God is vanaf de Schepping een God die heerst over hemel en aarde, licht en donker, water en vuur.
In het Oude Testament wordt in het Eerste Boek Koningen (18) het verhaal van Elia en de profeten van de valse goden beschreven. Eerst laat Jahwe het vuur over een zeer nat altaar neerdalen, nadat de valse profeten daar in zijn geslaagd. Daarna laat Jahwe het hevig regenen.
In Leviticus 16,4 staat: Als ge uw leven richt naar mijn wetten en mijn geboden nauwgezet volbrengt, dan zal Ik u regen geven op de juiste tijd, zodat uw land rijke oogst oplevert en uw boomgaarden overvloedig vrucht dragen
De Evangelist Mattheus schrijft in hoofdstuk 5, 44-45:
Maar ik zeg u: Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, 45opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel, die immers de zon laat opgaan over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
En in Handeling 14, 17: In voorbije tijden liet Hij alle volken hun gang gaan, 17maar Hij heeft niet nagelaten getuigenis van zichzelf te geven door het schenken van weldaden: vanuit de hemel schonk Hij u immers zegen en vruchtbare jaargetijden en verblijdde u met overvloed van voedsel.”
Eusebius (Kerkelijke Geschiedenis, vertaling Pater Dr. Desiderius Franses O.F.M. - Paul Brand 1946) beschrijft in boek V hoofdstuk V, hoe de christelijke soldaten van het Meliteense garnizoen van de Romeinse keizer Marcus Aurelius in een veldtocht tegen de Germanen en Sarmaren op de knieen vielen waarna niet alleen de vijanden werden verjaagd maar ook hun dorst werd gelest. Zo vertelt Tertullianus het tenminste. Livius vertelt het verhaal ook onder de benaming Regenwonder, maar dan zonder de christelijke gebedsbeïnvloeding. Het verhaal is afgebeeld of de zuil van Marcus Aurelius in Rome.
(Wij lezen dit boek van Eusebius momenteel onder de maaltijden - het is net als het boek over pater Damiaan erg bloederig, opmerking van Uw geheime correspondent)
Wij zien om ons heen hoe velden met oogstgoed verdrogen, we zien hoe bomen en planten verdorren, we zien hoe de dieren om ons heen dorst hebben. Wij zien hoe bosbranden ontstaan en velen het leven kosten, wij zien voortdurend hoe mensen lijden onder tekort aan water en misschien soms te oud of te ziek zijn om dat te beseffen.
Wij houden rond het klooster op de kruisdagen ieder jaar processie en hebben dat ook dit jaar vier keer gedaan (steeds met een ontzettende lange litanie uiteraard in het Latijn, opmerking geheime correspondent). De kruisdagen zijn de maandag, dinsdag en woensdag voor Hemelvaartsdag. Deze dagen vormen samen met 25 april, het feest van de Evangelist Marcus dagen waarop men met een bidprocessie en litanie smeekt om zegen over de vruchten van de aarde. Op bijgaand filmpje ziet U hoe dat van oudsher rond het klooster gebeurde:
Wij hebben dus al gebeden om zegen over de vruchten der aarde en bidden in deze warme tijden met overtuiging en vurig om regen. Dat deden vanaf de achtste eeuwen de monniken die de Kerkberg bewoonden en vanaf 1434 werd dat op de Kerkberg gedaan door de kanunniken en kanunnikessen van de Orde van het Heilig Graf. Wij staan daarmee dus in een oude traditie die tot op de dag van vandaag zinvol blijkt. Zo gaat dat met tradities ...
Onderstaand de tekst uit het Katholiek Gebedenboek :
God, in wie wij leven, ons bewegen en zijn, verleen ons de nodige regen, opdat wij door tijdelijke middelen voldoende geholpen met meer vertrouwen naar de eeuwige goederen streven. Door Christus onze Heer, Amen.