25 juli 1471 - Sint Jacobsdag: Sterfdag Thomas van Kempen
* Geboren tussen eind 1379 en midden 1380 in Kempen am Niederrhein in Noordrijn-Westfalen
† 25 juli in het klooster Sint Agnietenberg, Zwolle
† 25 juli in het klooster Sint Agnietenberg, Zwolle
“Eodem anno in
festo sancti Iacobi maioris post completorium obiit prædilectus frater noster
Thomas Hemerken de Kempis natus, civitatis diœcesis Coloniensis, anno ætatis
suæ xcii et investitionis suæ lxiii, anno autem sacerdotii sui lviii”.
In ditzelfde jaar [1471]
stierf op het feest van de heilige Jacobus de Meerdere na de Completen onze
zeer geliefde broeder Thomas Hemerken, geboortig uit Kempen, een stadje in het
bisdom Keulen, in zijn 91e levensjaar, het 63e jaar van
zijn inkleding, in het 58e jaar van zijn priesterschap.
Zo begint het bericht van het overlijden
van Thomas van Kempen, opgetekend in het “Chronicon Montis S. Agnetis”, de
Kroniek van de Sint Agnietenberg, een werk waarmee hij enkele weken voor zijn
dood nog bezig was. Zijn naam werd het meest bekend door zijn meesterwerk De Imitatione Christi – (Over) de Navolging van Christus, (1420). Aan
de kroniek van zijn klooster heeft hij heel zijn leven als kloosterling gewerkt.
Een andere hand zou zijn overlijden boekstaven.
Thomas Hemerken kwam in 1392 naar
Deventer om daar te worden opgenomen in het convict (1) van de Broeders van het
Gemene Leven dat geleid werd door Heer Florens Radewijns. Hier stond hij mede aan
de wieg van de Moderne Devotie, een laat middeleeuwse spirituele
vernieuwingsbeweging, gedragen door de Broeders en Zusters van het Gemene
(Gemeenschappelijk] leven binnen de Rooms-Katholieke Kerk met als inspirator
Meester Geert Grote (1340-1384) uit Deventer.
De Moderne Devotie beoogde een grotere
verinnerlijking op kerkelijk en maatschappelijk gebied waarbij het beleven van het kloosterlijke
ideaal samen moest gaan met het verrichten van werken van barmhartigheid.
In 1399 trad hij in het een jaar eerder
gestichte klooster van de Augustijner kanunniken op de Sint Agnietenberg bij
Zwolle in; zijn oudere broer Johannes was hem daarheen voorgegaan. Hij ontving de kloosternaam Donatus en in
1407 legde hij de kloostergeloften af, waarna in 1414 de priesterwijding volgde.
Thomas bekleedde meerdere malen het ambt
van prior en tegelijkertijd dat van novicenmeester. Hij geldt als
vertegenwoordiger bij uitstek van de Moderne Devotie en stelde uitstekende
geschriften samen, waaronder de thans nog altijd bekende reeds genoemde
“Navolging van Christus”, een werk dat uit vier Boeken bestaat met als
thematiek middels verzaking aan de wereld en toekering tot God te leven naar
het voorbeeld van Christus. Talrijke teksten wijzen hierop zoals het volgende
citaat uit Boek II, hfdst 1, nrs. 1,3-4,7,9-10: “Het koninkrijk Gods is in u (Lc 17,20,21), zegt de Heer. Keer terug
met heel uw hart tot God, en laat deze
armzalige wereld voor wat ze is en uw ziel zal rust vinden. Want het Rijk Gods
is vrede en vreugde in de heilige Geest (Rom 14,17), dat niet gegeven wordt aan
goddelozen. Christus zal tot u komen en u zijn vertroosting laten ervaren, als
gij Hem tenminste binnen in u een waardige woonplaats hebt bereid. Daarom
trouwe Christusvriend, maak voor deze Bruidegom uw hart gereed, zodat hij zich
gewaardigt tot u te komen en in u te wonen. Maak dus plaats voor Christus. Als
ge Christus bezit, zijt ge rijk en is u dat voldoende. Hijzelf zal voor u
zorgen en u getrouw in alles bijstaan, zodat het voor u niet nodig is op mensen
te vertrouwen”. (Vertaling B. Naaykens).
Hij stelde verder bijna 40 ascetisch en
spirituele geschriften samen die als vormende literatuur grote verbreiding vonden in kloosters en wereld.
Al zijn werken werden – dankzij de nieuwe
techniek van de boekdrukkunst - nog in de 15e eeuw wijd verspreid; tussen 1601
en 1759 werden zijn volledige werken negen keer gedrukt.
Spoedig na Thomas’ dood werd zijn
biografie geschreven, in 1672 werd zijn gebeente naar Zwolle overgebracht en
rustte daar in de Sint Michaëlskerk tot 1965, het jaar waarin deze kerk werd
gesloopt en ook het specifieke Thomas a Kempis-grafmonument (1895) van F.W.
Mengelberg verloren ging. Zijn relieken gingen vervolgens naar de nieuwe Sint-Michaëlkerk
en na sluiting van deze kerk naar de Basiliek van
Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopnemening.
Meerdere malen werd de zaligverklaring
ingeleid, maar niet voltooid.
De nieuwe
kroniekschrijver vervolgt:
“Hic in
iuvenili ætate fuit auditor domini Florentii in Daventria, et ab eo directus
est ad fratrem suum germanum, tunc temporis priorem montis sanctæ Agnetis, anno
ætatis suæ xx, a quo post sex annos probationis suæ investitutus est“.
Hij [Thomas] was in zijn jeugd toehoorder (leerling) van
Heer Florens in Deventer en werd door hem op twintigjarige leeftijd naar zijn broer
gestuurd, die toen prior was op de Sint Agnietenberg. Door hem werd hij na zes
proefjaren ingekleed.
Thomas kreeg
dus ruimschoots de tijd om zich te oefenen in het canonieke kloosterleven
alvorens hij tot het noviciaat werd toegelaten.
“Et sustinuit
ab exordio monasterii magnam penuriam, temptationes et labores.
Scripsit autem
Bibliam nostram totaliter et alios multos libros pro domo et pro pretio.
Insuper composuit varios tractatulos ad ædificationem iuvenum in plano et
simplici stilo, sed prægrandes in sententia et operis efficacia“.
Vanaf het begin van het klooster verdroeg hij grote
ontberingen, beproevingen en de lasten van zware arbeid. Hij kopieerde echter
ook onze Bijbel volledig en schreef veel andere boeken ten behoeve van het huis
en voor de verkoop. Bovendien stelde hij verschillende tractaatjes samen tot
stichting van de jongeren in een klare en eenvoudige stijl, groots echter qua
strekking en effect.
Reliekschrijn in de basiliek van O.L.Vrouw-ten-Hemelopneming, Zwolle |
“Fuit
etiam multum amorosus in passione Domini et mire consolativus temptatis et
tribulatis. Tandem circa senium suum vexatus hydropisi in cruribus obdormivit
in Domino, sepultus est in ambitu oriental ad latus fratris Petri Herbort”.
Voor
het lijden van de Heer koesterde hij een zeer innige liefde en wist hen die
bekoord en gekweld werden op een bewonderenswaardige wijze te troosten. In zijn
ouderdom leed hij aan waterzucht in zijn botten en overleed tenslotte in de
Heer. Hij werd begraven in de oostelijke kruisgang, naast broeder Petrus
Herbort.
1) Convict: (uit het Latijn: samenleving) huis waar priesterstudenten en priesters samenwonen zonder aan een kloosterregel te zijn gebonden.