zaterdag 26 maart 2016
vrijdag 25 maart 2016
GOEDE VRIJDAG Eia mater fons amoris… Eia, Moeder, bron van liefde…
Eia mater fons amoris,
Me sentire vim doloris
Fac ut tecum lugeam.
Fac ut ardeat cor meum
In amando Christum Deum,
Ut sibi complaceam.
Geef, o Moeder! bron van liefde,
Dat ik voel, wat U zo griefde,
Dat ik met U medeklaag.
Dat mij 't hart ontgloeit van binnen,
In mijn Heer en God te minnen,
Dat ik Hem alleen behaag.
In haar rouwklacht beweent Maria niet alleen de dood van haar onschuldige Zoon, haar hoogste goed, maar ook de teloorgang van zijn volk en de zonde van het mensdom.
En er is ook een tweede perspectief: wanneer de gelovigen op sommige plaatsen in de wereld de Moeder van de Heer, vandaag, alleen achtergebleven en in diepe smart gedompeld ‘gezelschap houden’ begrijpen zij dat zich in Maria de smart van de wereld over de dood van Christus concentreert. Maria is ook de verpersoonlijking van alle moeders die in de geschiedenis de dood van een kind hebben beweend.
Het menselijk gevoel van pijn en gemis zal in het geloof van de verrijzenis troost en hulp kunnen vinden tot dieper begrip van de grootheid van de verlossende liefde van Christus en de deelname van zijn Moeder daaraan.
Me sentire vim doloris
Fac ut tecum lugeam.
Fac ut ardeat cor meum
In amando Christum Deum,
Ut sibi complaceam.
Geef, o Moeder! bron van liefde,
Dat ik voel, wat U zo griefde,
Dat ik met U medeklaag.
Dat mij 't hart ontgloeit van binnen,
In mijn Heer en God te minnen,
Dat ik Hem alleen behaag.
In haar rouwklacht beweent Maria niet alleen de dood van haar onschuldige Zoon, haar hoogste goed, maar ook de teloorgang van zijn volk en de zonde van het mensdom.
En er is ook een tweede perspectief: wanneer de gelovigen op sommige plaatsen in de wereld de Moeder van de Heer, vandaag, alleen achtergebleven en in diepe smart gedompeld ‘gezelschap houden’ begrijpen zij dat zich in Maria de smart van de wereld over de dood van Christus concentreert. Maria is ook de verpersoonlijking van alle moeders die in de geschiedenis de dood van een kind hebben beweend.
Het menselijk gevoel van pijn en gemis zal in het geloof van de verrijzenis troost en hulp kunnen vinden tot dieper begrip van de grootheid van de verlossende liefde van Christus en de deelname van zijn Moeder daaraan.
Goede Vrijdag “Tenebrae transierunt et verum lumen iam lucet”.
GOEDE VRIJDAG, wat een benaming, zusters en broeders! Is
donkere of duistere vrijdag niet een betere aanduiding dan Goede Vrijdag? Het
is immers de dag van Gods grote afwezigheid. In groter verband zou je het de
dag van de götterdämmerung kunnen noemen, het van God en alles verlaten zijn.
Het is de dag van de afwezige God, van de zwijgende God, van de verborgen God.
De afwezige God. Eerst heeft het volk dat Jezus zo jubelend
had binnengehaald, hem heeft laten vallen en ingeruild voor een misdadiger,
vervolgens laten ook de leerlingen hem een voor een in de steek, en tenslotte
beschrijven de evangelisten hoe Jezus op het kruis de totale Godverlatenheid
heeft moeten ervaren met de woorden uit psalm 22: “God, mijn God, waarom hebt u
mij verlaten?” En in de brief aan de Hebreeën horen we dat Jezus onder tranen
en met luide stem vergeefs gesmeekt en gebeden heeft tot Hem die hem kon redden
van de dood.
De zwijgende God. Van het begin der schepping af is God een
sprekende God. In een tienvoudig ‘En God
sprak’ beschrijft Mozes de scheppende kracht van Gods woord. En alweer in
psalm 22 zegt de bidder ons voor: “De vaderen hebben tot u niet vergeefs
geroepen, zij hebben geroepen en zij ontsnapten aan de dood.” God heeft
gesproken bij de Jordaan: “Dit is mijn beminde Zoon”. Hij heeft zijn stem laten
horen op de berg der verheerlijking: “Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar
hem.” Maar nu Jezus in doodsnood verkeert, zwijgt de hemel en heeft God geen
luisterend oor.
