Afbeelding: Jan de Flandes/Flandres,
Pinksteren, 1504.
Olieverf
op hout, 21x15 cm, Palacio Real, Madrid.
I n l e i d i n
g
Nadat het werk voltooid was dat de Vader aan zijn
Zoon had opgedragen om op aarde te volbrengen (vgl. Jo 17,4), werd op de
Pinksterdag de Heilige Geest gezonden, die de Kerk voortdurend zou heiligen,
opdat aldus de gelovigen door Christus in één Geest toegang zouden hebben tot
de Vader (vgl. Ef 2,18). Hij is de Geest van het leven, of de waterbron, die
opspringt ten eeuwig leven (vgl. Jo 4,14; 7,38-39). Door Hem maakt de Vader de
mensen, die dood waren door de zonde, levend om eens hun sterfelijke lichamen
in Christus te doen verrijzen (vgl. Rom 8,10-11).
De Geest woont in de Kerk
en in de harten van de gelovigen als in een tempel (vgl. 1 Kor 3,16; 6,19),
bidt in hen en legt getuigenis af van hun aanneming tot kinderen (vgl. Gal 4,6;
Rom 8,15-16 en 26). De Kerk, die Hij tot de volle waarheid voert (vgl. Jo
16,13) en één maakt in gemeenschap en bediening, bekleedt en bestuurt Hij met
verscheidene hiërarchische en charismatische gaven en siert ze met zijn
vruchten (vgl. Ef 4,11-12; 1 Kor 12,4); Gal 5,22).
Door de kracht van het Evangelie houdt Hij de Kerk
jeugdig, vernieuwt haar steeds et leidt haar tot de volmaakte vereniging met
haar Bruidegom. Want de Geest en de Bruid zeggen tot de Heer Jezus: “Kom!” (vgl
Apoc 22,17).
Zo verschijnt dan de gehele Kerk als het volk, dat één is geworden in
de eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. (IIe Vatikaans Concilie, Dogmatische
Constitutie over de Kerk, nr. 4)
Eenheid en samenhang zijn
sleutelbegrippen in dit collectegebed. De Heilige Geest heeft de jonge Kerk
samen gebracht door de prediking van de Apostelen. De Heilige Geest verankert
ons aan deze zelfde prediking van de Apostelen. De Heilige Geest schiep eenheid
onder verschillende volkeren en naties in die tijd, heden doet Hij hetzelfde.
De Heilige Geest echter schept eenheid tussen het door Christus gevormde
Godsvolk dat Hij verenigde tot één Lichaam, toen, en het Godsvolk verenigd tot
één Lichaam, nu. Eenheid wordt ook gevonden in continuïteit: zowel diachronisch,
dwars door de geschiedenis van de eeuwen heen, als transnationaal.
T e k s t
Missale Romanum 1970
Deus, qui sacramento
festivitatis hodiernæ
universam Ecclesiam tuam
in omni gente et natione sanctificas,
in totam mundi latitudinem Spiritus Sancti dona defunde,
et, quod inter ipsa evangelicæ praedicationis exordia
operata est divina dignatio,
nunc quoque per credentium corda perfunde.
universam Ecclesiam tuam
in omni gente et natione sanctificas,
in totam mundi latitudinem Spiritus Sancti dona defunde,
et, quod inter ipsa evangelicæ praedicationis exordia
operata est divina dignatio,
nunc quoque per credentium corda perfunde.
Altaarmissaal
Nederlandse Kerkprovincie 1979
God, door het mysterie van dit feest
heiligt Gij heel uw Kerk onder alle volken en talen.
Laat de gaven van de Heilige Geest overal op aarde
neerdalen:
Kom met uw Geest in het hart van uw gelovigen,
zoals Gij hebt gedaan bij het begin van de
verkondiging van het Evangelie.
Werkvertaling
God, die door het mysterie van het feest van
vandaag
uw universele Kerk heiligt
onder alle volkeren en naties,
stort Uw gaven van de Heilige Geest over heel het
oppervlak van de aarde uit,
en laat dàt wat de goddelijke waardigheid heeft
bewerkt bij de aanvang van de prediking van het Evangelie,
nu ook door de harten van gelovigen stromen.
L i t u r g i s c h e
a n t e c e d e n t e n
Het
collectegebed dat zijn wortels heeft in het Sacramentarium
Gelasianum, 1e helft VIIIe eeuw, kwam niet voor in de edities
van het Romeins Missaal van vóór Vaticanum II.
S t r u c t u u r a n a l y s e
e n s t i j l f i g u r e n
1.Deus, qui sacramento
festivitatis hodiernae
universam Ecclesiam tuam
in omni gente et natione sanctificas,
2.in totam mundi latitudinem Spiritus Sancti dona defunde,
et, quod inter ipsa evangelicæ prædicationis exordia
operata est divina dignatio,
nunc quoque per credentium corda perfunde.
universam Ecclesiam tuam
in omni gente et natione sanctificas,
2.in totam mundi latitudinem Spiritus Sancti dona defunde,
et, quod inter ipsa evangelicæ prædicationis exordia
operata est divina dignatio,
nunc quoque per credentium corda perfunde.
