15 juli 2017 - Heilige Maten
Feest van de Kerkwijding van de Heilig
Graf basiliek van Jeruzalem in de Kanoniale Orde van het H. Graf
Homilie
Onlangs
spraak een mevrouw uit Melick me aan of ik eens naar iets bijzonders wilde
komen kijken. Ze had het uit de erfenis van haar moeder en wist niet wat het
was of waar het voor diende. Volgens haar had het iets met het geloof te maken,
het geloof dat haar moeder altijd zeer dierbaar was geweest. Het betrof twee
rolletjes die in een linnen zakje zaten. Een rolletje van papier en een van
stof. Na bestudering bleek het om twee zogenaamde “Heilige Maten” te gaan. Dat van stof, volgens mij van zijde, betrof
volgens het opschrift de maat van het
kruisbeeld dat bij de Witte Vrouwen in Maastricht werd bewaard, het
kruisbeeld dat we nog alktijd kennen als de Zwarte Christus die nog in
Maastricht (Wijck) wordt vereerd. Volgens de legende zou dat beeld ontstaan zijn
uit een noot die een kruisridder uit Riemst [België] bij terugkomst uit het
Heilige Land aan zijn dochter gaf. Deze plantte de noot in de tuin, waarna al
snel een grote notenboom ontsproot. Tijdens een onweer werd de boom getroffen
door de bliksem, waarbij hij openspleet. In de opengespleten boom trof men de
ochtend erop het kruisbeeld aan. Toen het meisje enige tijd latere intrad in de
klooster van de Witte Vrouwen aan het Vrijthof in Maastricht, nam zij het
kruisbeeld mee waar het sindsdien bijzonder vereerd werd. Ook verspreidden de
zusters de ‘maat van het Heilig Kruis’, zijden linten ter lengte van het
Christusbeeld zijnde 1.72 m. Dit gebruik werd later in de parochiekerk van Wijck,
waarnaar de Zwarte Christus na de Franse tijd werd overgebracht, voortgezet. De
linten werden vooral door aanstaande moeder gebruikt, terwijl ze ook aan
zieken, vooral koortslijders werden gegeven. Deze laatsten moesten het lint
dragen om de aangetaste ledematen heen, of ze als gordel gebruiken. Daarbij
moesten ze tevens een novene houden. Tot zover de historische achtergrond het
zijden lint.
Het
papieren rolletje betrof volgens het opschrift de “Gewisse und wahrhafte H. Länge unsers Hernn Jesu Christi wier er auf
Erden am H. Kreuz gewesen ist. Diese H. Länge ist gefunden zu Jerusalem bei dem
H. Graf 1675 als Papst Klemens der Achte regierte und alles diese bestätigt
hat”. Het rolletje droeg men in
vroeger dagen bij zich als een soort amulet. Er werd zelfs een heilzame,
geneeskrachtige werking aan toegekend. Op het rolletje dat ik onder ogen kreeg
staan allerlei gebeden, zoals dit: “O
Herr Jesu Christe! ich bitte dich, daβ du mich in deiner H. Länge allzeit
behütest vor allem Unglück, vor allen Feinden, schädlichen Wunden und
Lästerungen, vor Feuer rund Wasser , vor Straβenräubereyen, vor Vergiftung… vor
all Zauberern und Zauberinnen, vor Hagel und Donner”. Hoewel dergelijke rolletjes blijkbaar nog in
de twintigste eeuw werden verkocht, werden ze door de Kerk om reden van
bijgeloof in de ban gedaan.
Twee
relicten uit een ver verleden, volgens mij nog uit de achttiende eeuw, die
opeens in onze tijd opduiken, uit een heel andere tijd dan de onze, maar wel
relicten die ons op het spoor zetten van een geloofsbeleving waar moderne
mensen zich nauwelijks of geen voorstelling meer van kunnen maken. En toch ook
weer hetzelfde geloof, het geloof dat ons leert dat wij niet zomaar in iets
geloven, maar in Iemand, in God, die ons in en door Christus menselijk nabij is
gekomen, Gods Zoon, God de Zoon, die mens is geworden, die geleden heeft onder
Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven. Daar bij het H. Graf
waar Zijn lichaam na de kruisafname ter ruste werd gelegd, werd blijkbaar in
1675 de heilige Maat gevonden die sindsdien de wereld is overgegaan om mensen
eraan te herinneren dat de hemel niet zo ver weg is als menigeen misschien
denkt, Of wij dat nog zo ervaren, of wij daar zoiets nog voor nodig hebben, dat
is natuurlijk de vraag. In ieder geval staat ons daartoe de H. Communie ter
beschikking, die voor ons toch veel bereikbaarder is dan voor onze achttiende
eeuwse broeders en zusters, het H. Sacrament, waarin de Heer zelf ons de
gedachtenis aan zijn Lijden, Sterven en Verrijzen heeft nagelaten, opdat wij in
en door het veelvuldig vieren en ontvangen van dit Sacrament de genade van de
verlossing voortdurend in ons ervaren. Dat wij die zo dankzij de spiritualiteit
van onze Orde zo vaak bij het H. Graf mogen verwijlen er in ieder geval de
volle Maat van onze wasdom in Christus zouden vinden.
Basiliek
van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus
Sint Odiliënberg
Jos L’Ortye, pastoor