maandag 26 juli 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Die 26 iulii SS. Ioachim et Annæ, parentum Beatæ Mariæ Virginis Ex fructibus eorum cognoscetis eos. Aan hun vruchten zult gij ze kennen.



Lectio altera

Ex Sermónibus sancti Ioánnis Damascéni presbýteri
(Orat. 6, in Nativitatem B. Mariæ V., 2. 4. 5. 6: PG 96, 663. 667. 670)

Ex fructibus eorum cognoscetis eos

Quóniam futúrum erat ut Dei Génetrix Virgo ex Anna nascerétur, natúra grátiæ germen antevértere non ausa est; sed mansit fructus expers, dum grátia fructum éderet. Nasci síquidem primogénitam oportébat, ex qua nascitúrus esset omnis creatúræ primogénitus, in quo ómnia constant.

O par beátum Ióachim et Anna! Vobis omnis creatúra obstrícta est. Per vos enim donum ómnium donórum præstantíssimum Creatóri óbtulit, nempe castam matrem, quæ sola Creatóre digna erat.

Lætáre, Anna stérilis, quæ non paris: erúmpe et clama, quæ non párturis. Exsúlta, Ióachim, quóniam ex fília tua puer natus est nobis, et fílius datus est nobis, et vocábitur nomen eius magni consílii, salútis univérsi mundi, Angelus, Deus fortis. Puer iste Deus est.

O beátum par Ióachim et Anna, immaculatíssimum prorsus! Ex fructu ventris vestri cognoscímini, velut alícubi Dóminus ait: Ex frúctibus eórum cognoscétis eos. Uti Deo gratum erat, atque ea dignum quæ ex vobis orta est, vitæ vestræ ratiónes instituístis. Casta enim et sancta conversatióne vestra virginitátis moníle protulístis, eam, quæ ante partum virgo foret, atque in partu virgo nec non virgo post partum; illam, inquam, quæ sola semper, tum mente tum ánimo, tum étiam córpore virginitátem cultúra esset.

O castíssimum par Ióachim et Anna! Vos castitátem, quam natúræ lex præscríbit, conservántes, ea quæ natúram súperant, divínitus estis consecúti: mundo quippe Dei matrem viri nésciam peperístis. Vos pie et sancte in humána natúra vitam agéntes, fíliam ángelis superiórem nuncque angelórum dóminam edidístis. O speciosíssima dulcissimáque puélla! O fília Adámi et Dei mater! Beáti lumbi et venter, ex quibus prodiísti! Beátæ ulnæ, quæ te gestavérunt; lábia item, quibus castis ósculis frui concéssa es, paréntum nempe dumtáxat tuórum, ut in ómnibus semper virginitátem cóleres! Iubiláte Deo, omnis terra, cantáte, exsultáte et psállite. Exaltáte vocem vestram, exaltáte, nolíte timére.

Tweede lezing
Uit de preken van de H. Johannes Damascenus, bisschop
 (Orat. 6, in Nativitatem B. Mariæ V., 2. 4. 5. 6: PG 96, 663. 667. 670)

Aan hun vruchten zult gij ze kennen

Omdat de maagdelijke Moeder Gods uit Anna geboren zou worden, durfde de natuur de spruit van de genade niet vóór zijn; maar zij bleef zonder vrucht totdat de genade haar vrucht had voortgebracht. Zij moest haar eerstgeborene zijn, uit wie de Eerstgeborene van alle schepselen  geboren zou worden, in Wie alles bestaat.

O gezegend paar Joachim en Anna! Alle schepselen zijn u verplicht. Door u toch hebt gij aan de Schepper de kostbaarste van alle gaven aangeboden, namelijk de reine Moeder, die alleen de Schepper waardig was.

Verheug u, onvruchtbare Anna, gij die niet hebt gebaard: barst los in gejubel, gij die geen weeën hebt gekend. Juich Joachim, omdat uit uw dochter een Kind ons is geboren en een Zoon ons is geschonken, en Zijn Naam wordt genoemd: Wonderbaar Raadsman. Heil van heel de wereld. Afgezant, sterke God. Want dit Kind is God.

O gezegend paar Joachim en Anna, op de volmaaktste wijze onbesmet! Uit de vrucht van uw schoot wordt gij gekend, zoals de Heer ergens zegt: Aan hun vruchten zult gij ze kennen. Zoals het God aangenaam was en haar waardig, die uit u geboren werd, hebt gij uw leven ingericht. Want door uw zuivere en heilige omgang hebt gij dat sieraad van maagdelijkheid voortgebracht, haar, die vóór haar baren maagd was; maagd bij haar baren en ook maagd na haar baren. Haar, zeg ik, die alleen altijd, zowel naar geest als naar ziel, ja, ook naar lichaam de maagdelijkheid zou beoefenen.

Allerzuiverste paar Joachim en Anna! De zuiverheid, die de natuurwet voorschrijft onderhoudend, hebt gij datgene, wat boven de natuur uitgaat, door goddelijke tussenkomst verkregen: Gods Moeder namelijk, die geen man bekende, hebt gij aan de wereld geschonken. Vroom en heilig in de menselijke natuur levend hebt gij een dochter voortgebracht, die boven de engelen staat en nu de Koningin der engelen is. O allerschoonste en allerzoetste Maagd! O dochter van Adam en Moeder van God! Zalig de lendenen en de schoot, waaruit gij zijt voortgekomen! Zalige armen, die u hebben gedragen; zalig de lippen ook, wier zuivere kussen gij hebt mogen genieten, namelijk die van uw ouders, opdat gij in alles steeds de maagdelijkheid zoudt beoefenen! Juicht God toe, geheel de aarde, zingt en jubel met psalmgezang. Verheft uw stem, verheft hen en wilt niet vrezen.