Ad
1
De oratie opent met de
anaklese, Deus, God, in de vocativusvorm welke extra nadruk krijgt
vanwege de plaatsing aan de kop van de oratie. In de relatieve bijzin beginnend
met qui, dat Deus als antecedent heeft, wordt een heilsdaad van God de
Vader gememoreerd: de bij de Vader verheven Christus neemt door de heilige Geest
zijn intrek in de mensen die voor Hem open staan, en vervult hen met het licht
en het vuur van goddelijk leven; zij vormen zijn Lichaam dat de Kerk is, in
alle naties en volkeren aanwezig: Hij is hun levensbeginsel. Zij leven zijn
leven, krijgen daardoor deel aan de goddelijke natuur en worden kinderen van
God. De grote beweging van de Verlossing sluit zich hier: God is mens geworden,
opdat de mens God zou worden.
Sanctificas, prædicaat in de indicativusvorm præsentis die een feitelijkheid
uitdrukt: God blijft zijn Kerk ten allen tijde heiligen, ook nu. Universam
Ecclesiam tuam: object van het prædicaat in drie congruerende
accusativusvormen; sacramento festivitatis hodiernæ: bijwoordelijke
bepaling, bestaande uit de ablativusvorm sacramento (van middel of wijze:
ablativus instrumentalis/modi) en twee congruerende genitivusvormen festivitatis
hodiernæ die de substantivusvorm sacramento nader bepalen. In omni gente et
natione: bijwoordelijke bepaling met ablativusvormen geregeerd door het
præpositum in; het adiectivum omni congrueert zowel met de ablativusvorm gente
als met natione en kan voor beide ook inhoudelijk worden begrepen.
Ad 2
De hoofdzin van de oratie
met de eigenlijke bede verwoord in twee nevengeschikte zinnen (2a en 2b) verbonden
door het verbindingswoord et. Prædicaatsvormen van de nevengeschikte zinnen zijn de
verba defunde en perfunde welke verba met elkaar in verband staan
door afleiding, vorm (imperativusvorm) en plaatsing in de tekst.
Ad 2a: Van het
verbum defunde is de woordengroep Spiritus Sancti dona het object, dat
uit te splitsen is in de accusativusvorm neutrum meervoud van donum, i, gave,
gift, geschenk, en twee congruerende genitivusvormen Spiritus Sancti (genitivus
possessivus, die een bezit aanduidt, of genitivus explicativus die de gaven
nader verklaart). Mooi is hier het gebruik van tweemaal een
alliteratie meteen achter elkaar aan het einde van de regel; Spiritus Sancti en
dona defunde.De regel krijgt hierdoor een melodieus en poëtisch karakter. In totam mundi latitudinem:
bijwoordelijke bepaling bij het prædicaat defunde. De woordengroep is op te
splitsen in een accusativusconstructie in totam … latitudinem, twee
congruerende accusativusvormen, geregeerd door het præpositum in. De in deze
constructie omklemde genitivusvorm mundi, van de aarde, verklaart de
accusativusvormen totam latitudinem nader (explicativus). In deze constructie
is een hyperbaton opgesloten (totam…latitudinem).
Het concept in totam mundi latitudinem is
naar inhoud een parallellisme met de bijwoordelijke bepaling in omni gente
et natione van r. 1.
Deze begrippen sluiten aan
bij de tekst van de Introitus van Pinksteren: Spiritus Domini replevit orbem
terrarum: et hoc quod continet omnia, scientiam habet vocis (Wijsheid 1,70). De
Geest van de Heer heeft bezit genomen van de aarde: heel de wereld krijgt
kennis van het Woord. Hoe kan dit gebeuren? Dat was al de vraag van
Nikodemus. De Heer gaf hem als antwoord het voorbeeld van de suizende wind: ”Ge
weet niet, vanwaar hij komt en waarheen hij gaat; zó gaat het iedereen die uit
de Geest is geboren” (Jo 3,8). Van de windzucht en het waaien heeft het goddelijke leven de naam Spiritus;
als een zuchtje raakt het de mens aan, zachtjes, onzichtbaar: hij weet niet,
vanwaar het komt. Maar evenals de onzichtbare ademtocht van de wind heeft het geweld en kracht.
Ad 2b: Het tweede gedeelte van de hoofdzin met perfunde
als prædicaat in de imperativusvorm vergezeld door de bijwoordelijke bepaling
per credentium corda. Het verbum perfunde wordt versterkt door het præpositum per
in de woordengroep per credentium corda: de Heilige Geest gaat als een nieuwe,
goddelijke levensgolf door het heilig Lichaam, dat de Kerk is. In deze
woordengroep is eveneens een hyperbaton opgesloten.
De prepositie per laat corda in de accusativusvorm staan, hier meervoud van het onzijdige substantivum cor. Het ppa credentium dat als bijvoeglijke bepaling tussen de prepositie per en het substantivum corda is ingeklemd, is op deze plaats zelfstandig gebruikt en mag vertaald worden als een substantivum (van de gelovigen).
