donderdag 30 september 2021
Wat is bidden?
H. Teresia van Lisieux van het kind Jezus
1 oktober H. Teresia van het kind Jezus. "Een moderne Hieronymus, dochter van Abraham, een en al oor voor Gods Woord".
Vandaag de gedachtenis van de H. Teresia van het kind Jezus. Uit het Missaal lezen we het volgende: Thérèse Martin werd in 1873 te Alencon in Frankrijk geboren. Op zeer jonge leeftijd trad zij in het klooster van de Karmelitessen te Lisieux. Evangelische eenvoud en godsvertrouwen kenmerkten haar persoon. Zij bood God haar leven aan voor het geestelijk welzijn van de mensheid en voor de uitbreiding van de Kerk. Zij stierf op 30 september 1897.
Wat een gelukkig samenvallen deze week van zondagse evangelieteksten en gedachtenissen van heiligen. In dit C-jaar hoorden we zondag in de evangelielezing Abraham tegen de rijke man zonder naam zeggen: “Ze hebben Abraham en de Profeten, laten ze naar hen luisteren!” (Lucas 16 vers 29). Gisteren herdachten we de H. Hieronymus, bij uitstek een bijbelman, wiens drank en voedsel het was om van dag tot dag te denken, te voelen en te leven vanuit de H. Schrift. Welnu, Teresia mogen we met recht en reden een bijbelvrouw noemen. Als we haar ontdoen van alle negentiende-eeuwse vernis waardoor zij een lieftallig meisje is geworden met een onvolwassen vroomheidsideaal, ontdekken we een jonge meid die zich heel bewust was van haar roeping tot God, en zich met hart en ziel, met huid en haar overleverde aan de goddelijke Liefde. Vanaf haar zestiende tot aan haar dood toen ze slechts 24 jaar oud was, heeft zij op haar weg – die zij zelf haar kleine weg noemde - een grote spirituele diepgang bereikt, maar tegelijk de donkere nacht van de God-verlatenheid moeten ervaren. Groeiend van klein kind dat nog melk nodig heeft ging zij over naar het vaste voedsel van de volwassenen: de H. Schrift (Hebreeën 5, 13-14). In haar “L’Histoire d’une Ame” laat zij zien hoe de woorden van de bijbel haar leidraad waren geworden. Worstelend met God, zoals eens Jakob met de Onbekende in het boek Genesis (32, 25-33), putte zij troost uit psalm 144 vers 1: “Geprezen zij de HEER, mijn rots, die mijn handen oefent voor de strijd, die mijn vingers schoolt voor het gevecht”. God , zo ervoer zij, gaf haar zelf de vaardigheid om weliswaar met pijn maar toch ongeschonden uit het geloofsgevecht te voorschijn te komen. En toen haar lichamelijke krachten afnamen en moedeloosheid en aanvechtingen van ongeloof haar bedreigden, putte zij kracht uit het lied van Mozes (Genesis 32, 11-12): “Zoals een arend over haar jongen waakt en voortdurend erboven blijft zweven, zijn vleugels uitspreidt en zijn jongen daarop draagt, zo heeft de HEER zijn volk geleid”. Hoe door en door bijbels heeft zij zich deze uitspraak eigen gemaakt! We schuilen niet alleen onder Gods vleugels als we bang zijn; we worden ook op zijn wieken gedragen als we dreigen te vallen. Wanneer ravijnen en diepe kuilen zich voor ons openen, is HIJ er om ons erover heen te dragen. Teresia heeft haar geloofsleven nooit willen los zien van de kerk. Zij besefte heel diep, lidmaat te zijn van het lichaam van Christus zoals de apostel Paulus ons dat uiteenzet (1 Korintiërs hoofdstuk 12). Behalve het hoofd moet er ook een brandend hart zijn, legt zij uit, en dat is een hart dat brandt van liefde (1 Korintiërs hoofdstuk 13). Door van liefde verteerd te worden wil zij alles voor allen zijn: profeet, leraar, verkondiger, apostel, martelaar, oog en oor, hand en voet. Haar kleine weg heeft niets pietepeuterigs, maar is zo groots en zo ruim als Wet, Profeten en Geschriften maar kunnen zijn. “Aan alles, hoe volmaakt ook, zag ik een einde, maar uw gebod is grenzeloos ruim” (psalm 119,96).
