Lectio altera
Ex Epístola
sanctæ Claræ vírginis ad beátam Agnétem de Praga
(Edit. I. Omaechevarria, Escritos de
Santa Clara, Madrid 1970, pp. 339-341)
Atténde, inquam,
princípium huius spéculi, paupertátem pósiti síquidem in præsépio et in
pannículis involúti. O miránda humílitas, o stupénda paupértas. Rex angelórum,
Dóminus cæli et terræ in præsépio reclinátur. In médio autem spéculi consídera
humilitátem, saltem beátam paupertátem, labóres innúmeros ac pœnalitátes quas
sustínuit pro redemptióne humáni géneris. In fine vero eiúsdem spéculi
contempláre ineffábilem caritátem, qua pati vóluit in crucis stípite et in
eódem mori omni mortis génere turpióre. Unde ipsum
spéculum, in ligno crucis pósitum, hæc consideránda transeúntes monébat dicens:
O vos omnes, qui transítis per viam, atténdite et vidéte si est dolor sicut
dolor meus; respondeámus, inquit, ei clamánti et eiulánti una voce, uno
spíritu: Memória memor ero et tabéscet in me ánima mea. Hinc ígitur
caritátis ardóre accendáris iúgiter fórtius, o regína cæléstis regis.
Tweede
lezing
Uit een brief van de H. Clara, maagd, aan
de zalige Agnes van Praag
Edit. I.
Omaechevarria, Escritos de Santa Clara, Madrid 1970, pp. 339-341
Beoefen de armoede, de
nederigheid en de liefde tot Christus
Gelukkig
voorzeker degene, aan wie het gegeven wordt deel te hebben aan het heilig
Gastmaal om zich vanuit het diepste van het hart over te geven aan datgene,
waarvan alle zalige koren van hemelingen zonder ophouden de heerlijkheid
bewonderen. Het verlangen ernaar grijpt de mens aan, de beschouwing ervan
verkwikt, de mildheid ervan verzadigt, de heerlijkheid ervan vervult het hart,
de herinnering eraan verheldert weldadig, door de geur ervan herleven de doden,
het glorievolle zien ervan zal alle bewoners van het hemels Jeruzalem
gelukzalig maken. Want omdat het de glans is van de eeuwige glorie, de weerglans van het eeuwig licht en een
vlekkeloze spiegel, moet men in die Spiegel dagelijks schouwen, o koningin,
bruid van Christus, en daarin voortdurend uw gelaat bezien, om u zo in- en
uitwendig op te sieren, met bonte tooi ommanteld, namelijk met de bloemen van
alle deugden, en zo ook met klederen gesierd als passend voor een dochter en
allerzuiverste bruid van de hoogste Koning. In deze Spiegel dan glanst de zalige
armoede, de heilige nederigheid en de onuitsprekelijke liefde, zoals ge met
Gods genade in heel de Spiegel kunt zien.
Beschouw,
zeg ik, het begin van deze Spiegel, de armoede namelijk van Hem, die in de
kribbe is neergelegd en in doeken gewikkeld. O wonderbare nederigheid, o
verbazingwekkende armoede. De Koning der engelen, de Heer van de hemel en de
aarde wordt in een kribbe neergelegd. Beschouw in het midden van de Spiegel de
nederigheid, namelijk de zalige armoede, de ontelbare werken en het lijden, dat
Hij op Zich nam voor de verlossing van het menselijke geslacht. Beschouw aan
het eind van dezelfde Spiegel de onuitsprekelijke liefde, waarmee Hij op het
kruishout heeft willen lijden en daaraan op de meest schandelijke wijze heeft
willen sterven. Vandaar dat die Spiegel, aan het kruis gehecht, de
voorbijgangers dit ter overweging meegaf: O
gij allen, die Mij voorbijgaat; schouwt rond en ziet toe , of er een smart is
gelijk aan de mijne; laten wij Hem, die roept en weeklaagt, eenstemmig en
één van geest antwoorden: Peinzend peins
ik daarop, en mijn ziel kwijnt in mij weg. Daardoor zult u steeds sterker
door de liefde worden ontvlamd, o koningin van de hemelse Koning.
En
als u dan daarenboven zijn onuitsprekelijke geneugten beschouwt, zijn eeuwige
rijkdommen en bekoorlijkheden, zult u door uw hevig verlangen en uw liefde
verzuchtend uitroepen: Trek mij tot U,
dan lopen wij achter U aan in de geur van uw balsems, o hemelse Bruidegom.
Ik zal lopen en niet verflauwen tot Gij mij binnenleidt in uw wijnkelder, tot
uw linkerarm onder mijn hoofd rust en uw rechterarm mij met vreugde omvat, en
Gij mij kust met de heerlijkste kus van uw mond. Bij deze beschouwing mag u uw
arme moeder [Clara zelf] gedenken, in de wetenschap dat ik de blijde
gedachtenis aan u altijd gegrift houd op de schrijftafel van mijn hart, en u
mij boven allen dierbaar zijt.