Sinds 1114 volgen de Kanunniken en Kanunnikessen van het H. Graf de Regel
van St. Augustinus. De Augustijnse spiritualiteit is fundamenteel voor het
Kanonikale leven. De Regel is gebaseerd op de apostolische levenswijze en het
voorbeeld van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem (Hand 2,42-47;
4,32-35). waaraan Augustinus zich graag
spiegelde.
Inleiding :
Over Sint Augustinus
Aurelius Augustinus (Latijn: Aurelius
Augustinus Hipponensis), ook wel Augustinus van Hippo genoemd, (Thagaste, 13
november 354 – Hippo, 28 augustus 430) was bisschop van Hippo, theoloog,
filosoof en kerkvader.
Augustinus, was een zeer veelzijdig,
geniaal persoon die leefde in de Late Oudheid in Noord Afrika, het hedendaagse
Algerije. Over Sint Augustinus en zijn tijd is veel bekend. Hijzelf schreef de
geschiedenis van zijn bekering, de Confessiones.
Op
25 augustus 2009 zei paus Benedictus XVI tijdens een audiëntie over de bekering
van Sint Augustinus:
"De heilige Augustinus is een
man die nooit oppervlakkig geleefd heeft; dorst, onrust, voortdurend zoeken
naar de Waarheid is één van de grondtrekken van zijn leven; echter niet naar
pseudowaarheden die niet in staat zijn duurzame vrede aan het hart te geven,
doch die Waarheid die zin geeft aan het leven en die het “verblijf” is waarin
het hart sereniteit en vreugde vindt. Zijn weg was, zoals wij weten, niet
gemakkelijk: hij dacht de Waarheid in aanzien te vinden, in een loopbaan, in
bezit, in stemmen die hem een onmiddellijk geluk beloofden; hij heeft fouten
begaan, hij ging door ogenblikken van droefheid, hij heeft mislukkingen gekend,
maar hij is nooit blijven stilstaan, hij heeft zich nooit tevreden gesteld met
wat hem slechts een lichtstraal bood; hij wist te kijken in het diepste van
zichzelf en gaf zich rekenschap, zoals hij in de Confessiones
(III,6,11; X,27,38) schrijft,
dat deze Waarheid, deze God die hij met al zijn krachten zocht, dichter bij hem
was dan hijzelf. Hij was altijd aan zijn zijde, Hij heeft hem nooit verlaten,
Hij wachtte het ogenblik af waarop Hij voorgoed in zijn leven kon
binnentreden".
Van zijn leven
na zijn bekering is ook zeer veel bekend. Na zijn bekering in 386 werd hij monnik
in een geïmproviseerd huisklooster, ineens, na een gedwongen wijding tot priester, en later tot bisschop te Hippo-Regius, het tegenwoordige
Annaba in Algerije. Sint Augustinus was een bewogen herder, die begenadigd met wetenschap en wijsheid, uitzonderlijk dynamisch zijn
gelovigen ontvankelijk wilde maken voor het mysterie van de nederige Christus
en de onuitsprekelijke God.
Hoewel hij van nature zeer contemplatief
van aard was, legde hij zich met grote plichtsbetrachting toe op zijn priester-
en later bisschopsambt, waarbij hij te meer te maken kreeg met vele
verschillende mensen en alledaagse kwesties en problemen. De vele bewaarde
preken en brieven getuigen hiervan.
Over de Regel van Augustinus
Augustinus
was goed bekend met het leven in gemeenschap.
Na zijn doopsel door Ambrosius in Milaan
leerde Augustinus het monnikenleven in Italië kennen. In 388 stierf zijn moeder
Monica en Augustinus keerde naar zijn vaderstad Thagaste terug en begon daar in
zijn vaderlijk huis een kloosterleven te leiden met enkele metgezellen. Na zijn
priesterwijding in 391 kreeg hij van de
bisschop van Hippo, Valerius, een huis met tuin. In dit huis stichtte hij een klooster voor lekenbroeders.
Bisschop geworden in 396, verliet hij dit
klooster en vestigde in zijn bisschoppelijke residentie een monasterium waar
hij met zijn clerus een gemeenschappelijk leven ging leiden. Possidius, de
biograaf van Augustinus, noemt dit al "vivere secundum modus et regulam sub
sanctis apostolis constitutuam, maxime ut nemo quidquam proprium in illa
societate haberet, sed eis essent omnia communia" (Patrologia Latina,
tomus 32, col.37 . ("leven volgens de
wijze en de regel door de apostelen vastgesteld, en wel zo dat er niemand in
die gemeenschap was die iets in eigendom had, maar alles was voor hen
gemeenschappelijk")
In de Regel die Augustinus rond 397
schreef legde hij zijn ervaringen met het leven in gemeenschap van de
voorafgaande jaren vast en stelde een evenwichtige levensregel vast voor zijn
broeders met wie hij leefde.