De verborgen God. De Heilige Schrift getuigt van begin tot
eind dat God zich laat zien aan wie Hem zoeken. God die schuil gaat in de wolk
als teken van zijn geheimvolle verhevenheid, toont toch elke keer weer zijn
gelaat als wij hem nodig hebben. U keert naar ons uw aangezicht en wij leven,
zegt de psalmist. Maar nu het duister is over heel het land, heeft God wiens
Naam JHWH is, dat wil zeggen Hij die er
altijd is, zich voor Jezus verborgen en zijn gelaat afgewend.
Het is niet alleen het uur van de afwezige God. Het is ook
het uur van de Mens in opperste doodsnood. Van de lijdende, geslagen en
geteisterde mensheid. Van de mens die slachtoffer is van de natuur door rampen
van ziekten, hongersnood, overstromingen, vulkaanuitbarstingen, aardbevingen en
wat dies meer zij. Van de mens die slachtoffer is van zijn medemensen door
uitbuiting, onderdrukking, geweld, vervolgingen en oorlogen. Van de mens wiens
hand nog net boven water uitsteekt maar niemand die redt. Van de mens die het
uitschreeuwt van ellende zoals de angstkreet op het schilderij van Edvard
Munch, maar niemand in heel de kosmos niet die luistert. Van de mens die
ontredderd alleen staat in een beklemmend landschap zoals op een schilderij van
Carel Willink, waarin alles en iedereen vijandigheid uitstraalt.
Waar is de afwezige God en de mens in opperste verlatenheid
mooier en smartelijker onder woorden gebracht dan in de psalmen 22, 42 en 88?
Ik citeer een paar verzen: “Mijn God, mijn Go, waarom hebt u mij verlaten? U
blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. Mijn God, roep ik,
overdag en u antwoordt niet, des nachts en ik vind geen rust” Psalm 22, 2-3. En
uit psalm 42: “Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag
hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ Tot God, mijn rots, wil ik zeggen: Waarom
vergeet u mij, waarom ga ik gekleed in het zwart en door de vijand geplaagd?
Ja, heel de dag klinkt de hoon van mijn belagers: Waar is dan je God?” En in psalm 88 klaagt de bidder: “Heer God,
mijn redder, overdag schreeuw ik het uit, ’s nachts zit ik stil voor u neer. Ik
roep u aan, elke dag, en strek mijn handen naar u uit. Waarom HEER, verstoot u
mij en verbergt u voor mij uw gelaat? Mijn beste vrienden hebt u van mij
vervreemd, mijn enige metgezel is de duisternis.” Het is de klacht van Jeremia
op de puinhopen van Jeruzalem, het is de doodskreet van Job op de mestvaalt,
het is de angstschreeuw van de lijdende Dienstknecht uit het boek Jesaja.
Wij zijn hier bijeen om ons met Jezus te verenigen in zijn
mensonterende nood enerzijds en in zijn godverlatenheid anderzijds. Of zoals
het dramatisch mooie Gregoriaanse gezang het zo mooi zegt: “Media vita in morte
sumus: Midden in het leven zijn wij ten dode gedoemd”. Maar het kruis waarop de mens geworden Zoon
van God de dood sterft, betekent niet het einde van alles: de dood van God en
de dood van de mens. Wij vereren het kruis niet als een folterwerktuig dat het
einde van alles betekent, maar als de levensboom, als de stronk van Isaï,
waaraan hoopvol een nieuw twijgje ontspruit. Het kruis van Jezus is bij uitstek
de doorgang van het diepe dorre dal naar de weide van Gods licht en leven. Zo
is het toch nog Goede vrijdag. Want aan het kruis, dat instrument van
vernietiging van alles wat goddelijk en menselijk is, ontspringen stromen van
bloed en water, bron van nieuw leven, van bloed dat God en mens verzoent en van
water dat reinigend en levenwekkend werkt. Het kruis, dat teken van dwaasheid
en ergernis, is in de ogen van God de
hoogste wijsheid en het begin van opstanding en onaantastbaar leven.
In haar aan mij gerichte paasgroet citeert moeder priorin de
mooie tekst uit de 1ste brief van Johannes: “Tenebrae transierunt et
verum lumen iam lucet”. De duisternis,
die over het gehele land viel van twaalf uur af tot drie uur in de middag, is aan het wijken en het licht breekt al
door. Maar er staat nog iets bij: “quod verum est in ipso et in vobis”. Wat
zoveel betekent als: dit is waar, dit
werkelijkheid geworden in Hem, in Jezus dus, en ook in u, ook in ons dus. Dit is vandaag de boodschap van troost
en hoop die we uitzingen in de hymne:
O kruis dat
ons Gods zegen bracht
En hoop op
redding lang verwacht,
Eens teken
van veroordeling
Nu teken van verheerlijking.