Een moderne Hieronymus, dochter van Abraham, een en al oor voor Gods Woord.
Alfons Jaakke pr.
Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Die 1 octobris S. TERESIÆ A IESU INFANTE, VIRGINIS H. Theresia van het Kind Jezus In corde Ecclesiæ ego amor ero. In het hart van de Kerk.
Exclusief voor kinderen 1 oktober H. Theresia van Lisieux Leer ons, net als de heilige Theresia om gewoon goed te zijn.
Wanneer de kleine Theresia vier jaar is geworden gaat haar moeder naar de hemel. Dat vindt Theresia natuurlijk heel erg. Ze gaat zich een beetje in zichzelf opsluiten. Ze praat niet veel met anderen. Maar ze verlangt er wel heel erg naar, dat andere mensen van haar houden. Ze moet als meisje twee jaar thuis blijven, omdat ze koorts heeft en erge hoofdpijn. Op een dag is het weer heel goed met Theresia. Ze zegt dat Maria haar heeft beter gemaakt. Intussen zijn vier van haar zusjes naar het klooster gegaan. Het is een heel streng klooster. Het zijn de karmelietessen. Theresia wil daar ook naar toe. Maar dat zal wel niet gaan. Om zo streng te leven, moet je sterk zijn. Want de zusters staan altijd heel vroeg op, en ook ’s nachts komen ze naar de kapel om te bidden. Overdag moeten ze hard werken. En heel vaak vasten de zusters. Dat betekent, dat ze maar weinig eten. Zo’n leven zal Theresia nooit kunnen volhouden. Bovendien, ze is pas vijftien.
Theresia mag toch naar het klooster. Nu moet je eens goed nadenken. Een meisje dat de jongste is, die bovendien nog altijd ziek is. Wat zou daarmee gebeuren? Natuurlijk, die wordt heel erg verwend. Die is ook gewend om altijd haar zin te krijgen. En zo’n meisje gaat nu naar het klooster. Daar moet ze heel gewoon luisteren naar de moeder overste. Daar krijgt ze niet altijd haar zin. Wat denk je, zal dat voor Theresia gemakkelijk geweest zijn?
Maar Theresia houdt heel veel van Jezus. En daarom wil ze helemaal van Hem zijn. Dus gaat ze in het klooster. Ze moet soms heel erg tegen zichzelf vechten. Als ze het heel moeilijk heeft, wil ze graag naar moeder overste lopen om te gaan klagen en om getroost te worden. Toch gaat ze vaak niet verder dan de deur van de kamer van de overste. Ze gaat niet naar binnen. Ze wil met Jezus samen vechten tegen haar verwend-zijn. Om daar goed tegen te kunnen vechten, gaat Theresia haar best doen, om de gewone dingen heel goed te doen. Ze wil niet opvallen. Gewoon de dingen doen, die een zuster doet, maar dan wel heel goed. Ze wil zo helemaal van Jezus worden en niet altijd aan zichzelf denken.
Toen heeft ze iets heel dappers tegen Jezus gezegd: “Jezus, mag ik een balletje in Uw handen zijn. Wanneer U wilt, dan mag U met me spelen. Maar U mag me ook in de hoek laten liggen en helemaal niet met me spelen. Dan zal ik geduldig wachten, totdat U Uw kleine balletje weer opraapt.”
Begrijp je wat Theresia daar zegt? Ze wil dat Jezus helemaal de baas van haar wordt. Als Jezus haar wil laten merken dat Hij van haar houdt, dan zal ze daar heel blij mee zijn. Maar als ze niets van Jezus merkt, dan zal ze niet mopperen. Zo heeft het verwende meisje gevochten tegen haar eigen willetje. Jezus stelt haar dan op de proef. Theresia moet naar een zuster luisteren die heel streng tegen haar is, en die wel eens verkeerd over Theresia denkt. Dat doet Theresia natuurlijk veel pijn. Maar ze is lief gebleven en heeft al die offertjes aan Jezus gegeven. Wanneer ze nog maar vierentwintig jaar oud is, komt Jezus haar halen.
