Schrijn
met gebeente van Thomas a Kempis in de basiliek van
Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming, Zwolle centrum
Kom, o kom, Gij heilige Geest, met heel
de rijkdom uwer gaven en weer ver van mij de Satan met al zijn voorstellingen
der verbeelding, die mij bij mijn gebed en devote overweging maar al te vaak
verstrooiingen bezorgt.
Kom, als een weldadige, verkwikkende
zuidenwind, waai door de tuin van mijn hart met de in-warme gloed van uw liefde
en doof alle vleselijke lust in mij uit. Dan zal daar overvloedige dankbaarheid
in lieflijke geuren opstijgen en onder een stroom van tranen, die voortkomt uit
innig leedwezen over mijn zonden en uit dankbare herinnering aan al uw
weldaden.
Kom, allerbeste Trooster, trek mij uit de
afgrond van duistere treurigheid, stort in mijn hart de lichtglans van de
innerlijke vreugde en verkwik met de hoop op de eeuwige rust voor mijn geringe arbeid.
Tegen de droefheid van de geest sterk mij
door uw woorden in de lofgezangen en psalmen. Tegen de opwellingen van de toorn
geef mij, o God, het schild van het geduld.
Tegen de opgeblazenheid van de hoogmoed
boezem mij vrees in voor de dood en de eeuwige hellepijn. Want wie zal de macht
van uw gramschap en de straf zonder einde niet vrezen? Tegen ijdele eerzucht en
verwaandheid leer mij op mijn eigen zwakheid acht geven en op de deugden van
anderen.
Tegen lichtzinnigheid in het spreken leer
mij het stilzwijgen onderhouden.
Tegen uitgelaten lachen laat tranen
vloeien uit mijn ogen en zuchten wellen uit mijn hart. Want beter is het
hartbrekend te wenen dan zinloos te lachen.
Tegen mijn nieuwsgierigheid en
onbeteugelde blikken houd mij het beeld van Jezus voor ogen, die om mijnentwil
gekruisigd werd.
Tegen opschik in kleding stel mijn het
verderf voor ogen, dat de wormen zullen brengen. Tegen de begeerlijkheid van
het vlees ontsluit mij de graven der doden.
Tegen de zucht naar de wijnkroes reik mij
de gal en de azijn van Christus.
Tegen de ijdele praat van de wereld
vertel mij van de goddelijke waarheden.
Tegen eindeloze beuzelpraat stop terstond
mijn oren dicht om te voorkomen, dat het gif door de vensters naar binnen
dringt.
Tegen rondzwerven langs winkels en langs
straten bind mijn handen en voeten met de kluisters van de vrees jegens U,
opdat ik niet ten prooi val aan velerlei bekoringen.
Tegen verkeerde mismoedigheid en
lusteloosheid stort mij de genade van uw heilige zalving in.
Tegen kwade vermoedens jegens iemand geef
mij omtrent de naaste betere gedachten.
Tegen een mij aangedane belediging leer
mij geduldig zijn en mij hoeden voor wraakzucht, opdat ik de kroon der hemelse
heerlijkheid niet verlies, die aan de geduldigen is beloofd. Tegen de vele
kwalen van mijn ziel bied mij de heilzame reukwerken van uw deugden en de
uitgelezen spreuken der heilige leraren.
Tegen mijn slechte gewoonten schenk mij
de kracht mijn natuur geweld aan te doen om wille van het eeuwige leven. Bij
overmatige arbeid verleen mij dan, dat ik door een devoot gebed de vrede des
harte beware.
Tegen wanhoop bij veel wederwaardigheden
geef mij een heilig vertrouwen op U om uw overgrote barmhartigheid en de
verdiensten der heiligen, o liefdevolle heilige Geest, Gij, Helper in
verdrietelijkheden. Amen.
Uit: Thomas Hemerken van Kempen; uit het Latijn
vertaald door Fr. Hyacinth Verbij O.F.M. en J.A.Th. van Wessum pr., Gebeden en overwegingen over het leven van Christus. 1950) (IIe dl
v.d. IIe verhandeling, hfdst. 5). 1950.