Amen.
Alfons Jaakke, pr.
woensdag 23 maart 2016
Overweging voor Witte Donderdag - De Eucharistie is ook de actuele belevenis van ieder die zich hier en nu met hem verenigt
Overweging voor Witte Donderdag
Jaar
C
Al weken lang kun je over de radio of
op de televisie luisteren of kijken naar uitvoeringen van de Matteüspassion van
Johannes Sebastian Bach, het lijdensverhaal van Jezus van Nazareth. Dit
imposante werk is gecomponeerd als een klassieke tragedie, als een Grieks drama
waarin muziek en tekst tot een grootse eenheid zijn verweven, en waarin
uitdrukking wordt gegeven aan de diepste gevoelens van geloof en liefde, maar
ook aan de macht van het kwaad. Wie kent niet die bloedstollende aria van de
alt: "Erbarme dich, mein Gott", heb erbarmen, mijn God. Of die
meeslepende en hartverscheurende aria van de sopraan: "Ich will dir meine
Herze schenken", ik wil u mijn hart geven. Om maar niet te spreken van het
stil makende slotgezang: "Ruhe sanfte, sanfte ruh", rust in vrede,
rust nu zacht, mijn Jezus. Een gezang waarop je kan meedeinen als op de golven
van een oceaan aan klanken.
Toch kleeft er aan al dit moois ook
een bezwaar. De passieverhalen zoals wij die kennen en beleven, presenteren
zich als een afgerond geheel waarin de rust van het graf als het ware de
sluitsteen is, het einde van alles.
Maar deze leestraditie die de
opwekking van Jezus als het ware loskoppelt van het lijdensverhaal, is niet
overeenkomstig de zienswijze van de vier evangelies. Die presenteren dood en
opstanding als één handeling waarin alle menselijke krachten en machten een
grote rol spelen, maar waarin de God van de hemel toch de uiteindelijke regie
heeft, van begin tot einde, van dood tot leven. In het lijdensverhaal zitten al
de kiemen van Jezus' opstanding verborgen. Daarom beschrijven de evangelies de
laatste levensweek van Jezus als een eenheid: van Palmzondag, de eerste dag van
de week, tot en met Paaszondag, opnieuw de eerste dag van de week. En de Witte
Donderdag, de dag waarop Jezus met zijn leerlingen het Pesachmaal vierde, is
daarin het scharnierpunt. Drie gebeurtenissen gaan aan het paasmaal vooraf: de
intocht in Jeruzalem, het betreden van de tempel en de zalving van hoofd en
voeten, gebeurtenissen die hem neerzetten als de Messias die Gods Koninkrijk op
aarde komt vestigen. En zoals er drie gebeurtenissen aan het Pesachmaal vooraf
gaan, volgen er ook drie taferelen: De doodsangst en de gevangenneming in de
Hof van Getsemane, het proces voor de Hoge Raad en Pilatus met als resultaat de
dood aan het kruis, wat hem tekent als de Mensenzoon en de lijdende
Dienstknecht, en tenslotte het lege graf en de verschijningen als tekenen van
zijn opstanding, als bewijs dat hij de verheerlijkte Zoon van God is.
Vandaag viert Jezus zoals elke Joodse
huisvader, met zijn leerlingen, het Pesachmaal als herinnering aan en
herbeleving van de Uittocht uit de slavernij, het verbond met God, en de gang
naar het beloofde Land. Maar Jezus knoopt er nog een liturgische handeling aan
vast: de zegening van brood en beker als teken van zijn eigen exodus uit dit
leven en van zijn gang naar de Vader. Als verwijzing naar zichzelf als het
geslachte paaslam dat verzoening bewerkt tussen God en mens, en vergeving van
zonden; als de aanvang van een nieuwe toekomst, als teken van de eindtijd die
met hem gekomen is.
De aanwezigheid van Jezus onder de
gedaanten van brood en wijn is een groot mysterie dat we in diep geloof
aanvaarden. Maar het gaat niet alleen maar om de wijding van het brood en de
zegening van de beker als zijn Lichaam en zijn Bloed. Het gaat om meer. Wat
Jezus wil, is dat het brood wordt gebroken, uitgereikt en gegeten. Wat Jezus
verlangt, is dat de beker waarin de wijn geplengd is, van hand tot hand
rondgaat en wordt uitgedronken. Juist door die deelneming aan zijn tafel kunnen
we solidair zijn met Jezus als de lijdende Dienaar en als de opgestane Heer. De
Eucharistie als Lichaam en Bloed van Jezus is niet alleen maar een herinnering
aan Jezus' dood en verrijzenis van 2000 jaar geleden, het is ook de actuele
belevenis van ieder van ons die zich hier en nu met hem verenigt en tot slot is
het ook een opdracht naar de toekomst toe, onze bijdrage en medewerking aan de
vestiging van Gods Koninkrijk totdat Hij komt; tot de eindtijd komt waarin
Jezus de macht die Hij als verrezen Heer van de Vader ontvangen heeft, weer aan
God teruggeeft, en God tenslotte alles in allen zal zijn. Amen.
