Lectio altera
Ex Homilíis Pauli papæ Sexti
(Hom. Manilæ habita die 29
novembris 1970)
Tweede lezing
Uit de Homilieën van Paus
Paulus VI gehouden te Manilla 29 november 1970
Laten wij Christus prediken tot aan de uiteinden der aarde.
Wee
mij, als ik het Evangelie niet verkondigd zal hebben. Want door Hem zelf, door Christus zelf, zó
ben ik gezonden. Ik ben een apostel (gezondene) en getuige. Hoe verder die
grens ligt, hoe moeilijker de opdracht is, des te heviger dringt mij de liefde. Zijn Naam moet ik prediken: Jezus is de Christus, de Zoon van de levende God:
Hij is degene, die ons de onzichtbare God heeft geopenbaard. Hij is de Eerstgeborene van heel de
schepping, Hij, in wie alles bestaat.
Hij ook is de leermeester der mensen en hun Verlosser; Dezelfde, die voor ons
geboren werd, voor ons stierf en verrees.
Hij is het middelpunt van de
geschiedenis en van het heelal; Hij kent en bemint ons, Hij is de gezel en de
vriend in ons leven, de Man van smarten en van hoop; Hij, degene die zeker zal
terugkomen, die uiteindelijk onze Rechter zal zijn, en ook, zoals wij
vertrouwen, de eeuwige volheid van leven en onze zaligheid.
En ik zou nooit kunnen
ophouden over Hem te spreken: Hij is het Licht, Hij de Waarheid, ja zelfs de Weg, de Waarheid en het leven; Hij is
het brood en de bron van levend water, het brood die onze honger verzadigt en
onze dorst lest: Hij is onze Herder, onze Leidsman, ons Voorbeeld, onze Troost,
onze Broeder. Zoals wij, en méér dan wij, was Hij klein, arm, vernederd, aan
moeilijkheden blootgesteld, verdrukt en lijdend. Voor ons heeft Hij gesproken,
zijn wonderen verricht, een nieuw Rijk gesticht, waar de armen gelukkig zijn,
waar de vrede het algemeen beginsel is van leven, waar de zuiveren van hart en
de bedroefden worden verheerlijkt en getroost, waar zij die hongeren naar gerechtigheid
worden verzadigd, waar de zondaars vergiffenis kunnen verkrijgen en allen als
broeders worden beschouwd.
Zie, daar is Christus Jezus,
over wie Gij zeker hebt horen spreken, aan wie gij voor het merendeel
ongetwijfeld reeds toebehoort, omdat gij christen zijt. Voor u dan, christenen,
herhaal ik in zijn Naam, aan allen verkondig ik dit: Christus Jezus is het
Begin en het Einde, de Alpha en de Omega, de Koning van de nieuwe wereld, de
verborgen en diepste grond van de menselijke geschiedenis en van ons lot. Hij
is de Middelaar en in zekere zin de Brug tussen aarde en hemel; Hij is het
meest en op veel volmaaktere wijze dan alle anderen mensen de Zoon des mensen,
omdat Hij de Zoon van God is, eeuwig en oneindig, én ook de Zoon van Maria, de
gezegende onder alle vrouwen, van zijn Moeder naar het vlees en van onze Moeder
uit de vereniging met de Geest van het mystieke Lichaam. Jezus Christus!
Bedenkt wel: Hij is het, die wij u Preken voor altijd. Wij willen, dat zijn
Naam zal weerklinken tot aan de uiteinden der aarde en tot in de eeuwen der
eeuwen.