vrijdag 27 augustus 2021

Sint Augustinus en zijn Regel

Sinds 1114 volgen de Kanunniken en Kanunnikessen van het H. Graf de Regel van St. Augustinus. De Augustijnse spiritualiteit is fundamenteel voor het Kanonikale leven. De Regel is gebaseerd op de apostolische levenswijze en het voorbeeld van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem (Hand 2,42-47; 4,32-35). waaraan Augustinus zich graag  spiegelde.

Inleiding : Over Sint Augustinus
Aurelius Augustinus (Latijn: Aurelius Augustinus Hipponensis), ook wel Augustinus van Hippo genoemd, (Thagaste, 13 november 354 – Hippo, 28 augustus 430) was bisschop van Hippo, theoloog, filosoof en kerkvader.
Augustinus, was een zeer veelzijdig, geniaal persoon die leefde in de Late Oudheid in Noord Afrika, het hedendaagse Algerije. Over Sint Augustinus en zijn tijd is veel bekend. Hijzelf schreef de geschiedenis van zijn bekering, de Confessiones.
Op 25 augustus 2009 zei paus Benedictus XVI tijdens een audiëntie over de bekering van Sint Augustinus:
"De heilige Augustinus is een man die nooit oppervlakkig geleefd heeft; dorst, onrust, voortdurend zoeken naar de Waarheid is één van de grondtrekken van zijn leven; echter niet naar pseudowaarheden die niet in staat zijn duurzame vrede aan het hart te geven, doch die Waarheid die zin geeft aan het leven en die het “verblijf” is waarin het hart sereniteit en vreugde vindt. Zijn weg was, zoals wij weten, niet gemakkelijk: hij dacht de Waarheid in aanzien te vinden, in een loopbaan, in bezit, in stemmen die hem een onmiddellijk geluk beloofden; hij heeft fouten begaan, hij ging door ogenblikken van droefheid, hij heeft mislukkingen gekend, maar hij is nooit blijven stilstaan, hij heeft zich nooit tevreden gesteld met wat hem slechts een lichtstraal bood; hij wist te kijken in het diepste van zichzelf en gaf zich rekenschap, zoals hij in de Confessiones (III,6,11; X,27,38) schrijft, dat deze Waarheid, deze God die hij met al zijn krachten zocht, dichter bij hem was dan hijzelf. Hij was altijd aan zijn zijde, Hij heeft hem nooit verlaten, Hij wachtte het ogenblik af waarop Hij voorgoed in zijn leven kon binnentreden".
 
Van zijn leven na zijn bekering is ook zeer veel bekend. Na zijn bekering in 386 werd hij monnik in een geïmproviseerd huisklooster, ineens, na een gedwongen wijding tot priester, en later tot bisschop te Hippo-Regius, het tegenwoordige Annaba in Algerije. Sint Augustinus was een bewogen herder, die begenadigd met wetenschap en wijsheid, uitzonderlijk dynamisch zijn gelovigen ontvankelijk wilde maken voor het mysterie van de nederige Christus en de onuitsprekelijke God.
Hoewel hij van nature zeer contemplatief van aard was, legde hij zich met grote plichtsbetrachting toe op zijn priester- en later bisschopsambt, waarbij hij te meer te maken kreeg met vele verschillende mensen en alledaagse kwesties en problemen. De vele bewaarde preken en brieven getuigen hiervan.

