vrijdag 11 maart 2016

Er is niets wat Hij niet tot ons heil heeft gedaan of geleden…

Paus Leo de Grote [400-461]:

“Aan niemand van de zwakken wordt de overwinning van het kruis geweigerd; er is niemand die niet door het gebed van Christus wordt geholpen. Als dat gebed voor velen, die tegen Hem woedden, van voordeel is geweest, hoeveel te meer zal het hen dan helpen, die zich tot Hem bekeren?
De christenen worden uitgenodigd tot de rijkdommen van het paradijs, en voor alle herborenen is de terugkeer naar het verloren vaderland toegankelijk gemaakt, als niemand voor zich die weg door eigen schuld afsluit, die voor het geloof van de goede moordenaar geopend kon worden.
De bezigheden van het leven moeten ons niet zo angstig of hoogmoedig in beslag nemen, zodat wij ons niet met heel ons hart kunnen toeleggen om door middel van zijn voorbeeld gelijkvormig te worden aan onze Verlosser. Er is niets wat Hij niet tot ons heil heeft gedaan of geleden, om te bewerken, dat de kracht die in het Hoofd was ook in het lichaam aanwezig zou zijn.
Omdat onze natuur van haar oude wonden  moest worden genezen en gezuiverd van de opeenhoping van zonden, is de Eniggeborene van God ook zó een Zoon van mensen geworden, dat Hij niets van het waarachtig mens-zijn miste, noch de volheid van de Godheid.
Het was iets van ons dat Hij ontzield in het graf werd gelegd, maar ook dat hij op de derde dag verrees en tot boven alle hemelen opsteeg om te zitten aan de rechterhand van de Majesteit van zijn Vader: opdat – als wij voortgaan op de weg van zijn geboden en er ons niet voor schamen te erkennen, wat hij in zijn lichamelijke vernedering voor ons betaald heeft – ook wij verheven mogen worden tot de deelname in zijn glorie: omdat openlijk in vervulling zal gaan wat Hij voorzegd heeft: Ieder die Mij belijdt voor de mensen, zal ook Ik belijden voor mijn Vader, die in de hemelen is.

(Uit: Leo Magnus, Sermo 15, De passione Domini, 4: PL 54, 367)