Quoque nunc: bijwoordelijke bepaling van tijd: Ook nu, op dit moment is de Geest Gods werkzaam, zoals destijds in de jonge Kerk.
De prepositie per laat corda in de accusativusvorm staan, hier meervoud van het onzijdige substantivum cor. Het ppa credentium dat als bijvoeglijke bepaling tussen de prepositie per en het substantivum corda is ingeklemd, is op deze plaats zelfstandig gebruikt en mag vertaald worden als een substantivum (van de gelovigen).
Quoque nunc: bijwoordelijke bepaling van tijd: Ook nu, op dit moment is de Geest Gods werkzaam, zoals destijds in de jonge Kerk.
Het tweede deel van
de hoofdzin wordt onderbroken door de relatieve bijzin: quod…dignatio
waarvan het antecedent [id] is verzwegen. Deze relatieve bijzin kan ook
begrepen worden als een afhankelijke bijzin van het tweede deel van de
hoofdzin. Gevraagd wordt nu en ook
om diezelfde gaven van de Heilige Geest welke de goddelijke Majesteit bij het
begin van de prediking van het Evangelie heeft bewerkt. Divina dignatio;
subject van het prædicaat operata est: twee congruerende nominativusvormen bij
het participium perfecti passivi van operor, operatus sum: dit verbum is een
deponens. Men vertale de passieve vorm als een activum. Inter ipsa evangelicæ prædicationis exordia: bijwoordelijke bepaling; een woordengroep bestaande uit
de door het præpositum inter congruerende accusativusvormen
ipsa..exordia nader toegelicht door de congruerende genitivusvormen evangelicæ
praedicationis. Ook in deze constructie een hyperbaton: de accusativusvormen
ipsa …exordia worden uiteen geplaatst door de genitivusgroep evangelicæ
prædicationis.
V o c a b u l a r i u m
Sacramentum
- Het kan waarschijnlijk geen kwaad er aan te herinneren dat sacramentum
in het Grieks vertaald mysterion (μυστηριον) wordt. Inderdaad kunnen in menige
context sacramentum en mysterium verwisseld worden.
Defundo
betekent "gieten over, uitgieten" terwijl perfundo een iets
meer ingewikkelde betekenis heeft. Het betekent "overgieten, bevochtigen,
bedauwen, besprenkelen". Het betekent "onderdompelen, verven” en ook
"drenken, bezielen".
Wij
kennen de beeldspraak voor genade zoals vocht, dauw, stromend water. Het doet
denken aan ons Doopsel, dat wij ontvingen in de naam van de Drieëne God. Ook
doet het ons denken aan het prachtige Adventsgezang: “Rorate caeli desuper et
nubes pluant iustum": Gij, hemelen, dauwt van boven neer en gij, wolken,
regent de Gerechtige.
Denk
ook aan het respons van de collecte, die de antifonen ter ere van de Heilige
Geest volgen: Sancti Spiritus, Domine, corda nostra mundet infusio: et sui
roris intima aspersione fœcundet...." Laat de instorting van de Heilige
Geest onze harten zuiveren, o Heer: en maak ons innerlijk vruchtbaar door de
besprenkeling met zijn dauw."
Dignatio
betekent volgens de Lewis & Short Dictionary: "op een waardige wijze achten, eerbied,
hoogachting; waardigheid, eer, reputatie."
Exordium
betekent "een begin, de kromming van een netwerk" en het is ook een
technische term voor de introductie of het voorwoord van een gesproken of
geschreven stuk of toespraak. Het begrip exordium kijken roept het beeld op van
een zelfkant, van dat gedeelte aan de rand van geweven stof, dat op zo'n manier
gevlochten is dat de rest van het weefsel niet uit elkaar valt. Het brengt ook
de technische taal van welsprekendheid naar voren van het gebed. Toen de
Heilige Geest uitgestort werd over de Apostelen gingen zij uit en begonnen in
het openbaar onder de volkeren van alle naties te prediken. De Heilige Geest
begon op dit eerste Pinksteren plotseling in de welsprekende toespraak van de
Apostelen een hechte zelfkant te weven die door de eeuwen heen de stabiele zoom
zou verschaffen aan de constructie van de Kerk tot op onze eigen dagen. Er
kunnen van tijd tot tijd scheuren en gaten ontstaan, en ook schisma's, maar de
constructie houdt het en valt niet uiteen.
De
aanwezigheid van de Heilige Geest in de Kerk garandeert onze eenheid en
continuïteit over de grenzen en eeuwen. De Heilige Geest geeft de Kerk het
grondbeginsel van haar leven door het Trinitaire leven van Vader, Zoon en
Heilige Geest te storten in het Lichaam van Christus, de Kerk. De Heilige Geest
bezielt en doordrenkt, kleurt en verft in wezen de schering en inslag van de
Kerk en doorstroomt haar. In het collectegebed vragen we dat onze harten
“bezield” mogen worden door de gaven van de Heilige Geest; op een bepaalde
manier zijn zij microcosmen van de Kerk, zelfs van het heilig Hart van de Kerk.