Dr. Alfons Jaakke, pr.
maandag 21 maart 2016
Der schmerzhafte Rosenkranz mit Benedikt. XVI Jesus, der für uns gekreuzigt worden ist
JESUS nimmt
den ganzen Schmerz der Kreuzigung bewusst auf sich. Sein ganzer Leib ist zerschlagen;
die Worte des Psalms sind wahr geworden: «Ich aber bin ein Wurm und kein
Mensch, der Leute Spott, vom Volk verachtet» (Psalm 22,7). «Wie einer, vor dem
man das Gesicht verhüllt, war er verachtet … Aber er hat unsere Krankheit
getragen und unsere Schmerzen auf sich geladen» (Jesaia 53,37).
Halten
wir inne vor diesem Bild des Schmerzes, vor dem leidenden Gottessohn. Schauen
wir auf ihn hin in den Stunden der Selbstgerechtigkeit und des Genusses, damit
wir lernen, Grenzen einzuhalten, das Vordergründige alles blosz materiellen
Güter zu durchschauen. Blicken wir auf ihn hin in den Augenblicken der Not und
der Anfechtung, um zu erkennen, dass wir gerade so Gott nahe sind.
Kreuzweg am Kolosseum in
Rom, Karfreitag 2005
Jesus hat die Passion, Sein Leiden und seinen Tod in Gebet umgewandelt
Gott hat die Welt nicht durch das Schwert, sondern durch das Kreuz erlöst.
Sterbend breitet Jesus die Arme aus. Dies ist zunächst die Gebärde der Passion,
in der er sich für uns annageln lässt, um uns sei Leben zu geben. Aber die
ausgebreiteten Arme sind zugleich die Haltung des Betenden … Jesus hat die
Passion, Sein Leiden und seinen Tod in Gebet umgewandelt, und so umgewandelt in
einen Akt der Liebe zu Gott und zu den Menschen.
Darum sind die ausgebreiteten Arme des Gekreuzigten endlich auch ein Gestus
der Umarmung, mit der er uns an sich zieht, in die Hände seiner Liebe
hineinnehmen will. So ist er ein Bild des lebendigen Gottes, Gott selbst, ihm
dürfen wir uns anvertrauen.
Papst
Benedikt XVI. Predigt vor der Basilika in Mariazell, 8.9.2007
Die uit de doden verrees en vanuit het graf de mens weer opwekte
“Hij is het die Mens werd in de Maagd, aan het kruis
opgehangen, in de aarde begraven en verrijzend uit de doden opsteeg naar het
hoogste der hemelen.
Hij is het zwijgende Lam: Hij is het gedode Lam; Hij werd
geboren uit het schone lam Maria. Hij is het die uit de kudde gehaald werd en
meegenomen om geslacht te worden, des avonds geofferd en des nachts begraven.
Die aan het kruis niet werd gebroken en onder de aarde niet werd ontbonden; Die
uit de doden verrees en vanuit het graf de mens weer opwekte”.
Melito van Sardes
Der schmerzhafte Rosenkranz mit Benedikt. XVI – Jesus, der für uns das schwere Kreuz getragen hat
AM
KREUZWEG JESU steht Maria, seine Mutter. Während des öffentlichen Lebens hatte
sie zurücktreten müssen, um dem Werden der neuen Familie Jesu, der Familie
seiner Jünger, Raum zu geben. Sie hatte die Worte hören müssen: «Wer ist meine
Mutter und wer sind meine Brüder? … Wer den Willen meines himmlischen Vaters
erfüllt, der ist für mich Bruder und Schwester und Mutter» (Matthäusevangelium
12,48-50).
