donderdag 13 augustus 2020

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Hebdomada XIX per annum feria V Habemus Christum, qui est pax et lux nostra. Wij hebben Christus, die onze vrede is en ons licht.



Lectio altera
Ex Tractátu sancti Gregórii Nysséni epíscopi De perfécta christiáni forma
(PG 46, 259-262)
Tweede lezing


Uit het tractaat over de christelijke volmaaktheid, van de H. Gregorius van Nyssa, bisschop
(PG 46, 259-262)


Wij hebben Christus, die onze vrede is en ons licht

Hij is onze vrede, Hij die van beide er één heeft gemaakt. Overdenkend, dat Christus de vrede is, zullen wij de ware naam van ‘christen’ tonen, als wij door de vrede, die in ons woont, Christus door ons leven tot uitdrukking brengen. Hij heeft de vijandschap gedood, zoals de Apostel zegt. Laten wij dus niet dulden, dat deze ooit op enige manier onder ons herleeft, maar haar volledig dood verklaren. Nu zij op uitnemende wijze tot ons heil door God is gedood, moeten wij haar, die gelukkig dood neerligt, niet opwekken door ons kwaad te maken tot verderf van onze zielen en door ons beledigingen in herinnering te brengen, waardoor wij haar tot leven terugroepen.

Nu wij Christus bezitten, die de vrede is, laten wij dan eveneens de vijandschap doden om, wat wij geloven dat in Hem aanwezig is, ook in ons eigen leven gestalte te geven. Want zoals Hij door de scheidingsmuur af te breken de twee (testamenten) in Zichzelf tot één mens samenbracht en vrede stichtte, zo moeten ook wij niet alleen hen met ons verzoenen, die ons van buitenaf bestrijden, maar ook hen, die in onszelf opstandig zijn, zodat het vlees niet langer begeert tegen de geest en de geest niet tegen het vlees. Maar, nadat het inzicht van het vlees zich onderworpen heeft aan de goddelijke wet en wij tot één nieuwe en vreedzame mens zijn opgebouwd en uit twee tot een zijn geworden, bezitten wij in onszelf de vrede.

Want dit is de definitie van vrede, dat zij genoemd wordt: de eensgezindheid tussen wat onderling verschilt. Daarom, wanneer de inwendige strijd van onze natuur is verdwenen en wij in ons binnenste de vrede bewaren, worden wij tot vrede en verkondigen in onszelf die ware en eigenlijke Naam van Christus.
Als wij zien, dat Christus het ware licht is en allerverst verwijderd is van alle leugen, leren wij, dat ook ons leven verlicht moet worden door de stralen van het ware licht. De stralen toch van de zon der gerechtigheid zijn de deugden zelf, die uit de zon voortkomen om ons te verlichten, opdat wij de werken van de duisternis zouden afleggen en ons behoorlijk gedragen als op klaarlichte dag. Laten wij de verborgen schanddaden verwerpen en alles in het licht verrichten, dan worden wij ook zelf een licht. Laten wij dan door onze werken voor anderen schitteren, want dat is eigen aan het licht.

Als wij Christus als onze heiliging beschouwen en ons onthouden van al het slechte en onreine zowel in daden als in gedachten, zullen wij tonen, dat wij echte deelgenoten zijn van zijn Naam, omdat we dan niet met woorden maar door onze levensdaden de kracht tot heiliging voor ons uitdragen.