donderdag 14 juli 2022

De H.Grafkerk van Jeruzalem: Locus iste santus est Deze plaats is heilig

Wie de H. Grafkerk in Jeruzalem bezoekt komt op de meest heilige plek van het H. Land. Jeruzalem is de stad waar de tempel stond met de ark van het verbond, overdekt door de gouden plaat van de verzoening: de troon van de onzichtbare God. Aan de uiteinden van de verzoeningsplaat stonden twee cherubs (Ps 80, 2): De meest intieme plaats van dit heiligdom dat alleen de priester betrad.

Christus is van de Vader uitgegaan en heel zijn leven was een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Hier wilde Hij door zijn sterven en verrijzen de mensheid met God verzoenen (2Kor 5, 18). Hij is het Lam van God dat voor ons zijn Bloed vergoot. Jezus bezegelt zo een Nieuw Verbond. Na zijn heilzaam sterven brachten zijn Moeder en enkele vrome leerlingen hem naar een nabijgelegen graf waarin nog nooit iemand was neergelegd (Joh 19, 41). Op de eerste dag van de week gingen enkele vrouwen en daarna ook Petrus en Johannes ijlings naar Calvarië en vonden het graf leeg. Zijn lichaam kende het bederf van de dood niet (Hand 2, 27). Maria Magdalena mocht in het lege graf ook twee in het wit geklede engelen zien (Joh 20, 12).

We lezen in het evangelie hoe onwennig de apostelen aan het begin waren, toen ze merkten dat de Heer uit de doden was opgestaan. Stilaan drong het tot hen door dat Jezus niet enkel het bestaan van een slaaf had aangenomen maar dat Hij nu was opgenomen in de heerlijkheid van de Vader (Phil 2, 11)  en dat Hij definitief het nieuwe heiligdom was binnengetreden (Heb 9, 12). De engelen bij het graf hielpen de leerlingen om hun ogen voortaan te richten op de troon van God waar Jezus zetelt aan de rechterhand van de Vader. Het geofferde Lam ontvangt nu van de engelen alle lof en eer (Apok 5, 12).

De H. Grafkerk van Jeruzalem is daarom vooral een plaats van gebed. In dit bijzondere heiligdom wordt in één kerkgebouw zijn sterven en verrijzen herdacht en voortdurend de lof van God bezongen. In aansluiting bij de hemelse lofzang. Dat gebeurt overigens in alle kerken door het liturgische gebed. Er komt ook een moment dat we definitief zijn Heerlijkheid zullen mogen aanschouwen en voor eeuwig zijn barmhartigheid zullen bezingen (Ps 88,2).