Nun
zeigt sich, dass sie nicht nur dem Leibe nach, sondern dem Herzen nach Mutter
Jesu ist. Noch ehe sie ihn im Leibe empfing, hatte sie ihn durch ihren Gehorsam
im Herzen empfangen. Ihr war gesagt worden: «Du wirst ein Kind empfangen, einen
Sohn wirst du gebären … Er wird Grosz sein … Gott der Herr wird ihm den Thron
seines Vaters David geben» (Lukasevangelium 1,31f). Aber sie hatte wenig später
aus dem Mund des greisen Simeon auch das andere Wort gehört: «Dir wird ein
Schwert durch die Seele dringen» (ebd. 2,35). Und dabei mögen ihr Worte aus den
Propheten ins Bewusstsein getreten sein wie dieses: «Er wurde misshandelt und
niedergetreten … wie ein Lamm, das man zum Schlachtern führt …, so tat auch er
seinen Mund nicht auf» (Jesaia 53,7).
Nun war
dies alles da. In ihrem Herzen wird sie immer wieder auf das Wort gelauscht
haben, das ihr der Engel ganz am Anfang gesagt hatte: «Fürchte dich nicht,
Maria» (Lukasevangelium 1,30). Die Jünger sind geflohen, sie flüchtet nicht.
Sie steht da mit dem Mut der Mutter, mit der Treue der Mutter, mit der Güte der
Mutter und mit ihrem Glauben, der in den Finsternissen widersteht: «Selig, die
du geglaubt hast» (ebd. 1,45).
«Wird
der Menschensohn, wenn er kommt, auf der Erde Glauben vorfinden?»
(Lukasevangelium 18,8). Ja, in diesem Augenblick weisz er es:: Er findet
Glauben, Das ist in dieser Stunde sein groszer Trost.
Kreuzweg am Kolosseum in
Rom, Karfreitag 2005
HEILIGE
MARIA, Mutter des Herrn, du bist treu geblieben, als die Jünger flohen. Wie du
geglaubt hast, als der Engel dir das Unglaubliche verkündigte, Mutter des
Allerhöchsten zu werden, so hast de geglaubt in der Stunde seiner tiefsten
Erniedrigung. So bist du in der Stunde des Kreuzes, in der Stunde der
dunkelsten Weltennacht Mutter der Glaubenden, Mutter der Kirche geworden.
Wir
bitten dich: Lehre uns glauben und hilf uns, dass der Glaube zum Mut des
Dienens und zur Tat der helfenden und der mit-leidenden Liebe werde.
zaterdag 19 maart 2016
HOOGFEEST VAN DE H. JOZEF Getrouwe Voedstervader en Beschermer
De algemene regel voor alle bijzondere genaden, die aan een verstandelijk schepsel geschonken worden, is deze: dat, wanneer de goddelijke genade iemand uitverkiest tot een bijzondere genade of een verheven staat, God ook alle charismata schenkt, die voor die uitverkoren persoon en zijn taak noodzakelijk zijn en die deze mens op overvloedige wijze sieren.
Dit wordt op bijzondere wijze bewaarheid in de zeer heilige Jozef, die voor de vader gehouden is van de Heer Jezus Christus en die de ware bruidegom was van de Koningin der wereld en de Meesteres der Engelen; die door de eeuwige Vader was uitgekozen tot Voedstervader en Beschermer van zijn voornaamste schatten, namelijk zijn Zoon en zijn Bruid. Die taak heeft hij op de meest getrouwe wijze vervuld. Daarom zei de Heer tot hem: Goede en getrouwe dienstknecht, ga binnen in de vreugde van uw Heer.
Als u Jozef vergelijkt met de gehele Kerk van Christus is hij dan niet die uitverkoren en bijzondere man, door wie en onder wie Christus op een geregelde en eervolle wijze in de wereld is binnengeleid? Als dus de gehele Heilige Kerk dank verschuldigd is aan de Moedermaagd, omdat de Kerk waardig gekeurd werd door haar Christus te ontvangen, dan is de Kerk ook inderdaad na haar aan Jozef bijzondere dank en eerbied verschuldigd.
Hij toch is het slotwoord van het oude Testament, waarin de waardigheid van de patriarch en profeet de beloofde vrucht zoekt te bereiken. Hij is verder de enige, die lichamelijk bezat wat de goddelijke gunst aan hen beloofd had.
Daarom kan men er niet aan twijfelen, dat Christus de gemeenzaamheid, de eerbied en de grootste eer, die Hij aan Jozef als zoon jegens zijn vader betuigde, toen Hij nog onder de mensen verkeerde, ook niet geweigerd heeft in de hemel, ja, dat Hij dit zelfs nog heeft vermeerderd en vervolmaakt. Vandaar dat door de Heer niet ten onrechte wordt toegevoegd: Ga binnen in de vreugde van uw Heer. Hoewel de vreugde van de eeuwige zaligheid in het hart van de mens binnentreedt, heeft de Heer toch liever tot hem gezegd: Ga binnen in de vreugde, opdat aldus op mystieke wijze betekend zou worden, dat die vreugde niet alleen in hem zou zijn, maar hem van alle zijden zou omgeven en in bezit nemen en hem als in een oneindige afgrond zou onderdompelen.
