dinsdag 31 augustus 2021

John Henry Newman 1801-1890 Uitzien naar Christus (2)


Gehouden in de Universiteitskerk te Dublin, op de 27ste zondag na Pinksteren 1856.
Uitzien naar Christus 2

Als we echter naar de wereld luisteren, zullen we wel iets anders doen. Dan zullen we die gemoedsstemming waarvan ik spreek beschouwen als overtollig en dweperig. We zullen het erop aanleggen alleen te doen wat nodig is, en we zullen trachten te weten te komen met hoe weinig we kunnen volstaan. We zullen dan uitzien, niet naar Christus, maar naar de beloningen van dit leven. We zullen ons oordeel over de dingen vormen naar wat anderen zeggen; we zullen bewonderen wat zij bewonderen, we zullen instinctmatig eerbied en hoogschatting hebben voor de publieke mening. We zullen bang zijn aanstoot te geven aan de wereld. We zullen heimelijk terugschrikken voor de onderrichting van de Kerk. We zullen een onaangenaam, onprettig gevoel krijgen, als we horen spreken van de stelregels van heilige mannen en van ascetische schrijvers, daar ze niet naar onze smaak zijn en we ze toch niet durven afwijzen. We zullen dan karig zijn in bovennatuurlijke werken, en weinig of niets van de gewoonten van deugd verwerven die daardoor gevormd worden, en die een ondoordringbare wapenrusting zijn tegen de verleiding. We zullen onze ziel laten overdekken door dagelijkse zonden, die uit willen groeien tot doodzonden, als ze niet reeds zover gekomen zijn. We zullen grote afkeer voelen voor de gedachte aan de dood. Dat alles zullen we zijn, dat alles zullen we doen; en dientengevolge zal het voor een toeschouwer zeer moeilijk zijn te zeggen in hoeverre we verschillen van fatsoenlijke, oppassende mensen die niet katholiek zijn. In dit geval zullen we zeker geen model tonen van een christelijke geest, en we zullen ook in onze persoon geen bewijs zijn voor de waarheid van het christendom; maar ik vertrouw en veronderstel dat onze opvatting van het christendom zo hoog staat dat we geen vrede kunnen hebben met een gedrag dat zo sterk afwijkt van dat waartoe onze Zaligmaker en zijn Apostelen ons oproepen. Sprekend dus tot mensen die die nu reeds die zijde en die plaats willen kiezen die ze wensen zullen gekozen te hebben als hun Heer werkelijk tot hen komt, zeg ik, dat wij niet slechts geloof in Hem moeten hebben, maar op Hem moeten wachten; niet slechts op Hem moeten hopen, maar voor Hem moeten waken; niet slechts Hem beminnen, maar naar Hem moeten verlangen; niet slechts moeten gehoorzamen, maar met vuur moeten uitzien en opzien naar onze beloning, die Hijzelf is. We moeten niet slechts Hem maken tot het voorwerp van ons geloof, onze hoop en onze liefde, maar we moeten het ons tot plicht maken niet te geloven aan de wereld, niet te hopen op de wereld, de wereld niet te beminnen. Wij moeten vast besloten zijn niet af te hangen van de publieke opinie, van de opinie van de wereld, of te zinnen op haar wensen. Het is louter voorzichtigheid ons zo te onthechten aan alle dingen hier beneden. “De tijd is kort”, zegt de Apostel; “daaruit volgt, dat zij die wenen moeten zijn alsof zij niet weenden, en zij die blij zijn als verblijdden ze zich niet, en zij die kopen als behielden ze het niet, en zij die van de wereld genieten, als hadden ze er niets mee op; want de gedaante van deze wereld gaat voorbij” (1 Kor 7,29-31).

maandag 30 augustus 2021

John Henry Newman 1801-1890 Uitzien naar Christus (1)

Gehouden in de Universiteitskerk te Dublin, op de 27ste zondag na Pinksteren 1856.

Servire Deo vivo et vero, et expectare Filium eis de cœlis quem suscitavit ex mortuis, Iesum, qui eripuit nos ab ira ventura.
De levende en waarachtige God dienen en zijn Zoon verwachten uit de hemel, die Hij van de doden heeft opgewekt, Jezus, die ons verlost van de komende toorn. (1 Thes 1,9b-10)

1 Nu wij de tijd van de Advent van onze Heren naderen worden wij zondag na zondag door onze goede Moeder, de Heilige Kerk, gewaarschuwd betreffende onze plicht om ernaar uit te zien. Verleden week werden wij herinnerd aan die vreselijke dag, wanneer de Engelen de aarde zullen maaien, en het schadelijk onkruid uit het koren zullen opzamelen, en het zullen samenbinden tot bundels voor het vuur. Aanstaande week zullen wij lezen van de “grote ellende” [1], die onmiddellijk zal voorafgaan aan het bezwijken van de zon en de maan, en aan de verschijning van het Teken van den Mensenzoon aan de hemel. En vandaag worden wij vermaand te leven in afwachting van dat ontzagwekkend Teken, door intussen de Levende en Waarachtig God te dienen, zoals het betaamt jegens Hem, die ons heeft “afgewend van de afgoden” en “ons verlost van de komende toorn” [2].