En al heel vlug na haar dood heeft de paus van Rome gezegd, dat ze een heilige is. In Lisieux kun je het klooster nog zien, waar Theresia heeft geleefd. Daar ligt haar lichaam in een wassen beeld in de kerk.
Theresia is de patrones van de missie. We vieren haar feest op 1 oktober.
Grote Vader in de hemel, wij zijn ook maar klein en gewoon. Leer ons, net als de heilige Theresia om gewoon goed te zijn. Laat ons de kleine dingen van elke dag zo goed mogelijk doen. Dan zullen we ook bij U in de hemel mogen komen. Amen.
1 oktober H. THERESIA VAN LISIEUX, kloosterlinge en kerklerares
Divini amoris scientia) De H. Theresia van het Kind Jezus en van het Heilig Gelaat wordt tot kerklerares uitgeroepen (19 oktober 1997) bij die van Patrones van de Missies, die Pius XI haar in 1939 had verleend. Mijn veelgeliefde voorganger noemde haar “specialiste in de ‘scientia amoris’ (H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Een nieuw millennium, Novo millennio ineunte (6 jan 2001), 42.
de Geest van Liefde ontvlamt mij met Zijn vuur,
door U te beminnen trek ik de Vader aan” (P 17/2) 7
Credo quod Redemptor meus vivit - Gedachtenisoctaaf Allerzielen met toelichting
Op de heen- en terugweg worden psalmen gezongen en bij de graven een respons met afsluitend gebed.
Vandaag wordt als zijn vroeg Credo het getuigenis van “de rechtvaardige man Job” bezongen, waarin hij zijn geloof in de levende Verlosser uitspreekt alsook de rotsvaste geloofszekerheid zelf eens te zullen verrijzen en met eigen lichaam, met eigen ogen – ik en geen ander – zijn Redder te zullen zien. Zoals Christus overging van het lijden, de dood en de nacht in het graf tot de eeuwige vreugde, tot de verrijzenis en het eeuwige leven, zo verwoordt Job de paasjubel die hem ten deel zal vallen en mag op hem worden toegepast: “Gij hebt mijn gejammer in een reidans veranderd, mijn rouwkleed verscheurd, met vreugde mij omgord!” (Ps 29[30],12)
Credo quod Redemptor meus vivit,
et in novissimo die de terra surrecturus sum;
et in carne mea videbo Deum Salvatorem meum.
V. Quem visurus sum : ego ipse, et non alius,
et oculi mei conspecturi sunt.
Job 19,25.26 V. 27
Ik geloof dat mijn Verlosser leeft,
en op de jongste dag zal ik uit de aarde verrijzen;
vanuit mijn vlees zal ik God mijn Verlosser aanschouwen.
V. Hem zal ik zien, ik en geen ander,
en mijn ogen zullen Hem aanschouwen.
Afgesloten wordt met het volgende gebed:
God, Gij zijt de glorie van het die in U geloven en het leven van hen die U trouw zijn.
Door de Dood en de Verrijzenis van Uw Zoon hebt Gij ons verlost. Wees uw overleden dienaressen genadig, opdat zij die het mysterie van de Verrijzenis hebben beleden de vreugde ontvangen van de eeuwige gelukzaligheid.
woensdag 29 september 2021
St. Jerome - short movie
Benedictus XVI over H. Hiëronymus "het Woord van God in de Heilige Schrift leren lief te hebben"
Pope Francis' Apostolic Letter on Sacred Scripture and St. Jerome - "Scripturae Sacrae Affectus" - "an ever deeper understanding of the Christian mystery." FULL TEXT
In this regard, I often think of the experience a young person can have today entering a bookshop in his or her city, or visiting an Internet site, to look for the section on religious books. In most cases, this section, when it exists, is not only marginal but poorly stocked with works of substance. Looking at those bookshelves or webpages, it is difficult for a young person to understand how the quest of religious truth can be a passionate adventure that unites heart and mind; how the thirst for God has inflamed great minds throughout the centuries up to the present time; how growth in the spiritual life has influenced theologians and philosophers, artists and poets, historians and scientists. One of the problems we face today, not only in religion, is illiteracy: the hermeneutic skills that make us credible interpreters and translators of our own cultural tradition are in short supply. I would like to pose a challenge to young people in particular: begin exploring your heritage. Christianity makes you heirs of an unsurpassed cultural patrimony of which you must take ownership. Be passionate about this history which is yours. Dare to fix your gaze on the young Jerome who, like the merchant in Jesus’ parable, sold all that he had in order to buy the “pearl of great price” (Mt 13:46).
