De
H. Pastoor van Ars: Het Kruis begeleidt ons op de weg naar de hemel
Of we het willen of niet, lijden moeten
we. Sommigen lijden als de goede moordenaar, anderen als de slechte. Beiden
leden op dezelfde manier. Maar de eerste wist zijn lijden vruchtbaar te maken:
hij nam het in een geest van boetvaardigheid aan en toen hij zich tot de
gekruisigde Heiland wendde, hoorde hij uit diens mond die wonderbare belofte:
“Vandaag nog zult ge met Mij in het paradijs zijn”. De ander daarentegen
stootte vloeken, verwensingen en godslasteringen uit en stierf in
verschrikkelijke vertwijfeling.
Er is een tweevoudig lijden, namelijk een
lijden uit liefde en een afwijzend lijden. De Heiligen leden geduldig, met
vreugde en standvastig; want zij beminden. Ons lijden gaat gepaard met toorn,
ergernis en tegenzin, omdat wij niet liefhebben. Als wij God zouden beminnen,
zouden wij ons verheugen te mogen lijden uit liefde voor Hem, die zo veel voor
ons heeft willen lijden.
Jullie zeggen dat dit moeilijk is. Nee,
het is zoet, zacht en troostend, het is een geluk.. Alleen moet men liefhebben
in lijden en lijden in liefde.
Zie, mijn kinderen, op de weg van het
Kruis is de eerste stap zwaar. De vrees voor het kruis is ons zwaarste kruis…
We hebben niet de moed, ons Kruis te
dragen. Wat een vergissing! Want, wat wij ook doen, het Kruis houdt ons vast en
we kunnen het niet ontvluchten.
Wat hebben we dus te verliezen? Waarom
zullen we ons lijden niet liefhebben als ons daardoor de weg tot het eeuwige
leven wordt ontsloten?...
Desondanks keren de meesten zich van het kruis
af en vluchten. Hoe harder ze lopen des te meer komt het kruis hen achterna,
des te sterker treft het hen en doet hen de last van het kruis gevoelen.
Begrijpt dit wel, mijn kinderen, wie het kruis
kordaat en dapper tegemoet ziet, die komt het maar zelden tegen. En als het kruis
op zijn weg komt, zal het hem niet ongelukkig maken. Vol liefde neemt hij het
op zich, draagt het moedig en verenigt zich met onze Heer. Het kruis zuivert
hem en helpt de ziel zich van iedere aanhankelijkheid aan deze wereld te
ontdoen. Het lijden in zijn leven helpt hem naar de oever van de eeuwige
gelukzaligheid zoals een brug over de rivier.
Als de lieve God ons een kruis overzendt,
laten we ons ontmoedigen: we beklagen ons, we morren en haten alles, wat onze
wens steeds op rozen te leven, in de war stuurt. Maar nu begint een doornig pad
waar we overheen moeten. Door het kruis gaan we de hemel binnen. De ziekten, de
bekoringen, de smarten zijn de kruisen die ons naar de hemel voeren. Dat alles
zal spoedig voorbij zijn.. Richt uw blik op de heiligen, die daar vóór ons
reeds zijn aangekomen… De lieve God vraagt van ons niet het martelaarschap naar
het lichaam, Hij wil alleen het offer van ons hart en onze wil…De Heer is ons
voorbeeld. Laten we Hem volgen als soldaten van de koning. Een brug die onder
geweervuur lag, moest worden gepasseerd. Niemand waagde voorop te gaan. Toen
nam de koning zelf de vlag, marcheerde als eerste en allen volgden.
Doen wij hetzelfde. Volgen wij onze Heer,
die ons is voorgegaan.