Wat de H. Paulus “wachten” noemt, of “verwachten”, of “uitzien”, dat legt de Heer zelf ons op, als Hij ons beveelt: “blikt op, en heft uw hoofden omhoog, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen” [3]; alsof het onze plicht was op onze hoede te zijn, zodat wij bij het eerste teken opspringen, en onze ogen, als het ware, inspannen vol gretige en vrome belangstelling, om Zijn tegenwoordigheid terstond te zien, zodra Hij zich vertoont aan de hemel – zoals soms een hele stad of een land de hele nacht kan opzitten in afwachting van de verschijning van een meteoor of vreemde ster, die de sterrenkundigen hun hebben voorspeld. Elders wordt deze stemming “waken” genoemd, zowel door de Heer als later door Zijn heilige Apostelen. “Waakt dus, want ge weet niet, wanneer de Heer des huizes komt: ’s avonds laat of te middernacht, bij het hanengekraai of ’s morgens vroeg; moge Hij u niet slapend vinden. Wat ik u zeg, dat zeg ik aan allen: Waakt” [4]. En de heilige Paulus: “Het uur is geslagen om op te staan uit de slaap, want thans is het heil ons meer nabij dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag breekt aan” [5]. En de heilige Johannes: “Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakt en zijn kleren aanhoudt” [6].

Teksten als deze zijn talrijk en ze leiden ons tot overweging van verschillende punten. Het wezen van de godsdienst bestaat in geloof, hoop, en liefde; en voor het eeuwig leven wordt vereist dat men in staat van genade moge zijn en vrij van doodzonde; maar als wij staan voor de vraag, hoe we ons in staat van genade zullen bewaren, en hoe we de gunst van de eindvolharding daarin zullen verwerven, dan maken tal van verplichtingen aanspraak op ons, boven en behalve de plichten die het wezen van de godsdienst uitmaken, als beveiliging en bescherming daarvan. En daar zulke verplichtingen van die aard zijn dat ze het oog van de wereld trekken, worden die het kenteken van de Christen, in tegenstelling met andere mensen; terwijl geloof, hoop, en liefde diep in het hart zetelen, en onzichtbaar blijven. Een van die kenmerken nu van een christelijke geest, die hun oorsprong hebben in de drie goddelijke deugden, en deze dan op hun beurt verdedigen en versterken, is die gewoonte van wachten en waken, waartoe deze tijd van het kerkelijk jaar ons bijzonder uitnodigt; en diezelfde gewoonte is tevens een onderscheidingsteken voor de kinderen van de Kerk, en een kenteken van haar goddelijke oorsprong.
(Wordt vervolgd)

[1] Mt 24, 21.
[2] 1 Thess 1,9b-10
[3] Luc  21, 28.
[4] Mc 13, 35-36.
[5] Rom 13, 11-12.
[6] Openb 16,15.

Ontleend aan F. Pompen ofm, “Preken gehouden bij verschillende gelegenheden”, Bussum 1947.

Kloosterlijke stilte I - Alleen in de stilte van het hart leren wij de omgang met God


Het uitwendige zwijgen dat in het leven van de religieus van essentieel belang is, heeft tot doel inwendig stil te worden. Alleen in de stilte van het hart leren wij de omgang met God. Stilte gaat veel verder dan niet-spreken; het betekent dat mijn ik niet, of slechts weinig aan het woord is om des te meer ruimte te maken voor God.

De stilte is werkelijk aanwezig als wij deemoedig en zachtmoedig van hart zijn. Als we de verborgen plaats hebben ingenomen die ons toekomt. Als we Christus zijn plaats hebben gegeven en voor zover het aan ons ligt alles aan zijn voeten hebben gelegd en  aan zijn heerschappij hebben onderworpen. Als ons leven met Christus in God is verborgen (cf. Kol 3,3) en niets anders zijn wil. Dat is de stilte van Christus in het Graf, dat Hem omsluit, verzegelt en afgesloten heeft voor de wereld. Het is de atmosfeer die voor het beschouwende leven nodig is. Christus wacht totdat we rijp worden voor de volledige stilte, de innerlijke stilte, de stilte van de deemoed, van de gehoorzaamheid, van de diepe liefde. Het is tenslotte de stilte die wij betrachten, biddend en rustend in zijn rust, tot Hij opstaat en tot ons zegt: “Gaat en verkondigt dat Ik verrezen ben!”

Gebedsintenties Kerkberg Gebedsgroep augustus 2021 - 51

 

U kunt Uw gebedsintenties opgeven per e- mail (gebedsgroep@kerkberg.nl), per post, telefonisch, per ijlbode, of hoe dan ook. Wij bidden graag voor Uw gebedsintenties en zorgen desgewenst voor het opsteken van Uw  kaarsen in de Basiliek!

Wij bidden namens de gemeenschap voor de gemeenschap tot eer van God en heil van mensen!

Wij vragen daarbij de voorspraak van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus, de H. Odilia en de H. Maria Magdalena, op wiens voorspraak vanaf de zevende eeuw op deze Berg gebeden is door vele monniken, kanunniken, diocesane priesters, kanunnikessen en andere gelovigen.