Over de Regel van Augustinus
Augustinus was goed bekend met het leven in gemeenschap.
Na zijn doopsel door Ambrosius in Milaan leerde Augustinus het monnikenleven in Italië kennen. In 388 stierf zijn moeder Monica en Augustinus keerde naar zijn vaderstad Thagaste terug en begon daar in zijn vaderlijk huis een kloosterleven te leiden met enkele metgezellen. Na zijn priesterwijding in 391 kreeg  hij van de bisschop van Hippo, Valerius, een huis met tuin. In dit huis  stichtte hij een klooster voor lekenbroeders. Bisschop geworden in 396, verliet hij dit klooster en vestigde in zijn bisschoppelijke residentie een monasterium waar hij met zijn clerus een gemeenschappelijk leven ging leiden. Possidius, de biograaf van Augustinus, noemt dit al "vivere secundum modus et regulam sub sanctis apostolis constitutuam, maxime ut nemo quidquam proprium in illa societate haberet, sed eis essent omnia communia" (Patrologia Latina, tomus 32, col.37 . ("leven volgens de wijze en de regel door de apostelen vastgesteld, en wel zo dat er niemand in die gemeenschap was die iets in eigendom had, maar alles was voor hen gemeenschappelijk")
In de Regel die Augustinus rond 397 schreef legde hij zijn ervaringen met het leven in gemeenschap van de voorafgaande jaren vast en stelde een evenwichtige levensregel vast voor zijn broeders met wie hij leefde.
De Regel is beknopt. Alleen de grote essentiële beginselen van het leven in gemeenschap komen aan de orde, waarbij Augustinus zich vooral liet inspireren door teksten uit het Nieuwe en Oude Testament.
Bijzonder dierbaar waren voor Augustinus de woorden uit de Handelingen van de Apostelen: "De grote groep gelovigen was één van hart en ziel en er was niemand die iets van zijn bezittingen zijn eigendom noemde; integendeel, alles stond ter beschikking van de gemeenschap" (Hand 4,32).
Augustinus geeft richtlijnen hoe men in een gemeenschap in liefde tot God en de evennaasten volgens het Evangelie in vrijheid kan leven. "De normen zijn dus geen doel op zich en vormen evenmin een graadmeter om de eigen volmaaktheid te toetsen. Zij staan ten dienste van de groei van ieder afzonderlijk naar een volmaakte omgang met elkaar die zich niet beperkt tot disciplina, maar uitmondt in concordia" (P.van Geest, Integriteit als weg naar God, KTU Utrecht, 2002, p.22-23). In het laatste hoofdstuk van de Regel (VIII) schrijft Augustinus: "1. De Heer geve dat u, gegrepen door het verlangen naar geestelijke schoonheid (Sir. 44,6), dit alles met liefde onderhoudt. Leef zo dat u door uw leven de levenwekkende goede geur van Christus verspreidt (2 Kor. 2,15-16). Ga niet als slaven gebukt onder de wet, maar leef als vrije mensen onder de genade (vgl. Rom. 6,14-22)."
Kenmerkend voor het gedachtegoed van Augustinus is de bron van liefde tot God, het geloof van Gods tegenwoordigheid in de ziel en het bewust leven in Gods tegenwoordigheid. In alle aspecten van het leven zoals bij het gebed, het werken en het omgaan met de naasten zien wij deze kenmerken terug.
Enkele belangrijke aspecten uit de Regel:

Eensgezindheid
Allereerst moet u eensgezind tezamen wonen (Ps. 68/67,7), één van ziel en één van hart (Hand. 4,32) op weg naar God. Want is dat juist niet de reden waarom u samen bent gaan leven? (R.A, I,2)

Acceptatie van onderlinge verschillen
Het gemeenschappelijke leven vereist van de zusters de bereidheid onderlinge verschillen van elkaar te accepteren.

Nederigheid
Het monastieke leven is geen prestatie, maar het resultaat van de genade. Niemand mag zichzelf verheffen: niet vanwege een vroegere hogere sociale status, maar ook niet omdat men in het klooster een betere levensstandaard kreeg dan voorheen.

Gemeenschappelijke belang
Het gemeenschappelijke belang moet boven het eigen belang gesteld worden. Dit ideaal wordt geassocieerd met een gemeenschap van goederen die zich uitstrekt tot alle gebieden van het leven.

Vergeving
Het gemeenschappelijk leven is onmogelijk zonder een oprechte houding van vergeving. In Augustinus' visie is vergiffenis een belangrijke maatstaf voor het gemeenschappelijk leven." Wie echter nooit vergiffenis wil vragen, of het niet van harte doet (Mat. 18,35), hoort niet thuis in een klooster, ook al wordt hij niet weggezonden" (RA, VI,2).

Broederlijke vermaning
De broederlijke vermaning wordt beschouwd als een effectief middel om de onderlinge verhoudingen gezond te maken. Wie een medezuster een fout ziet begaan en haar niet waarschuwt, wordt vergeleken met een arts die behandeling weigert aan een dodelijke gewonde patiënt (Cf RA, IV,8).

Gezag dragen: leiden en luisteren
De gezagsdragers hebben een dubbele opdracht betreffende de gehoorzaamheid. Enerzijds moeten zij als overste gehoorzaamheid eisen van hun ondergeschikten, anderzijds is het de plicht van de overste in haar beslissingen te luisteren naar de stem van God en de zusters.
Zo is volgens Sint Augustinus de Regel als een spiegel, die de zusters de kans geeft om hun eigen leven erin te beschouwen en aan te passen aan de heilzame geboden.

Geraadpleegde literatuur naast de reeds in bovenstaande tekst vermelde bronnen
Frits van der Meer, Augustinus de zielzorger, (Utrecht/Brussel 1947)