volledige tekst van dit prachtige document
1600e verjaardag van de dood van de H. Hieronymus - "The God who speaks"
Scripture is at the centre of everything the Church does. The word of God shapes our prayer and worship.
The Bible shows us how to understand the world, how we are called to live and relate to each other.‘Everyone should carry a small Bible or pocket edition of the Gospels and should find at least a few minutes every day to read the word of God.’ (Pope Francis, 2014)
2020 is the 10th anniversary of Verbum Domini – Pope Benedict XVI’s Apostolic Exhortation on ‘The Word of the Lord’ and
the 1,600 anniversary of St Jerome’s death.
These dates have inspired the Catholic Bishops’ Conference of England & Wales, in partnership with Bible Society, to launch this exciting initiative ‘The God who Speaks’.
Saint Jerome recalls that we can never read Scripture simply on our own. We come up against too many closed doors and we slip too easily into error. The Bible was written by the People of God for the People of God, under the inspiration of the Holy Spirit. Only in this communion with the People of God can we truly enter as a “we” into the heart of the truth that God himself wishes to convey to us.[89] Jerome, for whom “ignorance of the Scriptures is ignorance of Christ”,[90] states that the ecclesial dimension of biblical interpretation is not a requirement imposed from without: the Book is the very voice of the pilgrim People of God, and only within the faith of this People are we, so to speak, attuned to understand sacred Scripture. An authentic interpretation of the Bible must always be in harmony with the faith of the Catholic Church. He thus wrote to a priest: “Remain firmly attached to the traditional doctrine that you have been taught, so that you may exhort according to sound doctrine and confound those who contradict it”. Verbum |Domini [91]
zie voor nog veel meer informatie de website voor dit jubileumjaar van de bisschoppenconferentie van Engeland en Wales
30 september: de heilige Hieronymus
Lectio divina 30 september H. Hieronymus - De heilige Schrift niet kennen, is Christus niet kennen.
De heilige Schrift niet kennen, is Christus niet kennen.
Ik geef wat ik schuldig ben, gehoorzaam aan de voorschriften van Christus, die zegt: ‘Onderzoekt de Schriften’ (Joh. 5, 39), en: ‘Zoekt en gij zult vinden’ (Mt. 7, 7) om niet het andere woord te horen: ‘Gij vergist u, omdat gij noch de Schrift noch Gods macht kent’ (Mt. 22, 29). Want als Christus volgens de apostel Paulus ‘Gods kracht en Gods wijsheid’ (1 Kor. 1, 24) is, zal ook hij die de heilige Schrift niet kent, Gods kracht en Gods wijsheid niet kennen. De heilige Schrift niet kennen, is Christus niet kennen.
Daarom zal ik de huisvader navolgen die uit zijn schat nieuw en oud te voorschijn haalt (vgl. Mt. 13, 52); en ook de bruid die in het Hooglied zegt: ‘Jonge vruchten en oude: ik spaarde ze voor u, mijn beminde’ (Hoogl. 7, 14). En zo ga ik Jesaja uitleggen om hem niet alleen als profeet, maar ook als evangelist en apostel voor te stellen. Want hij zegt over zichzelf en de overige evangelisten: ‘Hoe welkom zijn de voeten van de vreugdeboden die de vrede komen melden en het goede nieuws brengen’ (Jes. 52, 7). En tot hem spreekt God als tot een apostel: ‘Wie zal Ik zenden en wie zal gaan in onze Naam?’ En hij antwoordde: ‘Hier ben ik, zend mij’ (Jes. 6, 8).
