Dirk Bouts, Het Laatste Avondmaal, 1464
Jezus is
hier niet alleen de centrale persoon, de actor van de heilige handeling, maar
ook toeschouwer (Hij zit links van de apostel Johannes en is een kopie van de
Jezusfiguur in het midden). In de reeks “De Werken van Barmhartigheid” is Jezus
op elk der panelen eveneens toeschouwer, een typisch aspect in de schilderijen
van Dirk Bouts (Haarlem 1410 – Leuven 1475).
Sacratissimam, Deus, frequentantibus Cenam,
in qua Unigenitus tuus morti se traditurus, novum in sæcula sacrificium
dilectionisque suæ convivium Ecclesiæ commendavit,
da nobis, quæsumus,
ut ex tanto mysterio plenitudinem caritatis
hauriamus et vitæ.
God, wij herdenken en vieren het heilig Avondmaal, toen uw eniggeboren Zoon het nieuwe offer en de maaltijd van zijn liefde voor altijd aan de Kerk heeft toevertrouwd, voordat Hij zich overleverde aan de dood.
Wij vragen U:
mogen wij in dit grote mysterie de bron
vinden van de liefde en leven in overvloed.
Het Collectagebed van de Avondmis van Witte Donderdag (Missa vespertina in Cœna Domini) is een nieuwe compositie voor het Missale Romanum 1970.
De oratie sluit nauw aan bij de tekst van de Constitutie over de H. Liturgie van het Tweede Vaticaanse Concilie over het Eucharistisch Offer: “Tijdens het Laatste Avondmaal, in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, heeft onze Verlosser het Eucharistisch Offer van zijn Lichaam en Bloed ingesteld, om daardoor het Kruisoffer door de eeuwen heen te bestendigen tot aan zijn wederkomst” (Par. 47). De Heer heeft ons in die nacht dit Offer en de gedachtenisviering van zijn Dood toevertrouwd: “het Sacrament van liefdevolle erbarming, teken van eenheid, band van liefde, paasmaaltijd (“convivium paschale”) (Par. 47). De oratie plaatst “het nieuwe Offer” (“sacrificium novum”) en “Maaltijd van zijn liefde” (“dilectionis suæ convivium”) naast elkaar. De “sacratissimam Cenam” die wij vieren, is beide: het “nieuwe Offer” en de “Maaltijd van liefde”. Wanneer de Constitutie van “Paasmaaltijd” spreekt, drukt zij daarmee uit dat de H. Eucharistie als Offer en als Maaltijd nauw bijeen horen als vervulling van het oude Pascha.
Wanneer het Collectagebed van een viering
van het heilig Avondmaal spreekt, bedoelt het niet alleen de Eucharistieviering
zelf in het algemeen, maar ook de historischr gedachtenisviering op de avond vóór
Goede Vrijdag, waarop het tekstfragment: “Morti se traditurus”, “toen Hij zich
aan de dood zou overleveren” duidelijk wijst (zijnde in de toekomstige tijd).
Het “grote mysterie” waarvan in de bede op
het eind sprake is, omvat derhalve heel de liturgische viering van de avond van
Witte Donderdag.
Tot het complex van het “mysterie” behoort dus
ook de Voetwassing, waarmee Jezus zijn Laatste Avondmaal inleidde, en hier
kunnen we de gedenkwaarde woorden lezen: “Hij had de zijnen in de wereld
bemind, maar nu gaf Hij hen een bewijs van zijn liefde tot het uiterste” (Jo
13, 1). Deze liefde tot het uiterste staat in het mysterie van het Avondmaal
centraal in de heilige handeling die de Kruisdood van Christus reeds representeert,
tegenwoordig stelt.
De uitdrukking “bron van liefde en leven in
overvloed” doet denken aan de oproep van de profeet Jesajs: “Haurite aquam de
fontibus Salvatoris” (Jes 12, 3 Vulgaatversie), “Put water uit de bronnen van
de Heiland!”, de volheid van liefde en leven.