Daarom, heilige Jozef, gedenk ons en kom met de steun van uw voorbede voor ons op bij Hem, die voor uw zoon werd gehouden. Stem ook uw Bruid gunstig voor ons, de allerheiligste Maagd, die de Moeder is van Hem , die met de Vader en de Heilige Geest leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.
H.Bernardinus van Siëna , Sermo 2 de S. Ioseph: Opera 7, 16.27-30
Dit wordt op bijzondere wijze bewaarheid in de zeer heilige Jozef, die voor de vader gehouden is van de Heer Jezus Christus en die de ware bruidegom was van de Koningin der wereld en de Meesteres der Engelen; die door de eeuwige Vader was uitgekozen tot Voedstervader en Beschermer van zijn voornaamste schatten, namelijk zijn Zoon en zijn Bruid. Die taak heeft hij op de meest getrouwe wijze vervuld. Daarom zei de Heer tot hem: Goede en getrouwe dienstknecht, ga binnen in de vreugde van uw Heer.
Als u Jozef vergelijkt met de gehele Kerk van Christus is hij dan niet die uitverkoren en bijzondere man, door wie en onder wie Christus op een geregelde en eervolle wijze in de wereld is binnengeleid? Als dus de gehele Heilige Kerk dank verschuldigd is aan de Moedermaagd, omdat de Kerk waardig gekeurd werd door haar Christus te ontvangen, dan is de Kerk ook inderdaad na haar aan Jozef bijzondere dank en eerbied verschuldigd.
Hij toch is het slotwoord van het oude Testament, waarin de waardigheid van de patriarch en profeet de beloofde vrucht zoekt te bereiken. Hij is verder de enige, die lichamelijk bezat wat de goddelijke gunst aan hen beloofd had.
Daarom kan men er niet aan twijfelen, dat Christus de gemeenzaamheid, de eerbied en de grootste eer, die Hij aan Jozef als zoon jegens zijn vader betuigde, toen Hij nog onder de mensen verkeerde, ook niet geweigerd heeft in de hemel, ja, dat Hij dit zelfs nog heeft vermeerderd en vervolmaakt. Vandaar dat door de Heer niet ten onrechte wordt toegevoegd: Ga binnen in de vreugde van uw Heer. Hoewel de vreugde van de eeuwige zaligheid in het hart van de mens binnentreedt, heeft de Heer toch liever tot hem gezegd: Ga binnen in de vreugde, opdat aldus op mystieke wijze betekend zou worden, dat die vreugde niet alleen in hem zou zijn, maar hem van alle zijden zou omgeven en in bezit nemen en hem als in een oneindige afgrond zou onderdompelen.
Daarom, heilige Jozef, gedenk ons en kom met de steun van uw voorbede voor ons op bij Hem, die voor uw zoon werd gehouden. Stem ook uw Bruid gunstig voor ons, de allerheiligste Maagd, die de Moeder is van Hem , die met de Vader en de Heilige Geest leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.
H.Bernardinus van Siëna , Sermo 2 de S. Ioseph: Opera 7, 16.27-30
Gebed op het hoogfeest van de H. Jozef
Voedstervader
van Jezus
Bruidegom van
de heilige Maagd Maria
Beschermer
van de H. Kerk
Almachtige God,
Gij hebt aan de Heilige Jozef de taak gegeven om
als een trouw dienaar te waken over het begin van uw heilswerk.
Geef dat uw Kerk, op zijn voorspraak, altijd zorg
draagt voor de voltooiing van dit mysterie.
Martyrologium Romanum 19 maart H. Jozef
Het hoogfeest van de heilige Jozef, de bruidegom van de allerheiligste
Maagd Maria; die als een rechtschapen man uit het geslacht van David de
voedstervader was van de Zoon van God, Christus Jezus, die Zoon van Jozef genoemd
wilde worden en aan hem onderdanig wilde zijn zoals een zoon aan zijn vader.
In het bijzonder vereert de Kerk
hem als de beschermer die de Heer over zijn gezin heeft aangesteld.
vrijdag 18 maart 2016
18 maart - H. Cyrillus van Jeruzalem, bisschop en kerkleraar "Dieper inzicht in het heilsmysterie"
Uit christelijke ouders in het jaar 315 geboren, volgde Cyrillus op 33-jarige leeftijd Maximus op als bisschop van Jeruzalem. Om zijn houding in de strijd tegen het Arianisme werd hij meer dan eens verbannen. Van zijn herderlijke werkzaamheid getuigen zijn preken, waarin hij de orthodoxe leer, de heilige Schrift en de kerkelijke tradities voor zijn gelovigen verklaarde. Hij stierf in 386.