Hartelijk dank voor Uw bereidheid met ons mee te bidden!  (*kaarsintentie)

Wij bidden:

uit dankbaarheid*
voor onze parochie, dat onze gemeenschap mag groeien*
voor onze bisschop*
voor zieke familie, vrienden en bekenden*
voor een overleden echtgenoot en dochter*
voor de zielerust van mijn vader die gisteren is overleden in Singapore*
dat mensen in het verkeer voorzichtig zijn en rekening houden met elkaar
voor slachtoffers van de orkaan Ida in de VS
uit dankbaarheid voor zoveel goedheid
voor de zielerust van overleden ouders
voor slachtoffers van verkeersongevallen
om genezing*
om roepingen voor ons klooster*
voor een vriend van het klooster*
voor onze zieke bisschop*
voor overleden ouders
dat de rijbevoegdheid in stand blijft
voor alle slachtoffers van de aanslagen in Kaboel gisteren
voor alle mensen die in gevaar zijn In Kaboel en daar nog weg moeten, dat iedereen die weg wil, dat kan
uit dankbaarheid voor een gunstige medische uitslag
voor een zieke die de moed verliest
tot zekere intentie
om zegen over de luchtbrugmedewerkers in Kaboel
om vrede
voor de mensen op en op weg naar het vliegveld in Kaboel
dat de pandemie dooft
voor degenen voor wie het leven met de jaren moeilijk wordt
om de voorspraak van de H. Rosa van Lima, patrones van Sittard, bij ale onze intenties
voor alle slachtoffers van overstromingen
dat kinderen tijdig de hulp krijgen die ze nodig hebben
dat ouders en kinderen elkaar begrijpen
voor de zielerust van een man die eenzaam is overleden in een ziekenhuis zonder dat bekend is wie hij is
voor de Afghaanse vluchtelingen die aankomen in Nederland en daarbuiten, dat ze goed worden opgevangen
voor alle wachtenden nabij het vliegveld van Kaboel, dat er een goede uitkomst is
om zegen over een hoogbejaarde zuster wier einde op aarde nadert en haar zus
dat de bosbranden in Zuid Frankrijk doven
voor het volk van Haiti - dat ze de kracht vinden na ook deze natuurramp weder op te bouwen
dat de pandemie definitief dooft
voor alle missionarissen in Afghanistan
for two Jesuits, four Missionaries of Charity stranded in Afghanistan
voor mensen voor wie het leven te zwaar is en hun achterblijvende dierbaren
dat huiselijk geweld stopt
voor twee zusters in Ghana die gisteren hun geloften hebben afgelegd
voor een vrouw uit Amstelveen die wordt vermist
voor onze zieke bisschop
voor onze medezuster die vandaag haar naamdag viert
dat een bestralingstherapie goed mag worden doorstaan en tot het beoogde resultaat leidt
for two Religious Sisters, Sr. Regina Roba and Mother Mary Abut, Sisters of the Sacred Heart, who were shot dead in the Sudan. 
voor een aanstaand echtpaar dat deze week gaat trouwen
voor kardinaal Burke die ernstig ziek is en wordt beademd op de IC
dat de wereldleiders zich bekommeren om het volk van Afghanistan
voor alle christenen in Afghanistan
voor alle vrouwen in Afghanistan
voor een zekere intentie
om vrede
voor alle slachtoffers van natuurgeweld
dat de pandemie dooft
voor het volk van Afghanistan
tot zekere intentie
voor de slachtoffers van de aardbeving op Haiti
voor een zieke nicht
om genezing van onze Rector.
voor een broer ,die een woning zoekt.
dat onze dochter mag slagen voor haar examen.
dat mijn dochter ,van haar pijnen verlost mag worden
voor een jongetje met een hersenaandoening.
om zegen over de familie S. in Volendam 
dat de man die is ontvoerd in Cruquius gezond gevonden wordt
voor de bevolking van Afghanistan
voor de bevolking van het Griekse eiland Evia
om de voorspraak van de heilige zr, Benedicta a Cruce die zo kort geleden zo dicht bij ons heeft geleefd, bij alle intenties
voor de bevolking van Griekenland, dat de bosbranden doven en mensen, have en goed veilig zijn
voor de kloosterlingen van de Abdij van Egmond en de kandidaat die gisteren zijn tijdelijke geloften heeft gedaan
voor een zieke zuster
voor het volk van Afghanistan en de Nederlanders die zich daar nog bevinden
voor de bevolking van Krakau en elders in Polen waar overstromingen zijn
voor de ouders van alle kinderen die slachtoffer werd van geweld in Spanje, Italië, Nederland en daarbuiten
dat wij in Uw Licht het Licht zien
voor de slachtoffers van bosbranden overal te wereld
dat tot geweld geneigde jongeren tot inkeer komen 
dat onze bisschop Harrie Smeets beter mag worden
om zegen over alle deelnemers aan de Olympische Spelen, dat zij als betere mensen weggaan dan zij kwamen
om veiligheid van de familie van degenen die een opvatting hebben die politieke heersers niet aanstaat 
voor vrede, gerechtigheid en veiligheid voor de bevolking van Wit-Rusland en voor de zielenrust van Vitaly Sjisjov en troost voor zijn dierbaren
zegen over alle werkers in de GGZ, dat ze veilig mogen zijn
uit dankbaarheid wegens gebedsbverhoring
dat de corona-pandemie overal definitief dooft
voor alle slachtoffers van de overstroming in China
voor het volk van Maymar
zegen over een kind dat voor het eerst een paar dagen uit huis gaat en haar moeder 
zegen over iemand die weet dat hij niet meer beter wordt
zegen over een zieke hoogbejaarde moeder en haar mantelzorger
voor een voetballer van Ajax en zijn broer die zijn omgekomen bij een verkeersongeluk en voor hun dierbaren
om zegen over  het leven van C, J. en mij zelf-- 
uit dankbaarheid dat een langdurig hersteltraject tot herstel van gezondheid lijkt te hebben geleid*
dat een broer in het ziekenhuis met longontsteking mag genezen*
voor de zusters van de Priorij Thabor*
voor iedereen die gebed nodig heeft, ook al beseft hij dat zelf misschien niet*
dat de aankomende vakantieperiode een tijd van ontspanning mag zijn waarbij ieder gezin tot rust kan komen en mag genieten van de tijd samen
voor een jonge moeder met longkanker en voor een kindje van drie jaar bij wie leukemie is geconstateerd. Om genezing waar mogelijk en om kracht en steun voor deze twee katholieke gezinnen.
voor allen die lijden onder de coronapandemie*
voor onze bisschop Harrie*
uit dankbaarheid*
voor mijn lieve buren, hun zoon en kleinzoon*
voor een zieke zwager, buurman en nicht* 
voor een overleden echtgenoot en dochter*
op voorspraak van de H. Odilia, om behoud van mijn zicht
dat de pijn minder wordt
voor een kind doodgestoken in Rotterdam en zijn dierbaren
voor een ernstig zieke nicht
herstel van het contact tussen ouders en hun zoon en zijn gezin*
om vrede
voor alle daders van geweld, dat ze tot inkeer komen op eigen kracht of door anderen
voor alle slachtoffers van geweld om heling in ieder opzicht
voor de zielenrust van alle dodelijke slachtoffers van de overstromingen in Duitsland en Belgie en hun dierbaren
dat een medische behandeling het beoogde resultaat heeft
voor een Nederlander die is verdronken in Italië
dat de ontvoerde scholieren in Nigeria worden vrijgelaten
voor een jongere van 14 jaar die in elkaar is geslagen in Amstelveen
dat een bejaarde vriend van het klooster rijbekwaam mag blijven
voor de zieke zus van een van onze zusters
voor de slachtoffers van de busramp in Kosovo
uit dankbaarheid om een gunstige medische uitslag
for my eldest daughter and the cross she has to bear