Men mene niet dat ik de onderwerpen van dit boek kort wil samenvatten, omdat dit gedeelte van de heilige Schrift alle mysteries van de Heer bevat. Hij wordt verkondigd als de Emmanuël, geboren uit de Maagd, als bewerker van schitterende daden en tekenen, als gestorven en begraven en verrezen uit de doden en als de Verlosser van alle volken. Wat zou ik hier gaan spreken over menselijke wetenschappen? Immers, al wat er in de heilige Schrift aan heiligs staat opgetekend, al wat de menselijke taal kan voortbrengen en wat het verstand kan bevatten, ligt in dit boek van de profeet opgesloten. Over de mysteries erin getuigt de schrijver zelf: ‘Elk visioen is voor u als de tekst van een verzegeld boek: geeft men het aan iemand die kan lezen met het verzoek: lees dit eens, dan zal hij zeggen: dat kan ik niet, het is verzegeld. Geeft men het aan iemand die niet kan lezen, met het verzoek: lees dit eens, dan zegt hij: ik kan niet lezen’ (Jes. 29, 11-12).
Als dit iemand niet veel zegt, laat hij dan eens luisteren naar dit andere woord van de apostel Paulus: ‘Wat de profeten betreft: twee of drie mogen het woord voeren en de overigen moeten het beoordelen. Wanneer een ander, die nog gezeten is, een openbaring krijgt, moet de eerste zwijgen’ (1 Kor. 14, 29 -30). Maar hoe kunnen zij zwijgen, daar het in de macht van de Geest ligt, die door de profeten spreekt, om ofwel te zwijgen ofwel te spreken? Want als zij begrepen wat zij zeiden, is alles vol wijsheid en verstand. Er kwam ook geen luchtstroom, door de stem bewogen, tot hun oren. Maar God sprak in de geest van zijn profeten, volgens hetgeen een andere profeet zegt: ‘De engel die in mij sprak’ (Zach. 1, 9), en: ‘Hij heeft de Geest van zijn Zoon in ons hart gezonden die roept: Abba, Vader!’ (Gal. 4, 6), en: ‘Ik zal luisteren naar hetgeen de Heer God in mij spreekt’ (Ps. 85 (84), 9 - LXX).
30 september Gedachtenis van de H. Hiëronymus "Een voorbeeld van “amor Verbi Dei” = de liefde voor het Woord van God".
De inleiding van het missaal vertelt ons dat hij omstreeks het jaar 340 werd geboren in Dalmatië, het tegenwoordige Kroatië. Hij ging in Rome studeren en werd er ook gedoopt. Hij ging terug naar het Midden-Oosten om er als kluizenaar te leven. Eenmaal priester gewijd ging hij terug naar Rome en werd secretaris van paus Damasus die hem verzocht de heilige Schrift in het Latijn te vertalen, en reeds bestaande Latijnse weergave te verbeteren en te stroomlijnen. Deze vertaling staat bekend als de Vulgata – dat betekent: de onder het volk verspreide – en wordt tot op de dag van vandaag nog steeds, zij het in gecorrigeerde vorm, in onze Kerk uitgegeven, gelezen en voorgelezen in de liturgie. Hierna bracht hij de rest van zijn leven door in Bethlehem. Daar maakte hij zich op nog andere wijze voor de Kerk bijzonder verdienstelijk, namelijk door zijn vele theologische werken en bijbelcommentaren. Hij stierf in het jaar 420.
Voor mij als jonge theologant en monnik was hij een voorbeeld van “amor Verbi Dei” = de liefde voor het Woord van God. In de hymne van de lauden vielen mij de woorden op “scrutanda studuit”, in navolging van Jezus’woorden: “Scrutamini Scripturas” Johannes 5,39. Al onderzoekend, al navorsend bestudeerde hij de heilige teksten. Je zou kunnen zeggen: hij pluisde ze na, hij kroop erdoor heen om zo de verborgen schatten van de bijbel bloot te leggen. Je zou hem kunnen vergelijken met een mijnwerker, met een grondonderzoeker die schachten graaft om kostbare ertsen en metalen naar boven te halen. Ik legde dan ook meteen verband met de lectio brevis van deze ochtend, genomen uit Jeremia 15 vers 16: “Telkens als ik uw woorden hoorde, nam ik ze als voedsel tot mij. Uw woorden gaven mij een diepe vreugde”. Het symbolische opeten en verwerken van Gods woorden komen nog plastischer terug in die andere grote profeet van de ballingschap, namelijk Ezechiël die getuigt: “De stem zei tegen mij: Mensenkind, eet op wat je wordt voorgehouden, eet deze rol op en ga naar de Israëlieten om te profeteren. Ik opende mijn mond en kreeg de boekrol te eten, en de stem zei: Mensenkind, vul je maag en je buik met deze rol die ik je geef. Ik at de rol op, hij was zo zoet als honing” Ezechiël 3, 1-3. En via Jeremia en Ezechiël kom ik tot het boek Openbaring waar Johannes ons vertelt: “Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen mij: Haal de geopende boekrol die de engel in zijn hand heeft. Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte mij het aan en zei: Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing. Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag” Openbaring 10, 8-10.