De Regel is beknopt. Alleen de grote
essentiële beginselen van het leven in gemeenschap komen aan de orde, waarbij
Augustinus zich vooral liet inspireren door teksten uit het Nieuwe en Oude
Testament.
Bijzonder dierbaar waren voor Augustinus
de woorden uit de Handelingen van de Apostelen: "De grote groep gelovigen
was één van hart en ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn
eigendom noemde; integendeel, alles stond ter beschikking van de
gemeenschap" (Hand 4,32).
Augustinus geeft richtlijnen hoe men in
een gemeenschap in liefde tot God en de evennaasten volgens het Evangelie in
vrijheid kan leven. "De normen zijn dus geen doel op zich en vormen evenmin
een graadmeter om de eigen volmaaktheid te toetsen. Zij staan ten dienste van
de groei van ieder afzonderlijk naar een volmaakte omgang met elkaar die zich
niet beperkt tot disciplina, maar
uitmondt in concordia" (P.van
Geest, Integriteit als weg naar God,
KTU Utrecht, 2002, p.22-23). In het laatste hoofdstuk van de Regel (VIII)
schrijft Augustinus: "1. De Heer geve dat u, gegrepen door het verlangen
naar geestelijke schoonheid (Sir. 44,6), dit alles met liefde onderhoudt. Leef
zo dat u door uw leven de levenwekkende goede geur van Christus verspreidt (2
Kor. 2,15-16). Ga niet als slaven gebukt onder de wet, maar leef als vrije
mensen onder de genade (vgl. Rom. 6,14-22)."
Kenmerkend voor het gedachtegoed van
Augustinus is de bron van liefde tot God, het geloof van Gods
tegenwoordigheid in de ziel en het bewust leven in
Gods tegenwoordigheid. In alle aspecten van het leven zoals bij het gebed, het
werken en het omgaan met de naasten zien wij deze kenmerken terug.
Enkele belangrijke aspecten uit de Regel:
Eensgezindheid
Allereerst moet u eensgezind tezamen
wonen (Ps. 68/67,7), één van ziel en één van hart (Hand. 4,32) op weg naar God.
Want is dat juist niet de reden waarom u samen bent gaan leven? (R.A, I,2)
Acceptatie van onderlinge verschillen
Het gemeenschappelijke leven vereist van
de zusters de bereidheid onderlinge verschillen van elkaar te accepteren.
Nederigheid
Het monastieke leven is geen prestatie, maar het
resultaat van de genade. Niemand mag zichzelf verheffen: niet vanwege een
vroegere hogere sociale status, maar ook niet omdat men in het klooster een
betere levensstandaard kreeg dan voorheen.
Gemeenschappelijke belang
Het gemeenschappelijke belang moet boven het eigen
belang gesteld worden. Dit ideaal wordt geassocieerd met een gemeenschap van
goederen die zich uitstrekt tot alle gebieden van het leven.
Vergeving
Het gemeenschappelijk leven is onmogelijk zonder een
oprechte houding van vergeving. In Augustinus' visie is vergiffenis een
belangrijke maatstaf voor het gemeenschappelijk leven." Wie echter nooit vergiffenis wil vragen, of het niet
van harte doet (Mat. 18,35), hoort niet thuis in een klooster, ook al wordt hij
niet weggezonden" (RA, VI,2).
Broederlijke vermaning
De broederlijke vermaning wordt beschouwd als een
effectief middel om de onderlinge verhoudingen gezond te maken. Wie een
medezuster een fout ziet begaan en haar niet waarschuwt, wordt vergeleken met
een arts die behandeling weigert aan een dodelijke gewonde patiënt (Cf RA,
IV,8).
Gezag dragen: leiden en luisteren
De gezagsdragers
hebben een dubbele opdracht betreffende de gehoorzaamheid. Enerzijds moeten zij
als overste gehoorzaamheid eisen van hun ondergeschikten, anderzijds is het de
plicht van de overste in haar beslissingen te luisteren naar de stem van God en
de zusters.
Zo is volgens Sint Augustinus de Regel als een
spiegel, die de zusters de kans geeft om hun eigen leven erin te beschouwen en
aan te passen aan de heilzame geboden.
Geraadpleegde literatuur naast de reeds
in bovenstaande tekst vermelde bronnen
Frits van der Meer, Augustinus de zielzorger,
(Utrecht/Brussel 1947)