voor de zielerust van John Verkooyen en troost en steun voor zijn dierbaren
voor een bevriende pastoor in het bisdom Haarlem
voor en bevriende priester in Bergamo (Italië)
Om inzicht in levensroeping 
voor een zieke zuster
de levende en overleden kanunnikessen van het H. Graf
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Dat de Notre Dame zo spoedig mogelijk weer een levende ontmoetingsplaats met God in de wereld mag zijn
voor Mgr. Camillo Sarko, zijn parochie van de H. Petrus Claver en zijn parochianen in Ghana
Om zegen over twee hoogbejaarde zusters-zussen, van wie er een op sterven ligt
Om een donornier
Om degelijke postulanten voor ons klooster
Om verhoring van de gebedsintenties van de Gebedsgroep van de Kapel In't Zand
om zegen over de mensen in het dorp en de andere dorpen van Roerdalen en voor al hun noden
Voor onze burgemeester
voor vervolgde christenen overal ter wereld
Voor degenen die onvoorbereid sterven
Voor onze deken
Voor onze bisschop
dat wij vanuit onze positie al het mogelijke doen om de wereld te her-evangeliseren

zondag 29 augustus 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XXII per annum feria II Thomas a Kempis. Ego docui prophetas meos. Ik heb mijn profeten onderwezen.


  

 Lectio altera

E Libro De imitatióne Christi
(Lib. 3, 3)

Tweede lezing

Uit ‘De Navolging van Christus’ van Thomas a Kempis
(Lib. 3, 3)

Ik heb mijn profeten onderwezen

Luister, mijn zoon, naar mijn woorden, alleraangenaamste woorden, die alle wetenschap en filosofen en wijzen van deze wereld overtreffen. Mijn woorden zijn geest en leven, en kunnen niet beoordeeld worden naar menselijke maatstaf.
Ze mogen niet neergehaald worden tot een ijdel genoegen, maar moeten in stilte worden aanhoord en met alle nederigheid en grote liefde worden opgenomen.
En ik zei: Gelukkig de man, Heer, die Gij onderricht en die Gij leert uw wet: hoe hij gelaten moet zijn in dagen van rampspoed, en niet verlaten wordt op aarde.

Ik, zegt de Heer, heb van den beginne af de profeten onderwezen en Ik houd niet op tot allen te spreken, maar velen zijn doof voor mijn stem en verhard.
Velen luisteren liever naar de wereld dan naar God; zij volgen gemakkelijker de begeerten van het vlees dan Gods welbehagen.
De wereld belooft het tijdelijk en geringe en ze wordt met grote begerigheid gediend. Ik beloof het hoogste en het eeuwige, en toch verkoelen de harten van de stervelingen.

