maandag 2 augustus 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XVIII per annum feria III Nova creatio.De nieuwe schepping.



 Lectio altera

Ex Epístola Bárnabæ nuncupáta
(Cap. 5, 1-8; 6, 11-16: Funk 1, 13-15. 19-21)

Tweede lezing
Uit de zogenaamde ‘Barnabas-brief’
(Cap. 5, 1-8; 6, 11-16: Funk 1, 13-15. 19-21)

De nieuwe schepping

Want daarom heeft de Heer het verduurd zijn vlees aan de verbrijzeling prijs te geven, opdat wij geheiligd zouden worden door de vergeving der zonden, die gelegen is in de besprenkeling van zijn bloed. Want wat er over Hem geschreven staat is zowel voor Israël als voor ons bestemd. De Schrift zegt toch: Hij werd gewond om onze misdaden en om onze zonden werd Hij gebroken, door zijn striemen zijn wij genezen. Als een schaap wordt Hij naar de slachtbank geleid en Hij is als een lam dat verstomt voor zijn scheerders. Ten zeerste moeten wij dan de Heer danken, omdat Hij ons het verleden toonde, ons over het tegenwoordige onderrichtte en wij over het toekomstige niet zonder inzicht zouden zijn. Want de Schrift zegt: Niet ten onrechte worden netten gespannen voor de vogels.  Dat wil zeggen, dat de mens terecht verloren gaat als hij met kennis van de weg der gerechtigheid zich toch naar de weg van de duisternis keert.

En ook dit nog mijn broeders: als de Heer het op Zich nam te lijden voor ons zieleheil, hoewel Hij de Heer is van heel de wereld tot wie God bij de grondvesting van de wereld sprak: Laat ons de mens maken naar ons beeld en gelijkenis, hoe heeft Hij dan geduld om door mensenhanden te lijden? Leert hieruit. De profeten die van Hem hun gave ontvingen, hebben over Hem geprofeteerd. Maar omdat Hij in het vlees moest verschijnen om de dood te vernietigen en om zijn verrijzenis uit de doden te tonen, heeft Hij dat verduurd, opdat Hij de beloften aan de vaderen zou vervullen en opdat Hij, terwijl Hij zelf op aarde zich een nieuw volk bereidde, zou aantonen, dat Hij zou oordelen nadat Hij zijn opstanding zou hebben gewrocht. Verder onderrichtte Hij Israël en verrichtte Hij zulke grote wonderen en tekenen, niet omdat zij Hem toejuichten en beminden.

Toen Hij ons nu vernieuwde door de vergeving der zonden, maakte Hij ons tot een ander soort mensen met een ziel, gelijk als van kinderen, aangezien Hij ons had omgevormd. Want over ons zegt de Schrift, als de Vader tot de Zoon spreekt: Laat ons de mens maken als een beeld en onze gelijkenis en hij heerse over de dieren der aarde, de vogels in de lucht en de vissen in de zee. En toen de Heer zag dat ons maaksel schoon was, zei Hij: Groeit aan en vermenigvuldig u en vervult de aarde. Dit aangaande de Zoon.

Opnieuw zal ik u tonen hoe Hij tot ons spreekt. De tweede schepping heeft Hij in deze laatste tijden gewrocht. De Heer toch zegt: Zie, Ik maak de laatste zaken als de eerste. Met het oog hierop voorspelde de profeet: Gaat binnen in het land dat van melk en honing overvloeit en heerst erover. Ziet dus dat wij opnieuw gevormd zijn, zoals Hij weer bij een andere profeet zegt: Zie, zegt de Heer Ik zal voor hen, dit is van hen, die door de Geest des Heren in de toekomst gezien werden, hun stenen harten wegnemen en hun harten van vlees instorten. Want een heilige tempel, mijn broeders, is voor de Heer zijn inwoning in ons hart. Want opnieuw zegt de Heer: Ik zal u belijden in de vergadering van mijn broeders en u lofzingen, temidden van de vergadering der heiligen. Zo dus zijn wij het die Hij in het goede land heeft binnengeleid.