Wanneer we van tijd tot tijd psalm 19 bidden en ook psalm 119, dan horen we de volgende teksten in onze oren klinken: “Uw woorden zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat (19,11). En ook: “Goed voor mij is de wet uit uw mond, beter dan een schat aan goud en zilver”. En nog: “Hoe zoet zijn uw woorden voor mijn gehemelte, zoeter dan honing voor mijn mond” psalm 119 vers 72 en 103. De woorden van de Schrift moeten gekauwd, vermalen en doorgeslikt worden. Ze moeten door heel ons lijf gaan om verwerkt te worden en om de sensaties op te doen van zoet en zuur, van versterkend en troostend ,van heerlijk en soms ook bitter. Omstanders zeiden van Jezus’ uitspraken: “Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?” Maar Simon Petrus zei: “U spreekt woorden die eeuwig leven geven” Johannes 6 vers 60 en 68. Daarom wil ik besluiten met die lapidaire uitspraak van Hiëronymus uit de lectio altera van hedenochtend: “Ignoratio Scripturarum ignoratio Christi est”, wat betekent: het niet kennen van de Schriften staat gelijk met het niet kennen van Christus”. Voor ons nu een aansporing om de woorden van de Schrift dagelijks in te drinken, ze te maken tot ons “voedsel uit de hemel”. Amen.
Alfons Jaakke pr.
Herdenking sterfdag Jan van Abroek met lied geschreven door zr. M. Reinhilde
Vanaf 1467 had Jan van Abroek op de kerkberg van Sint Odilienberg een klooster voor kanunniken van de H.Graforde opgericht en bewerkte van hieruit een korte maar krachtige bloei van deze orde door het stichten en stimuleren van een groot aantal huizen.
Hulde aan Jan van Abroek
Melodie: L’Ange et l’âme
Eerste professie Jan van Abroek |
dinsdag 28 september 2021
29 September Saints Michael, Gabriel and Raphael, Archangels
The Messiah and his forerunner
Truly I say to you, you will see heaven opened, and God’s angels ascending and descending upon the Son of Man.
Blessed be the Lord, the God of Israel,
for he has come to his people and brought about their redemption.
He has raised up the sign of salvation
in the house of his servant David,
as he promised through the mouth of the holy ones,
his prophets through the ages:
to rescue us from our enemies
and all who hate us,
to take pity on our fathers,
to remember his holy covenant
and the oath he swore to Abraham our father,
that he would give himself to us,
that we could serve him without fear
– freed from the hands of our enemies –
in uprightness and holiness before him,
for all of our days.
And you, child, will be called the prophet of the Most High:
for you will go before the face of the Lord to prepare his path,
to let his people know their salvation,
so that their sins may be forgiven.
Through the bottomless mercy of our God,
one born on high will visit us
to give light to those who walk in darkness,
who live in the shadow of death;
to lead our feet in the path of peace.
Glory be to the Father and to the Son
and to the Holy Spirit,
as it was in the beginning,
is now, and ever shall be,
world without end.
Amen.
Truly I say to you, you will see heaven opened, and God’s angels ascending and descending upon the Son of Man.
Liturgia Horarum 29 september HH. Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsengelen
Het woord ‘engelen’ duidt op hun taak, niet op hun aard.