Uit de onderrichtingen van de heilige Cyrillus, bisschop van Jeruzalem († 386)
Maakt het vat van uw ziel gereed om de heilige Geest te ontvangen.
Jubel
dan, hemel, en aarde juich’ (Ps. 96 (95), 11; vgl. Jes. 49, 13) om hen
die met hysop besprenkeld en met geestelijke hysop gereinigd gaan worden
(vgl. Ps. 51 (50), 9), in de kracht van Hem die in het lijden met hysop en rietstok gedrenkt werd (vgl. Joh. 19, 29).
Laten ook de hemelse machten zich verheugen. Laten zij die met de
geestelijke Bruidegom verbonden gaan worden, zich gereedmaken. Want
hoort: ‘Daar klinkt een stem die roept: baant voor de Heer een weg door
de steppe’ (Jes. 40, 3).
Luistert dan, kinderen van de
gerechtigheid, naar wat Johannes zegt, wanneer hij ons toeroept: ‘Maakt
de weg recht voor de Heer’ (Joh. 1, 23). Neemt alle hindernissen
en struikelblokken weg, opdat gij rechtstreeks naar het eeuwige leven
gaat. Reinigt de vaten van uw ziel door een ongeveinsd geloof en maakt
ze klaar om de heilige Geest te ontvangen. Begint uw kleren te wassen in
boetvaardigheid, opdat gij, tot het bruidsvertrek geroepen, rein
bevonden wordt.
De Bruidegom roept immers
allen zonder onderscheid, want zijn genade is overvloedig, en door het
luid geroep van zijn boden worden allen verzameld (vgl. Mt. 22, 9-10).
Diezelfde Bruidegom brengt vervolgens een scheiding aan onder hen die
gekomen zijn op de bruiloft, die een voorafbeelding van het doopsel is.
Laat het nu niet gebeuren dat
iemand van hen die ingeschreven zijn te horen krijgt: ‘Vriend, hoe zijt
gij hier binnengekomen zonder bruiloftskleed’ (Mt. 22, 12)?
Moge het echter zo zijn dat
gij allen te horen krijgt: ‘Uitstekend, goede en trouwe dienaar, over
weinig waart gij trouw, over veel zal ik u aanstellen. Ga binnen in de
vreugde van uw Heer’ (Mt. 25, 21).
Nu hebt gij immers zo lang
buiten aan de deur gestaan. Moogt gij dan allen zeggen: ‘De koning heeft
mij in zijn vertrekken binnengevoerd’ (vgl.. Hoogl. 1, 4).
‘Verheugd en blij ben ik in de Heer, verrukt is mijn geest om mijn God.
Want heil gaf Hij mij als gewaad, gerechtigheid kreeg ik als mantel;
getooid als een bruidegom met een kroon, gesierd als een bruid met haar
bruidstooi’ (Jes. 61, 10).
Moge uw ziel zonder vlek of rimpel of iets van dien aard bevonden worden (vgl. Efl 5, 27).
Dat bedoel ik niet vóór het ontvangen van de genade. Hoe zou dat immers
kunnen, omdat gij juist gekomen zijt om vergiffenis van de zonden te
verkrijgen? Moge uw geweten echter, wanneer u de genade geschonken
wordt, rein bevonden worden en dan met de genade gelijke tred houden.
Het doopsel is werkelijk een
zaak van groot belang, broeders en zusters. Richt hierop al uw aandacht.
leder van u zal voor God geplaatst worden, ten overstaan van de
ontelbare heerscharen van de engelen. De heilige Geest zal uw ziel van
een merkteken voorzien. Gij zult ingelijfd worden bij het leger van de
grote koning.
Bereidt u dan voor, maakt u
gereed, niet door u in de schitterendste gewaden te hullen, maar door u
toe te rusten met een goed geweten en met godsvrucht.
Laat ons bidden.
God, Gij hebt uw kerk tot een dieper inzicht van het heilsmysterie gebracht door toedoen van de heilige bisschop Cyrillus. Wij vragen U op zijn voorspraak dat wij het leven bezitten in overvloed, door te belijden dat Jezus Christus is: uw Zoon, onze Heer. Die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.
Laat ons bidden.