Wie dient en gehoorzaamt Mij met zoveel zorg in alles, als men de wereld dient met haar meesters?
Schaam u daarom, luie en klaagzieke knecht, omdat die anderen meer bereid worden bevonden tot hun verderf dan gij tot het leven.
Zij verheugen zich meer in de ijdelheid dan gij in de waarheid.

Toch worden zij niet zelden in hun verwachtingen bedrogen, maar mijn belofte bedriegt niemand en zendt hem niet ledig heen, die op Mij vertrouwt.
Wat Ik beloofd heb, zal Ik geven; wat Ik gezegd heb, zal Ik vervullen, als men maar ten einde toe trouw blijft in mijn liefde.
Ik ben de beloner van al het goede en de krachtige beproever van alle vromen.

Schrijf mijn woorden in uw hart en overdenk ze zorgvuldig; want ten tijde van de beproeving hebt gij ze zeer nodig.
Wat gij niet begrijpt, wanneer ge het leest, zult ge begrijpen op de dag der bezoeking.
Ik ben gewoon mijn uitverkorenen op twee manieren te bezoeken, namelijk met beproeving en met troost.

En twee lessen geef Ik hun iedere dag: en waarbij Ik hun gebreken berisp, een andere waarbij Ik hen aanspoor hun deugden te doen toenemen.
Wie mijn woorden heeft en deze veracht, heeft reeds iemand, die hem veroordeelt op de laatste dag.

Open Monumentendag Berger Basiliek Ontdek de mooiste monumenten tijden de Open Monumentendag 2021!


Ook de Berger basiliek doet dit jaar weer mee met de open monumentendagen op zaterdag 11 en zondag 12 september. Dit jaar stellen wij de twee hoogromaanse zandstenen reliëfs van de HH. apostelen Jacobus en Johannes uit de 12e eeuw “in the picture” tentoon. In aanloop naar de kerkrestauratie werden deze in 1878 opgegraven, maar in 1887 verkocht aan het Rijksmuseum Amsterdam. Na een aantal jaar afwezigheid keerden ze in 2016 weer via een bruikleenovereenkomst terug naar Sint Odiliënberg en vonden ze dit voorjaar (mei 2021) hun huidige plek in de basiliek. Neem voor meer informatie over de apostelbeelden een kijkje op de website. 

Informatie 

De Berger Basiliek is zaterdag 11 & zondag 12 september geopend vanaf 11:00 uur tot 16:00 uur. 



zaterdag 28 augustus 2021

Lezingen H. Mis 22e zondag door het jaar B Niets kan de mens bezoedelen wat van buiten af in hem komt.

Eerste lezing (Deut. 4, 1-2.6-8)
Uit het boek Deuteronomium.
Mozes sprak tot het volk en zei:
“Luister dan, Israël,
naar de voorschriften en bepalingen die ik u leer
en handel daarnaar.
Dan zult gij leven en bezit gaan nemen van het land
dat de Heer, de God van uw vaderen, u schenkt.
Aan wat ik u voorschrijf
moogt gij niets toevoegen
en er niets van afdoen;
ge moet de geboden van de Heer uw God onderhouden,
die ik u geef.
Handel ernaar in het land dat gij in bezit gaat nemen
en brengt ze stipt ten uitvoer,
want daaruit zal voor de volken uw wijsheid en uw inzicht blijken.
Als zij al deze voorschriften horen, zullen ze zeggen:
“Dat machtige volk is wijs en verstandig.”
“Is er soms een andere grote natie
aan wie hun goden zo nabij zijn
als de Heer onze God ons nabij is
zo vaak wij hem aanroepen?
Of is er een andere grote natie,
die zulke volmaakte voorschriften en bepalingen heeft
als de wet die ik u heden geef?”

Tweede lezing (Jak. 1, 17-18.21b-22.27)
Uit de brief van de heilige apostel Jakobus.
Broeders en zusters,
elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven,
van de Vader der hemellichten,
bij wie geen verandering is of verduistering door omwenteling.
Uit vrije wil heeft Hij ons het leven geschonken
door het woord der waarheid,
zodat wij in zekere zin de eerstelingen onder zijn schepselen zijn.
Neemt met zachtmoedigheid het woord van God aan
dat in u werd geplant
en dat de kracht bezit uw zielen te redden.
Weest uitvoerders van het woord
en niet alleen toehoorders;
dan zoudt gij uzelf bedriegen.
Zuivere en onbevlekte vroomheid in de ogen van onze God en
Vader is dit:
wezen en weduwen opzoeken in hun nood
en zichzelf vrijwaren voor de besmetting van de wereld.