Het zij u bekend dat het woord ‘engelen’ duidt op hun taak, niet op hun aard. Want die heilige geesten van het hemels vaderland zijn wel altijd ‘geesten’, maar kunnen niet altijd ‘engelen’ genoemd worden. Zij zijn dan alleen ‘engelen’ - dat wil zeggen: ‘boden’ - wanneer zij met een boodschap belast zijn. Zij die minder belangrijke boodschappen overbrengen, worden ‘engelen’ genoemd, maar zij die met hoogst belangrijke boodschappen belast zijn, heten ‘aartsengelen’.
Vandaar dat niet een gewone engel, maar de aartsengel Gabriël naar de maagd Maria gezonden werd. Want voor deze dienst kon alleen een engel van de hoogste rang in aanmerking komen, omdat hij de meest verhevene van alle boodschappen moest overbrengen.
Bovendien hebben sommmige aartsengelen ook een eigen naam om hierdoor aan te duiden wat zij vermogen als zij handelend optreden. Niet in de heilige stad waar het aanschouwen van de almachtige God een volmaakte kennis verleent, dragen deze aartsengelen elk een eigen naam alsof zij anders niet herkenbaar zouden zijn, maar wanneer zij tot ons komen voor het uitvoeren van een opdracht, dragen zij bij ons een aparte naam die ontleend is aan deze opdracht. Zo betekent Michaël: ‘Wie is als God?’; Gabriël: ‘Kracht van God’; Rafaël: ‘God geneest’.
Iedere keer als het om iets wonderbaars gaat, is er sprake van de zending van Michaël. Bijgevolg wordt door dit optreden en door deze naam te kennen gegeven dat niemand kan doen wat alleen God vermag. De oude vijand die in zijn hoogmoed aan God gelijk wilde zijn, sprak: ‘Ik klim naar de hemel, hoog boven de sterren plaats ik mijn troon en word aan de Allerhoogste gelijk’ (Jes. 14, 13v). Maar bij het einde van de wereld, wanneer hij met al zijn kracht zal worden overgelaten aan de laatste straf om geheel en al ten onder te gaan, zal hij met de aartsengel Michaël moeten strijden, zoals Johannes zegt: toen brak er een oorlog uit tegen de aartsengel Michaël (vgl. Apok. 12, 7).
Gabriël, die ‘Kracht van God’ wordt genoemd, wordt naar Maria gezonden. Hij kwam namelijk Hem aankondigen die nederig wilde verschijnen om tegen de boze geesten in de hemelen te strijden. Hij die komen zou als de Heer, de sterke, de machtige, de held in de strijd, moest dus door de ‘Kracht van God’ aangekondigd worden.
Rafaël tenslotte wordt, zoals gezegd, vertaald met ‘God geneest’. Immers, als een geneesheer raakte hij de ogen van Tobit aan en verdreef de duisternis van zijn blindheid. Hij die gezonden wordt om te genezen, mag dus terecht de naam ‘God geneest’ dragen.
29 september - HH. Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsengelen
In de heilige Schrift worden met deze drie namen engelen aangeduid die door God belast werden met een bijzondere opdracht met betrekking tot het heil van de mensen. In het christelijk spraakgebruik worden zij daarom van oudsher ‘aartsengelen’ genoemd .Eeuwenlang werd op 29 september de inwijding herdacht van de basiliek van de heilige Michaël aan de Via Salaria buiten Rome. In deze viering heeft men vaak ook de andere engelen opgenomen.
God, wonderbaar is uw voorzienigheid: engelen en mensen hebt Gij tot uw dienst geroepen. Wij vragen dat zij die bij U in de heerlijkheid aanwezig zijn en U dienen als de Allerhoogste, bij ons de boden van uw vreugde zijn, de bewaarders van uw vrede.
29 september Heilige Michaël, Gabriël en Rafaël, aartsengelen
Exclusief voor kinderen: Aartsengel Michaël
Veel kinderen willen meer weten over Jezus en hoe Jezus mensen inspireert het beste in zichzelf naar boven te brengen... naar Gods bedoeling. Dan wordt het leven anders, voor jezelf, voor iedereen met wie je omgaat, want alles komt in het volle Licht te staan, dat Jezus is. Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Vandaag een verhaal over de H. Aartsengel Michael met veel dank aan Pastoor Dohmen!
