6 augustus Feest van de Gedaanteverandering van Jezus
Titelfeest van priorij Thabor
Thaborspiritualiteit
“In lumine tuo” - In uw licht – staat er op het
zegel van de priorij Thabor. Het zijn de
beginwoorden van de tweede helft van vers 10 uit psalm 35 dat voluit luidt: “et
in lumine tuo videbimus lumen” – “en in uw licht zullen wij het licht zien”.
Dit is een goede levensopgave voor ieder die op een Thaborberg woont maar ook
een getuigenis van hen die met de ogen van het geloof het Licht van God reeds hebben
gezien en verlangen dat te blijven zien.
Op
de berg - volgens een sterke traditie de
Thaborberg in Palestina - viel het de drie belangrijkste apostelen Petrus,
Johannes en Jakobus ten deel Christus
als Zoon van God in al zijn heerlijkheid te mogen aanschouwen. Bergen zijn bij
uitstek de plaatsen om God te ontmoeten.
Op een berg kan afstand worden genomen van de alledaagse werkelijkheid.
De lucht is zuiver en het zicht over Gods
vrije natuur, zijn Schepping is ver en onbelemmerd. Op de berg Thabor
brak door de menselijke gestalte van Jezus op aarde even de glans van zijn Goddelijkheid
door. De waarheid dat Jezus Christus de Zoon van God is, wordt bekrachtigd door
het woord van de Vader tegelijk met de oproep naar zijn Zoon te luisteren. Ook
zien de apostelen dat Jezus zich onderhoudt met Mozes en Elia en zij horen dat
het over zijn komende dood gaat in Jeruzalem. Het gesprek gaat over het kruis. Deze
uitzonderlijke gebeurtenis van de Transfiguratie van Jezus – de
Gedaanteverandering - wordt vermeld door Mattheus 17,1-9, door Marcus 9,2-9 en
Lucas 9,28-36 in hun Evangelie terwijl de vierde vindplaats de Tweede Brief van
Petrus is: 2 Petrus 1,10-21. Lucas vermeldt het bijzondere detail dat Jezus de
berg opging om te bidden: “Terwijl Hij aan het bidden was, veranderde Hij van
uiterlijk en werden zijn kleren stralend wit” (Lc 9,29). “De
Gedaanteverandering is bidden. Het wordt zichtbaar wat er gebeurt als Jezus met
de Vader spreekt: Hij wordt zozeer innerlijk één met de Vader dat Jezus zelf
licht van het licht wordt”.[1] De
apostelen zijn diep onder de indruk en door vrees en ontzag overrompeld; niettemin weet Petrus uit te
brengen dat “het goed is hier te zijn” (Mc 9,5). De apostelen horen op de berg
Thabor de stem van God: ‘Dit is mijn Zoon, mijn welbeminde, in wie Ik vreugde
vind. Luister naar Hem”.
Het verlangen Christus met onverhuld
gelaat te mogen aanschouwen drukt de liturgie van het feest van de
Gedaanteverandering in het intredelied met de woorden van Psalm 26,8-9 als
volgt uit: “Naar U gaat mijn hart uit: U wil ik zien; uw gelaat, Heer, wil ik
aanschouwen” en de liturgie preciseert dit nog iets nader met een tekst uit het
Boek der Wijsheid (7,26) in het Alleluiagezang: “Hij is de afglans van het
eeuwig licht, de spiegel zonder smet en het beeld van zijn goedheid”.
Ook “ons allen is het gegeven met
onverhuld gelaat de glorie van de Heer aanschouwen en zo herschapen te worden
tot steeds heerlijker gelijkenis met Hem, want het is de Geest van de Heer die
dit bewerkt” zegt de H. Paulus in 2 Kor 3,18. Daarnaast dragen wij altijd het
sterven van Jezus in ons lichaam mee en moet zijn leven in ons lichaam steeds
opnieuw openbaar worden (Cf 2 Kor 4,10).
Het Thabormysterie en het Paasmysterie horen
bij elkaar. De volheid van Jezus’ geheim is door lijden de heerlijkheid
binnengaan (cf Lc 24,26v); Jezus gekruisigd én verheerlijkt is Gods kracht en
Gods wijsheid (cf 1 Kor 23v).
Het Thabormysterie als een vooruitlopen
op de verheerlijking van Jezus na zijn lijden en dood aan het kruis is voor hen
die Christus van meer nabij willen navolgen een sterkende kracht om in het
dagelijks leven met al zijn wederwaardigheden het kruis te aanvaarden dat aan
niemand voorbij gaat.
Als religieuzen krijgen wij in de H.
Communie, het onderpand van de eeuwige heerlijkheid, de genade aangereikt om ons steeds opnieuw te
laten ‘transfigureren’: dagelijks de oude mens af te kunnen leggen en ons te
bekleden met de nieuwe mens die naar Gods beeld is geschapen in ware
gerechtigheid en heiligheid (Cf Ef 4,24)[2]. Als
religieuzen op de Berg Thabor proberen wij volgens de oproep van Gods stem op
de Berg Thabor in het Heilig Land steeds opnieuw goed te luisteren naar de
woorden van Jezus, de welbeminde Zoon
van God en zo “in zijn Licht het Licht te zien”.
[1]
Cf J. Ratzinger / Benedictus
XVI, Jezus van Nazareth, I, Lannoo
Tielt, 2007, p. 285.
[2]
Ook in de postsynodale apostolische adhortatie, het afsluitende document van de
religieuzensynode, “Vita consecrata” van paus Johannes-Paulus II, Rome
25.03.1996, wordt het godgewijde leven bezien vanuit het mysterie van de
Gedaanteverandering.