Evangelie (Mc. 7, 1-8.14-15.21-23)
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Marcus.
Eens kwamen de Farizeeën
en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem bij Jezus tezamen,
en ze zagen dat sommigen van zijn leerlingen met onreine,
dat wil zeggen, ongewassen handen aten.
De Farizeeën immers en al de Joden eten niet zonder eerst de vingertoppen gewassen te hebben, daar ze vasthouden aan de overlevering van de voorvaderen;
komen ze van de markt,
dan eten ze niet voordat zij zich gereinigd hebben;
zo zijn er nog vele dingen
waaraan ze bij overlevering vasthouden:
het afwassen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk.
Daarom
stelden de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem de vraag:
“Waarom gedragen uw leerlingen zich niet
volgens de overlevering van de voorvaderen,
maar eten zij met onreine handen?”
Hij antwoordde hun:
“Hoe juist heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd!
Zo staat er geschreven:
Dit volk eert Mij met de lippen
maar hun hart is ver van Mij.
Zij eren Mij, maar zonder zin,
en mensenwet is wat zij leren.
Gij laat het gebod van God varen
en houdt vast aan de overlevering van mensen!”
Daarop riep Hij het volk weer bij zich en sprak tot hen:
“Luistert allen naar Mij en wilt verstaan:
niets kan de mens bezoedelen
wat van buiten af in hem komt.
Maar wat uit de mens komt,
dat bezoedelt de mens.

Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen
komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord,
echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog,
losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid.
Al die slechte dingen komen uit het binnenste
en bezoedelen de mens.”

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Dominica XXII per annum. St. Augustinus. Dominus misertus est nostri. De Heer is ons genadig geweest.



Lectio altera

Ex Sermónibus sancti Augustíni epíscopi
(Sermo 23A, 1-4: CCL 41, 321-323)


Tweede lezing
  
Uit de Preken van de H. Augustinus, bisschop
(Sermo 23A, 1-4; CCL 41q,321-323)

De Heer is ons genadig geweest

Gelukkig zijn wij, als wij, wat wij horen en zingen, ook doen. Want ons horen is een zaad, maar ons doen is de vrucht van het zaad. Nu ik dit vooruit gezegd heb, zou ik uw liefde willen aanmanen om niet onvruchtbaar de kerk binnen te gaan door wél zoveel moois te aanhoren maar niet goed te handelen. Want aan Zijn genade danken wij ons heil, zoals de Apostel zegt: niet om de werken, opdat niemand zich zou beroemen; want aan Zijn genade danken wij ons heil. Er ging immers (van onze kant) geen goed leven aan vooraf, dat Hij vanuit den hoge beminde en waarom Hij sprak: Laten wij die mensen tegemoet treden en helpen, want zij leven zo voorbeeldig. Hem mishaagde ons leven, Hem mishaagde alles in ons wat wij deden, maar Hem mishaagde niet wat Hijzelf in ons bewerkte. Derhalve, wat wij deden, zal ons verwerpen; wat Hij deed, zal ons redden.

Wij waren dus niet goed. Maar Hij ontfermde zich over ons en zond zijn Zoon om te sterven, niet voor de goeden maar voor de slechten, niet voor rechtvaardigen maar voor goddelozen. Want Christus is voor goddelozen gestorven. En wat volgt er dan? Men zal niet licht iemand winden, die zijn leven geeft voor een rechtvaardige, al zou misschien iemand het wagen voor goeden te sterven. Er wordt misschien iemand gevonden, die het waagt voor een goede te sterven. Maar wie wil er sterven voor een slechte, een onrechtvaardige, een misdadiger, tenzij Christus alleen, die zo rechtvaardig was, dat Hij ook onrechtvaardigen rechtvaardig maakt?

Wij bezaten, mijn broeder, hoegenaamd geen goede werken, alleen maar slechte. Hoewel de werken van de mensen dusdanig waren, heeft zijn barmhartigheid de mensen niet in de steek gelaten. En zo zond God zijn Zoon om ons vrij te kopen, niet met goud noch met zilver maar met de prijs van zijn vergoten bloed, toen het onbevlekte Lam naar de slachtbank werd geleid voor zijn besmeurde schapen, die wel besmeurd waren maar niet geheel bedorven. Deze genade hebben wij ontvangen. Laten wij dan zo leven, dat wij die genade waardig zijn en die genade geen onrecht aan doen. Zulk een groot geneesheer kwam tot ons en vergaf ons al onze zonden. Als wij nu opnieuw ziek willen worden, zullen wij niet alleen een verderf voor onszelf worden, maar ook ondankbaar jegens de geneesheer.

Laten wij dus zijn wegen volgen, die Hij ons toont, vooral de weg van de nederigheid, omdat Hij zelf voor ons die Weg is geworden. Want Hij toont ons de weg van de nederigheid door zijn geboden en maakt die voor ons gereed door voor ons te lijden. Om dus voor ons te kunnen sterven, is het Woord, dat niet sterven kon, Vlees geworden en heeft onder ons gewoond. De ontsterfelijke nam de sterfelijkheid op Zich om voor ons te sterven en om door zijn dood onze dood te doden.

Dat deed de Heer, dit heeft Hij voor ons gedaan. De grote werd vernederd, de vernederde gedood, maar na gedood te zijn is Hij ook verrezen en verheven om ons, die dood waren, niet in de verwerping te laten, maar in Zich te verheffen door de verrijzenis uit de doden, ons die Hij nu heeft verheven tot het geloof en de belijdenis van rechtvaardigen. Dat gaf Hij ons als weg: de nederigheid. Als wij die beoefenen, zullen wij de Heer belijden en niet zonder reden zingen: Wij zullen U loven, o God, U loven en uw Naam aanroepen.




