u beijverend de eenheid des geestes te behouden door de band van de vrede.
Ziet: waar Hij beval elkaar te verdragen, daar vestigde Hij de liefde. Waar hij spreekt over de hoop op eenheid, daar toont Hij de band van de vrede. Dat is het huis van God, uit levende stenen opgebouwd, waarin het zo’n gewichtige huisvader behaagt te wonen, wiens ogen wij niet door de ondergang van de verdeeldheid moeten kwetsen.