Uit een preek van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430)
De verheerlijkte Christus: onze Rechter en Voorspreker.
Na
in de geloofsbelijdenis het lijden van onze Heer te hebben genoemd,
belijden wij ook zijn verrijzenis. Wat heeft Jezus Christus gedurende
zijn lijden gedaan? Hij heeft ons geleerd wat wij moeten verduren. Wat
heeft Hij bij zijn verrijzenis gedaan? Hij heeft ons getoond wat wij
mogen verwachten. Hier ligt de opgave, daar de beloning: de opgave van
het lijden, de beloning in de verrijzenis. Toch is Hij, na zijn
verrijzenis uit de dood, niet hier gebleven: wat volgt immers?
‘Hij is opgegaan naar de
hemel.’ Waar is Hij nu? ‘Hij is gezeten aan de rechterhand van de
Vader.’ De rechterhand van God betekent het eeuwige geluk; de
rechterhand van God betekent de onuitsprekelijke, onschatbare,
onbegrijpelijke gelukzaligheid en voorspoed. Dat is de rechterhand van
God waar Hij zetelt.
‘Vandaar zal Hij komen
oordelen de levenden en de doden’. Belijden wij openlijk de Verlosser,
om de Rechter niet te hoeven duchten: wie nu in Hem gelooft, zijn
geboden naleeft en Hem bemint, zal niet vrezen als Hij komt oordelen de
levenden en de doden; niet alleen zal men niet vrezen maar men zal
verlangen naar zijn komst. Wat kan er gelukkiger zijn voor ons dan Hem
te zien komen naar wie wij verlangen, dan Hem te zien komen van wie wij
houden? Toch echter met de nodige vrees omdat Hij onze Rechter zal zijn;
Hij zal dan onze Rechter zijn die nu onze Voorspreker is. Luister maar
naar Johannes: ‘Als wij onze zonden belijden, is Hij zo getrouw en
genadig, dat Hij onze zonden vergeeft en ons reinigt van alle kwaad’ (1 Joh. 1, 9). ‘Ook al zou iemand zonde bedrijven, wij hebben een voorspreker bij de Vader, Jezus Christus, die al onze zonden goed maakt’ (1 Joh. 2, 1-2).
Veronderstel: gij hebt een
zaak te verdedigen voor een rechter, gij schakelt een advocaat in, gij
wordt goed ontvangen door die advocaat, hij bepleit uw zaak naar beste
vermogen en, nog voordat hij ze heeft beëindigd, verneemt gij dat die
advocaat is aangesteld als uw rechter, welk een vreugde zou het zijn
voor u hem als uw rechter te hebben die kort tevoren uw advocaat was! Nu
is Jezus Christus het juist die voor ons bidt, Hij die voor ons ten
beste spreekt; Hem hebben wij als voorspreker, en vrezen wij Hem dan als
rechter? Ja, laten wij gerust ons vertrouwen in Hem stellen als Hij
komt als rechter, nu wij Hem hebben vooruitgezonden als onze
voorspreker.