Introitus Domenica XXII per annum Miserere mihi, Domine

Collectegebed 22e zondag door het jaar - Zaai in onze harten de liefde voor Uw Naam


Het is de “God van de Machten” en Krachten die in het collectegebed wordt aangeroepen, de oneindig Volmaakte – deze “vergrotende trap” is niet toereikend voor de oratie, zodat deze het nogmaals intensiveert: Die al het goede bezit”. Het is een uitdrukking van de liefde, maar juist zij heeft tot gevolg dat om die liefde wordt gebeden: “Plant in ons hart de liefde tot Uw Naam (d.i. tot U). ”De liefde lijkt op een plant, die bestemd is tot groei en vrucht voortbrengen. Haar groei is “vermeerdering van het geloof” in ons. Het Altaarmissaal vertaalt religionis augmento met “toenemen van het goede” en legt daarmee een link naar het begrip optimum in de openingszin van de oratie. Het begrip optimum (“het beste”), toegepast op God, moet begrepen worden als “perfect” of “volmaakt”.

De vrucht van de liefde is alles, wat goed is. God Zelf is de Liefde en bezit juist daarom, zoals het gebed zegt: “alles, wat het beste, alles wat volmaakt is.” De Liefde voedt in ons alles, wat goed is, en laat uiteindelijk de vrucht rijpen, indien de liefde blijft.  Wij bidden: “Bewaar, wat gevoed is.” We kunnen evengoed bidden: ”Bewaar in ons de liefde en de vrucht van het goede, die zij belooft”. Hij, die de liefde en haar vrucht in ons bewaart,  gelijkt op de waakzame wachter. De oratie ademt dat vertrouwen: “Hij, die u behoedt, slaapt niet. Nee, de Herder van Israel slaapt niet en sluimert niet” (Ps 121, 3.4).
L i t u r g i s c h e  a n t e c e d e n t e n
Met kleine verschillen is het collectegebed van de 22e zondag door het jaar gebaseerd op een oratie in het Sacramentarium Gelasianum (8e eeuw) en vervolgens op de collecta van de 6e zondag na Pinksteren in het Romeins Missaal van 1962.
T e k s t
Missale Romanum – 1962
Deus virtutum, cuius est totum quod est optimum: 
insere pectoribus nostris amorem tui nominis, et præsta in nobis religionis augmentum; 
ut, quæ sunt bona, nutrias, ac pietatis studio, quæ sunt nutrita, custodias.
Missale Romanum – 1970
Deus virtutum, cuius est totum quod est optimum: 
insere pectoribus nostris tui nominis amorem, et præsta,
ut in nobis religionis augmento, quæ sunt bona nutrias, ac vigilanti studio, quæ sunt nutrita, custodias.
Altaarmissaal – 1979
Almachtige God, al het goede komt van U. Vervul ons hart van liefde voor uw Naam. Laat in ons hart het goede toenemen door een grotere ijver voor U en houd het in stand door uw voortdurende zorg.
Letterlijke werkvertaling:
God van de heerscharen, van wie alles is, wat het beste is;
Zaai in onze harten de liefde voor Uw Naam en wek in ons een toename van verbondenheid [met U],
zodat U [dat], wat door de toename van verbondenheid [met U],  goed is, voedt en
[zodat] U [dat], wat door onze onvermoeibare ijver, gevoed is, bewaart.

S t r u c t u u r

1.Deus virtutum, cuius est totum quod est optimum: 
Deus – vocatiefvorm: God wordt aangeroepen als God van de heerscharen, waarmee een van zijn hoedanigheden wordt uitgedrukt. De openingszin is een aaneenschakeling van twee relatieve bijzinnen: cuius est totum en quod est optimum. Parallelle zinsbouw: relativum, verbum,  naamwoord, waarbij de superlativus optimum een bepaling is bij het zelfstandige gebruikte adiectivum totum.
 
2.insere pectoribus nostris tui nominis amorem, et præsta,
Hoofdzin met de verba insere en præsta in de imperatief en met amorem als object en tui nominis als genitivus objectivus bij amorem.
 pectoribus nostris als bijwoordelijke bepaling in de ablativus: de eigenlijke bede.

3. ut in nobis, religionis augmento, quæ sunt bona nutrias, ac, vigilanti studio, quæ sunt nutrita, custodias.
Voor de duidelijkheid kan de zin op de onderstaande wijze gelezen worden;
1. ut in nobis nutrias, augmento religionis, [ea] quae sunt bona.
Het van ut afhankelijk nutrias is naar voren gehaald, gevolgd door de bijwoordelijke bepaling augmento religionis (ablativus+genitivus) die aangeeft waardoor het goede in ons ontstaat. Bij het relativum quæ ontbreekt een antecedent. Men spreekt van een ingesloten antecedent.  Men kan ea (= die dingen) als object bij nutrias aanvullen zodat het antecedent duidelijk wordt.
2. (ut) custodias, vigilanti studio, [ea] quæ sunt nutrita.
Dezelfde opbouw als het eerste deel van de zin. Beide zinsdelen zijn gekoppeld door het nevenschikkende voegwoord ac.
De coniunctivus custodias is eveneens afhankelijk van ut dat hier weggelaten is.
Opnieuw mag ea als verzwegen object aangevuld worden, zodat er bij het relativum quæ een duidelijk antecedent staat. De bijwoordelijke bepaling vigilanti studio (hier een ablativus absolutus constructie met het tegenwoordige deelwoord vigilanti) drukt uit waardoor wij gevoed zijn.

