Wie de H. Grafkerk in Jeruzalem bezoekt komt op de
meest heilige plek van het H. Land. Jeruzalem is de stad waar de tempel stond
met de ark van het verbond, overdekt door de gouden plaat van de verzoening: de
troon van de onzichtbare God. Aan de uiteinden van de verzoeningsplaat stonden
twee cherubs (Ps 80, 2): De meest intieme plaats van dit heiligdom dat
alleen de priester betrad.
Christus is van de Vader uitgegaan en heel zijn leven
was een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Hier wilde Hij door zijn
sterven en verrijzen de mensheid met God verzoenen (2Kor 5, 18). Hij is het Lam
van God dat voor ons zijn Bloed vergoot. Jezus bezegelt zo een Nieuw
Verbond. Na zijn heilzaam sterven brachten zijn Moeder en enkele vrome
leerlingen hem naar een nabijgelegen graf waarin nog nooit iemand was
neergelegd (Joh 19, 41). Op de eerste dag van de week gingen enkele vrouwen en
daarna ook Petrus en Johannes ijlings naar Calvarië en
vonden het graf leeg. Zijn lichaam kende het bederf van de dood niet (Hand 2,
27). Maria Magdalena mocht in het lege graf ook twee in het wit geklede engelen
zien (Joh 20, 12).
We lezen in het evangelie hoe onwennig de apostelen
aan het begin waren, toen ze merkten dat de Heer uit de doden was opgestaan.
Stilaan drong het tot hen door dat Jezus niet enkel het bestaan van een slaaf
had aangenomen maar dat Hij nu was opgenomen in de heerlijkheid van de Vader
(Phil 2, 11) en dat Hij definitief het nieuwe heiligdom
was binnengetreden (Heb 9, 12). De engelen bij het graf hielpen de
leerlingen om hun ogen voortaan te richten op de troon van God waar Jezus
zetelt aan de rechterhand van de Vader. Het geofferde Lam ontvangt nu van de
engelen alle lof en eer (Apok 5, 12).