donderdag 30 juni 2022

30 juni HH. Eerste Martelaren van Rome H. Clemens Uit afgunst vervolgd, zijn zij een prachtig voorbeeld onder ons geworden.

Nadat in het jaar 64 de stad Rome door brand was geteisterd, ontketende keizer Nero een kerkvervolging, waarin vele christenen de dood vonden ten gevolge van verschrikkelijke martelingen. Hiervan getuigen de heidense schrijver Tacitus in zijn Annalen (15, 44) en bisschop Clemens van Rome in zijn brief aan de Korintiërs (hoofdst. 5 en 6).

Henryk Siemiradzki

Nero's Torches (Leading Light of Christianity)

 




Lezingendienst Tweede lezing

Uit de brief van de heilige paus Clemens I († 101) aan de Korintiërs

Uit afgunst vervolgd, zijn zij een prachtig voorbeeld onder ons geworden.


Laten wij de reeks voorbeelden uit vroeger tijden beëindigen en komen we nu bij de strijders van de jongste tijd: stellen wij de edelmoedige voorbeelden van onze generatie aan de orde. Uit afgunst en nijd werden de grootste en de meest rechtvaardige zuilen vervolgd en streden zij tot de dood.
Stellen wij ons de goede apostelen voor ogen: Petrus die ten gevolge van ongerechtvaardigde naijver niet een of twee keer, maar veelvuldig beproevingen heeft doorstaan en na aldus getuigenis te hebben afgelegd, is opgegaan naar de hem toekomende plaats in de heerlijkheid. Ten gevolge van ondervonden afgunst en nijd kon Paulus de prijs tonen van de volharding. Zevenmaal droeg hij de boeien, hij werd verjaagd en gestenigd, hij werd een heraut van het woord in Oost en West, hij verwierf een roemrijke naam om zijn geloof. Nadat hij heel de wereld de gerechtigheid had geleerd en zelfs het uiterste Westen had bereikt, heeft hij getuigenis afgelegd tegenover de heersers. Aldus scheidde hij uit deze wereld en ging hij op naar de heilige plaats als een schitterend voorbeeld van volharding.
Bij deze mannen van zo’n heilige levenswandel heeft zich een grote menigte uitverkorenen aangesloten, die ten gevolge van afgunst vele folteringen en kwellingen hebben ondergaan en zo een prachtig voorbeeld onder ons zijn geworden. Uit naijver werden vrouwen vervolgd. Verkleed als mythologische figuren, hebben zij verschrikkelijke en schandelijke folteringen doorstaan. In de wedloop van het geloof hebben zij - ofschoon lichamelijk zwak - het doel bereikt en hebben zij een eervolle prijs ontvangen. Afgunst heeft vrouwen van haar mannen vervreemd en zo werd veranderd wat van onze vader Adam was gezegd: ‘Dit is been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees’ (Gen. 2, 23). Naijver en twist hebben grote steden omvergeworpen en machtige volkeren uitgeroeid.
Dit alles, geliefden, schrijven wij niet alleen om u te vermanen, maar ook om het onszelf in herinnering te brengen. Wij bevinden ons toch in hetzelfde strijdperk en eenzelfde strijd wacht ook ons. Laat daarom zinloze en ijdele zorgen varen en laten we de roemrijke, eervolle regels volgen van onze overlevering. Laten wij aandacht schenken aan wat schoon, wat aangenaam, wat welgevallig is in het oog van Hem die ons schiep. Beschouwen wij met aandacht het bloed van Christus en beseffen wij hoe kostbaar het is voor God, zijn Vader, daar het omwille van ons heil is vergoten en aan heel de wereld de genade van de bekering heeft gebracht.