Mooi is het gebruik van het verbum nutrias (= voeden) in het eerste zinsdeel, dat in het tweede deel van de zin als voltooid (nutrita = gevoed) wordt bewaakt en bewaard door de Heer.
De halfzinnen 3.1 en 3.2 bevatten parallellen in klank: augmento…studio; nutrias..custodias, quæ sunt bona…quæ sunt nutrita : klankrijm aan het einde van het woord (eindrijm).
C o m m e n t a a r

Het collectegebed nodigt uit tot overweging: God moet mijn alles zijn; begin, vervolg en einde. Hij is de goede Tuinman van de tuin van mijn ziel ; Hij “zaait” de liefde tot God in het hart. Hij geeft “wasdom” aan het zieleleven. “Hij kweekt en verzorgt” de plantjes van de deugden, verwijdert het onkruid en begiet; Hij “behoedt” het tegen de vijanden. God is de Zaaier, de Zon, de Tuinman en de Behoeder van het leven der genade. God is sterk in ons. Hij stort ons zijn liefde in en vermeerdert onze ijver voor zijn dienst [=godsdienst]. Hij doet het goede in ons gedijen een bewaart het door ons telkens tot de Eucharistie te roepen, de Vrucht van de Verrijzenis.

De Katechismus van de Katholieke Kerk definieert "godsdienst" (religio)  als een set van overtuigingen en praktijken van hen die zich engageren voor de dienst en de aanbidding van God. Het Eerste Gebod vraagt ons om in God te geloven, Hem te aanbidden en te dienen, als eerste plicht van de deugd van godsdienstigheid (cf ook CCC 2084, 2135).
De H.  Thomas van Aquino († 1274) zegt dat godsdienst de deugd is waarmee de mens  de verschuldigde eredienst en eerbied aan God als de Schepper en opperste heerser van alle dingen (STh II-II, 81, 1 is) toont. We moeten onze afhankelijkheid van God erkennen door Hem een verschuldigde en passende eredienst te geven zowel innerlijk (bijvoorbeeld door daden van toewijding, eerbied, dankzegging, enz.) als uiterlijk (bijvoorbeeld uitwendige eerbied, liturgische handelingen, etc.). Tegen de deugd van godsdienst kan worden gezondigd door afgoderij, bijgeloof, heiligschennis en godslastering. Als schepsel moeten wij erkennen wie God is en dienovereenkomstig handelen, zowel innerlijk als uiterlijk. Wanneer dit tenslotte gewoon voor ons wordt, dan hebben we de deugd van godsdienst. Een deugd is een gewoonte. Een goede daad is nog geen deugd en maakt ons niet deugdzaam.  Als het moeilijk voor ons is om voorzichtig of gematigd of eenvoudig, enz. te zijn, dan hebben we nog niet de deugden. Onze vraag om godsdienstigheid of “verbondenheid” volgt onmiddellijk uit onze wens dat God de liefde voor zijn Heilige Naam in ons hart "zaait" (insere).  Dan smeken we om door God met alle goede dingen te worden gevoed als Hij in ons de godsdienstigheid of verbondenheid met Hem verhoogt. Dit leidt tot de juiste innerlijke en uiterlijke handelingen die noodza-kelijkerwijs voortvloeien uit het erkennen wie God echt is en wie we zijn.
We vinden in oude vertalingen van het Boek van de Psalmen in de Latijnse Vulgaat dat Deus virtutum wordt weergegeven als: "God der heerscharen".  Het document van de Heilige Stoel dat voorziet in de normen voor de liturgische vertalingen, Liturgiam authenticam (2001) zegt in nr. 51 dat “een gebrek aan afwisseling in de vertaling van de aanspreekvormen voor God zoals Domine, Deus, Omnipotens aeterne Deus, Pater enzovoorts, of van woorden die iets van smeken uitdrukken, een vertaling moeilijk kan maken en de rijkdom en schoonheid kan verduisteren waarmee in de Latijnse tekst de verhouding tussen de gelovigen en God wordt aangegeven". Deze moeilijkere bewoordingen verdienen te worden uitgediept.
Deus virtutum - virtutum is genitief meervoud van virtus, "mannelijkheid; sterkte, kracht; dapperheid, moed; oprechtheid, bekwaamheid; macht", enzovoort.  Virtutum is de vertaling van het Hebreeuwse tsaba', dat “leger, oorlog, strijd, legermacht” betekent. Tsaba' wordt toegepast op de heerscharen van engelen, op de legers van soldaten, en de hemelse machten van zon, maan en sterren. In het Sanctus van de Heilige Mis en in de grote hymne Te Deum zingen wij in navolging van de ontelbare menigte van heiligen en engelen, die gebogen staan voor Gods troon en nooit moe worden te herhalen in de hemelse liturgie: “Heilig, Heilig, Heilig, de HEER. GOD SABAOTH... God van de "hemelse heerscharen".