donderdag 14 juli 2022

Preek van onze Pastoor op 15 juli Kerkwijding Basiliek van het H. Graf op 15 juli 2021 De Verrijzenis: daarmee staat of valt inderdaad alles.


Zoals U wellicht weet wordt de St. Jan van Lateranen in Rome “moeder en hoofd van alle kerken in stad en wereld” genoemd. Deze kerk dateert van 1650, maar van oorsprong betreft het een Romeinse basiliek die al in 324 werd ingewijd. De kerk waarvan wij vandaag de wijding gedenken, de H. Grafkerk in Jeruzalem, dateert oorspronkelijk ook uit de vierde eeuw; evenals de St. Jan van Lateranen in Rome werd ze in opdracht van keizer Constantijn gebouwd. De H. Grafkerk zoals we ze nu kennen dateert uit 1149. 

Het gaat er echter niet zozeer om welke kerk ouder en/of eerbiedwaardiger is, maar welke kerk met recht “moeder en hoofd van alle kerken” genoemd zou mogen worden; gevoelsmatig lijkt mij dat toch eigenlijk de H. Grafkerk van Jeruzalem te zijn, al was het maar omdat ze gebouwd werd op de plek waar Jezus niet alleen is gestorven, maar ook is verrezen. Over Jezus weten we heel wat, met name dankzij de evangelisten die heel wat woorden en daden van Jezus hebben opgetekend. Maar als ons Credo samenvat wat het belangrijkste is wat we van Jezus dienen te weten, dan is het niet zozeer wat Hij allemaal gezegd en gedaan heeft, als wel dat Hij “geleden heeft onder Pontius Pilatus, dat Hij is gekruisigd, gestorven en begraven en op de derde dag verrezen uit de doden”. Daarmee staat en valt uiteindelijk heel ons geloof. Zoals de apostel Paulus zegt: ”Als er geen opstanding van de doden bestaat, is ook Christus niet verrezen en wanneer Christus niet is verrezen, is onze prediking zonder inhoud en Uw geloof eveneens” (1 Kor 15,13-14). 

De verrijzenis: daarmee staat of valt inderdaad alles. Vandaar dat dezelfde kerk in de Oosterse traditie Verrijzeniskerk wordt genoemd, in tegenstelling tot bij ons in het Westen waar we blijkbaar meer het accent op Jezus’ lijden en sterven leggen, meer precies op Jezus’ grafrust, op de drie dagen die er tussen Jezus’ sterven en verrijzen liggen. Daaraan is in het korte (!) Credo trouwens ook een eigen artikel gewijd, daar waar het heet dat Hij na zijn lijden en sterven “nedergedaald is ter helle”. Daarmee wil gezegd zijn dat Jezus onze menselijke dood aan den lijve heeft ervaren, dat Hij zich in het dodenrijk bij de doden gevoegd, en wel als Verlosser, de Blijde Boodschap verkondigend aan de geesten die er waren gekerkerd  “De nederdaling ter helle is, volgens de Catechismus van de Katholieke Kerk, de volledige vervulling van de evangelische aankondiging van het heil. Zij is de allerlaatste fase van de Messiaanse zending van Jezus. Deze fase is zeer beperkt in de tijd, maar strekt zich ontzettend ver uit wat haar werkelijke betekenis betreft. Zij leert dat het verlossingswerk zich uitbreidt tot alle mensen van alle tijden en van alle plaatsen, want allen die zijn gered, hebben immers deel gekregen aan de verlossing” (KKK 632-634).

Inderdaad: een geheim dat het meer dan waard is dat erbij stil gestaan wordt en dat het overwogen wordt, zoals de zusters hier in Berg dat ook doen, niet alleen met Pasen, maar heel hun leven lang, dag in dag uit, verwijlend in de stilte die het H. Graf omgeeft. Zoals we het in een oude homilie op Paaszaterdag zo mooi vinden verwoord: “De aarde heeft gebeefd en is tot rust gekomen, omdat God in het vlees is ingeslapen en hen die sedert eeuwen sliepen, heeft doen opstaan (...). Voorzeker gaat Hij onze eerste voorvader, zoals het verloren schaap, zoeken. Ongetwijfeld wil Hij ook hen die in de duisternis en de schaduw van de dood gezeten zijn, bezoeken, ongetwijfeld gaat Hij de gevangen Adam en ook Eva, die met hem gevangen zit, van hun smarten bevrijden, Hij, hun God en hun Zoon (...). Ik ben uw God, degene die omwille van u uw zoon geworden is (...). Ontwaak, gij die slaapt, want Ik heb u niet daarom geschapen, opdat gij hier in de onderwereld geketend uw dagen slijt. Sta op uit de doden, Ik ben het leven van de doden” (KKK 635; getijdengebed Stille Zaterdag).

En dat is wat ook wij vandaag doen, als we met de zusters de wijding van de H. Grafbasiliek van Jeruzalem vieren: afdalen in het H. Graf en overwegen wat daar in stilte en verborgenheid “voor ons mensen en omwille van ons heil” is gebeurd. Hoe niemand minder dan de Heer van het leven in de diepste duisternis en leegte van ons menselijk bestaan is afgedaald om daar het licht van zijn goddelijk leven te ontsteken. Daarmee heeft Hij hoop doen aanlichten, de hoop dat niet de dood maar het leven het laatste woord heeft, hoop die doet leven, werkelijk doet leven, zelfs daar en op momenten dat alle leven uit ons en onze dierbaren geweken lijkt.