woensdag 6 juli 2022

6 juli H. Maria Goretti, maagd en martelares Ik zal geen kwaad vrezen, zolang uw genade maar met mij is.


Maria Goretti, in 1890 te Corinaldi in Italië geboren, was een kind uit een arm gezin. Zij bracht haar jeugd door in Nettuno, waar zij haar moeder bij de zorgen voor het huishouden behulpzaam was en zich onderscheidde door haar godsdienstigheid, die zich uitte in haar trouw aan het gebed. Zij stierf in 1902 aan de verwondingen, opgelopen door haar weigering om in te gaan op de oneerbare verlangens van een buurjongen.

Lectio altera lezingendienst

Uit de homilie van paus Pius XII († 1958) bij de heiligverklaring van de heilige Maria Goretti

Ik zal geen kwaad vrezen, zolang uw genade maar met mij is.

Zoals allen weten, heeft deze weerloze maagd een zeer bittere strijd moeten aanbinden. Een hevige storm in blinde woede barstte onverwachts over haar los en deed al het mogelijke om haar engelachtige reinheid te bezoedelen en te onteren. Maar toen zij in die uiterst gevaarlijke beproeving verkeerde, kon zij deze woorden uit het gulden boekje ‘De Navolging van Christus’ voor haar goddelijke Verlosser herhalen: ‘Ook al word ik door veel beproevingen bekoord en gekweld, ik zal geen kwaad vrezen, zolang uw genade maar met mij is. Zij is mijn kracht, zij geeft mij raad en hulp. Zij is machtiger dan alle vijanden.’ Zo vond Maria Goretti steun bij de hemelse genade, waaraan haar edelmoedige en sterke wil beantwoordde; zo offerde zij haar leven op en behield zij de glorie van de maagdelijkheid.
In het leven van dit eenvoudig meisje kan men een schouwspel bespeuren dat niet alleen de hemel waardig is, maar dat ook waard is om in onze tijd vol bewondering en verering naar op te zien. Laten de vaders en moeders leren hoezeer zij de hun door God geschonken kinderen op de juiste wijze, heilig en sterk moeten opvoeden en hun leven in overeenstemming moeten brengen met de voorschriften van de katholieke leer. Zo zullen zij immers, als hun deugd in gevaar wordt gebracht, met de hulp van de goddelijke genade de kracht hebben om onoverwonnen, ongedeerd en onbevlekt te ontkomen.
Laten de vrolijke jonge kinderen, laten de onstuimige jonge mensen leren zich niet te laten verleiden tot de vluchtige en nutteloze genoegens van de genotzucht, laten zij niet op ellendige wijze afglijden in het goedkope vermaak van verleidelijke ondeugden, maar liever opgewekt streven - ook al kost dit inspanning en vraagt dit een overwinning van moeilijkheden - naar die christelijke volmaaktheid van zeden. Deze kunnen wij allen eens, met de hulp van Gods genade, bereiken, als wij met een vastberaden wil ons ervoor inspannen, grote moeite doen en bidden.
Zeker, wij worden niet allen geroepen tot het martelaarschap; maar wel worden wij allen geroepen om ons de christelijke deugden eigen te maken. Deugd nu vereist kracht, en ook al bereikt deze niet het toppunt van sterkte van dit engelachtige meisje, toch eist zij van ons een zeer zorgvuldige en ononderbroken dagelijkse inzet tot het einde van ons leven. Daarom kan dit als het ware een langzaam en voortdurend martelaarschap worden genoemd en om het tot een goed einde te brengen, spoort ons deze goddelijke uitspraak van Jezus Christus aan: ‘Het rijk der hemelen breekt zich met geweld baan en geweldenaars maken het buit’ (Mt. 11, 12).
Laten wij dus allen hiernaar streven, met de hulp van de hemelse genade. Moge de heilige maagd en martelares Maria Goretti ons tot die overtuiging brengen. Moge zij in haar hemelse woonplaats, waar zij een eeuwige gelukzaligheid geniet, door haar voorspraak van de goddelijke Verlosser voor ons verkrijgen, dat wij allen, ieder naar zijn eigen levenssituatie, haar prachtig voorbeeld van harte, bereidwillig en metterdaad volgen.