woensdag 14 juli 2021

Preek van onze Pastoor bij feest van Kerkwijding H. Graf basiliek Jeruzalem 2018

15 juli 2017 - Heilige Maten

Feest van de Kerkwijding van de Heilig Graf basiliek van Jeruzalem in de Kanoniale Orde van het H. Graf

Homilie

Onlangs spraak een mevrouw uit Melick me aan of ik eens naar iets bijzonders wilde komen kijken. Ze had het uit de erfenis van haar moeder en wist niet wat het was of waar het voor diende. Volgens haar had het iets met het geloof te maken, het geloof dat haar moeder altijd zeer dierbaar was geweest. Het betrof twee rolletjes die in een linnen zakje zaten. Een rolletje van papier en een van stof. Na bestudering bleek het om twee zogenaamde “Heilige Maten” te gaan.  Dat van stof, volgens mij van zijde, betrof volgens het opschrift de maat van het  kruisbeeld dat bij de Witte Vrouwen in Maastricht werd bewaard, het kruisbeeld dat we nog alktijd kennen als de Zwarte Christus die nog in Maastricht (Wijck) wordt vereerd. Volgens de legende zou dat beeld ontstaan zijn uit een noot die een kruisridder uit Riemst [België] bij terugkomst uit het Heilige Land aan zijn dochter gaf. Deze plantte de noot in de tuin, waarna al snel een grote notenboom ontsproot. Tijdens een onweer werd de boom getroffen door de bliksem, waarbij hij openspleet. In de opengespleten boom trof men de ochtend erop het kruisbeeld aan. Toen het meisje enige tijd latere intrad in de klooster van de Witte Vrouwen aan het Vrijthof in Maastricht, nam zij het kruisbeeld mee waar het sindsdien bijzonder vereerd werd. Ook verspreidden de zusters de ‘maat van het Heilig Kruis’, zijden linten ter lengte van het Christusbeeld zijnde 1.72 m. Dit gebruik werd later in de parochiekerk van Wijck, waarnaar de Zwarte Christus na de Franse tijd werd overgebracht, voortgezet. De linten werden vooral door aanstaande moeder gebruikt, terwijl ze ook aan zieken, vooral koortslijders werden gegeven. Deze laatsten moesten het lint dragen om de aangetaste ledematen heen, of ze als gordel gebruiken. Daarbij moesten ze tevens een novene houden. Tot zover de historische achtergrond het zijden lint.
Het papieren rolletje betrof volgens het opschrift de “Gewisse und wahrhafte H. Länge unsers Hernn Jesu Christi wier er auf Erden am H. Kreuz gewesen ist. Diese H. Länge ist gefunden zu Jerusalem bei dem H. Graf 1675 als Papst Klemens der Achte regierte und alles diese bestätigt hat”.  Het rolletje droeg men in vroeger dagen bij zich als een soort amulet. Er werd zelfs een heilzame, geneeskrachtige werking aan toegekend. Op het rolletje dat ik onder ogen kreeg staan allerlei gebeden, zoals dit: “O Herr Jesu Christe! ich bitte dich, daβ du mich in deiner H. Länge allzeit behütest vor allem Unglück, vor allen Feinden, schädlichen Wunden und Lästerungen, vor Feuer rund Wasser , vor Straβenräubereyen, vor Vergiftung… vor all Zauberern und Zauberinnen, vor Hagel und Donner”.  Hoewel dergelijke rolletjes blijkbaar nog in de twintigste eeuw werden verkocht, werden ze door de Kerk om reden van bijgeloof in de ban gedaan.
Twee relicten uit een ver verleden, volgens mij nog uit de achttiende eeuw, die opeens in onze tijd opduiken, uit een heel andere tijd dan de onze, maar wel relicten die ons op het spoor zetten van een geloofsbeleving waar moderne mensen zich nauwelijks of geen voorstelling meer van kunnen maken. En toch ook weer hetzelfde geloof, het geloof dat ons leert dat wij niet zomaar in iets geloven, maar in Iemand, in God, die ons in en door Christus menselijk nabij is gekomen, Gods Zoon, God de Zoon, die mens is geworden, die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven. Daar bij het H. Graf waar Zijn lichaam na de kruisafname ter ruste werd gelegd, werd blijkbaar in 1675 de heilige Maat gevonden die sindsdien de wereld is overgegaan om mensen eraan te herinneren dat de hemel niet zo ver weg is als menigeen misschien denkt, Of wij dat nog zo ervaren, of wij daar zoiets nog voor nodig hebben, dat is natuurlijk de vraag. In ieder geval staat ons daartoe de H. Communie ter beschikking, die voor ons toch veel bereikbaarder is dan voor onze achttiende eeuwse broeders en zusters, het H. Sacrament, waarin de Heer zelf ons de gedachtenis aan zijn Lijden, Sterven en Verrijzen heeft nagelaten, opdat wij in en door het veelvuldig vieren en ontvangen van dit Sacrament de genade van de verlossing voortdurend in ons ervaren. Dat wij die zo dankzij de spiritualiteit van onze Orde zo vaak bij het H. Graf mogen verwijlen er in ieder geval de volle Maat van onze wasdom in Christus zouden vinden.
Basiliek van de HH. Wiro, Plechelmus en Otgerus
Sint Odiliënberg
Jos L’Ortye, pastoor