Je hebt misschien thuis een kinderbijbel. Daar lees je vast vaak in. Mooi zijn die verhalen, vind je ook niet? Heb je die nog niet, vraag er dan een voor je verjaardag. Onder deze link vind je een aantal suggesties, afhankelijk van je leeftijd. We weten dat veel kinderen hoger dan hun leeftijd willen lezen, dat deze we zelf ook, bespreek dat toch eerst met je ouders.
Als je in de bijbel leest, dan kom je daar ook heel vaak engelen in tegen. Een engel gaat aan de herders vertellen, dat Jezus is geboren. Een engel waarschuwt de Drie Koningen dat ze niet naar Herodes terug moeten gaan. En zo kun je in de hele bijbel gebeurtenissen tegenkomen, waarin engelen voorkomen. Soms brengen ze mensen een goede boodschap van God. Soms helpen ze de mensen bij een gevaarlijke reis, soms komen ze ook een straf van God aan de mensen brengen. We zullen nog wel vaker over engelen aan jullie vertellen. Maar nu willen we het over één engel hebben. Dat is de heilige Michaël. Dat is niet zomaar een engel. Dat is een aartsengel. Zoals je bij soldaten allerlei rangen hebt, zo heb je dat ook bij de engelen. Je hebt gewone soldaten, je hebt een korporaal, een luitenant en een generaal.
Bij engelen heet dat natuurlijk anders. Dat leer je later nog wel eens. Michaël is een aartsengel. Die zou je kunnen vergelijken met een generaal. Dat is dus heel hoog. Een heel voorname engel.
Michaël doet ook heel voornaam werk. Hij is altijd heel dicht bij God. Dat heeft hij ook wel verdiend. Luister maar eens wat er op een keer in de hemel is gebeurd.
De engelen zijn heel gelukkig. Ze mogen altijd bij God zijn. Dat is het fijnste wat er bestaat. Maar toch is er een engel die zich niet zo gelukkig voelt. Hij is ontevreden. Natuurlijk is het wel fijn om bij God te zijn. Maar het zou natuurlijk nog fijner zijn, als hij zelf aan God gelijk was. Zo denkt die engel.
Hij gaat er met een andere engel over praten. Die wil van deze woorden niets horen. Stel je voor, een engel kan toch niet aan God gelijk zijn. De andere engel gaat maar weer eens verder. Hij praat met een derde engel. Die vindt het wel leuk. En zo ontstaan er in de hemel twee groepen engelen. Engelen die heel gelukkig zijn en niets liever doen dan God te dienen. En engelen die heel ontevreden zijn. Ze willen niet dienen. Ze willen dat anderen hen dienen. Deze engelen komen in opstand. Maar dan komt Michaël eraan. Hij heeft heel veel engelen bij zich. En Michaël gaat strijden tegen de opstandige engelen. Samen met de andere goede engelen gooit hij deze slechte engelen de hemel uit. Die slechte engelen heten nu niet meer engel. Ze heten nu duivel of satan.
Weet je wat nu het erge is? De duivels zijn heel kwaad op Michaël en natuurlijk ook op God. Daarom willen ze God en de goede engelen zoveel mogelijk pesten. Weet je hoe ze dat doen? Door de mensen bij God weg te halen. De duivels stoken de mensen op om slechte dingen te doen, en dan kunnen ze niet meer bij God komen. Dat vindt God natuurlijk erg. En daarom doen de duivels dat juist. Maar nu hoef je niet te schrikken. Want de heilige Michaël is er ook nog. Die blijft tegen de duivels vechten. Ook nu, als de duivels jou iets willen wijsmaken en je van God aftrekken.
Daarom kun je het beste elke dag aan deze grote engel vragen, dat hij je helpt om geen kwaad te doen. De grote mensen hebben daar een heel mooi gebed voor. Ik laat je er dadelijk een paar zinnen uit horen.
We vieren het feest van de heilige aartsengel Michaël op 29 september.
Heilige aartsengel Michaël, verdedig ons in de strijd; wees onze bescherming tegen de boosheid en de listen van de duivel. Drijf satan en alle andere boze engelen in de hel terug. Amen.