God, Gij hebt uw kerk tot een dieper inzicht van het heilsmysterie gebracht door toedoen van de heilige bisschop Cyrillus. Wij vragen U op zijn voorspraak dat wij het leven bezitten in overvloed, door te belijden dat Jezus Christus is: uw Zoon, onze Heer. Die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.
woensdag 16 maart 2016
Der schmerzhafte Rosenkranz mit Benedikt. XVI - Jesus, der für uns mit Dornen gekrönt worden ist
Antonello da Messina, Ecce Homo (ca. 1473). Piacenza. Collegio Alberoni |
Jesus, der für uns mit Dornen gekrönt worden ist
DER ALS
PSEUDOKöNIG verurteilte Jesus
wird verspottet, aber im Spott kommt auf grausame Weise Wahrheit zum Vorschein.
Wie oft sind Insignien der Macht, die die Mächtigen der Welt tragen, Hohn auf
die Wahrheit, auf die Gerechtigkeit, auf die Menschenwürde. Wie oft sind ihre
Rituale und ihre groszen Worte in Wahrheit nichts als pompöse Lügen,
Karikaturen des Auftrags, den ihnen ihr Amt gibt: im Dienst des Guten zu
stehen.
Jesus,
der Verspottete, der die Krone des Leidens trägt, ist gerade so der wahre
König. Sein Zepter ist Gerechtigkeit (vgl. Psalm 45,7). Gerechtigkeit kostet
Leiden in dieser Welt: Er, der wahre König, herrscht nicht durch Gewalt, sondern
durch die Liebe, die für uns und mit uns leidet. Er nimmt das Kreuz auf sich –
unser Kreuz, die Last des Menschseins, die Last der Welt. So geht er uns voran
und zeigt uns, wie wir den Weg zum wirklichen Leben finden.
Herr, du
hast dich verspotten und beschimpfen lassen. Hilf uns, dass wir nie in den
Spott auf die Leidenden und die Schwachen einstimmen. Hilf uns, in den
Erniedrigten, in den an den Rand Gestoszenen, dein Gesicht zu erkennen. Hilf
uns, nicht vor dem Spott der Welt zurückzuschrecken, wenn der Gehorsam gegen
deinen Willen verächtlich gemacht wird.
Du hast
das Kreuz getragen und uns eingeladen, dir auf diesem Weg nachzufolgen
(Matthäusevangelium 10,38). Hilf uns, das Kreuz anzunehmen, nicht in die
Betäubungen zu flüchten, nicht zu murren und nicht finsteren Herzens zu werden ob
der Mühsal unseres Lebens.
Hilf
uns, den Weg der Liebe zu gehen – im Erleiden ihres Anspruchs zur wahren Freude
zu kommen.
Kreuzweg am Kolosseum in
Rom, 2005
maandag 14 maart 2016
Der schmerzhafte Rosenkranz mit Benedikt. XVI Jesus, der für uns gegeiszelt worden ist
In
Wirklichkeit ist der Vorschlag Christi realistisch, denn er trägt der Tatsache
Rechnung, dass es in der Welt zu viel Gewalt, zu viel Ungerechtigkeit gibt;
eine solche Situation ist nur dann zu überwinden, wenn ihr ein Mehr an Liebe, ein
Mehr an Güte entgegengesetzt wird. Dieses «Mehr» kommt von Gott: Es ist seine
Barmherzigkeit, die in Jesus Fleisch geworden ist und die allein in der Welt
den Schwerpunkt auf die Seite des Guten verlagern kann, ausgehend von jener
kleinen und entscheidenden «Welt», die das Herz des Menschen ist.
Vor dem Angelusgebet,
18.2.2007
HERR, DU
BIST ZUM TODE verurteilt worden, weil Menschenfurcht die Stimme des Gewissens
erstickte. Die ganze Geschichte hindurch werden so immer wieder die
Unschuldigen geschlagen, verurteilt und getötet. Wie oft haben wir selbst den
Erfolg der Wahrheit, unser Ansehen der Gerechtigkeit vorgezogen. Gib der leisen
Stimme des Gewissens, deiner Stimme, Macht in unserem Leben. Schau mich an, wie
du Petrus nach der Verleugnung angesehen hast. Lass deinen Blick in unsere
Seele dringen und unserem Leben die Richtung geben. Denen, die am Karfreitag
gegen dich geschrien hatten, hast du an Pfingsten die Erschütterung des Herzens
und die Bekehrung geschenkt. So hast du uns allen Hoffnung gegeben. Schenke
auch uns immer neu die Gnade der Bekehrung.
Kreuzweg am Kolosseum in
Rom, Karfreitag 2005
Abonneren op:
Posts (Atom)