"Niet mijn wil maar Uw wil geschiede" |
Gehoorzaamheid,
armoede en kuisheid zijn de drie evangelische raden. Deze evangelische raden
moeten in het licht van Christus gezien worden; Hijzelf immers nodigt ons uit
deze te beoefenen. Deze drie raden zijn tegenovergesteld aan de natuurlijke
neigingen van de mens, toch kunnen we ze met de genade van Christus volbrengen.
De gehoorzaamheid is misschien het meest moeilijk want deze druist rechtstreeks
in tegen ons eigen “Ik” en daarmee onze eigen wil. Wanneer onze wil overkomt
met Gods wil dan is er niks aan de hand, maar zodra wij niet willen wat God
wil, dan wordt het heel moeilijk. Dat kunnen grote dingen zijn maar meestal zijn
het kleine zaken. De genade die wij hebben ontvangen krachtens ons Doopsel en
onze Professie en het dagelijks ontvangen van de H. Communie en het Woord van
God stellen ons in staat boven ons zelf uit te stijgen. Dat wil niet zeggen dat
we met de voeten boven de grond zweven,
maar zoals de H. Augustinus zegt: De nederigheid is de grondslag van alle
deugd, het is de eerste, tweede, derde, enzovoort stap naar boven. Met de
nederigheid stijgen wij op. Christus schenkt ons dan het bovennatuurlijk licht en
de kracht om te doen wat hij vraagt. Hij geeft ons een bovennatuurlijk inzicht
in de heerlijkheden die de mens zonder God niet kent en onzichtbaar zijn voor
de wereld en voor onze vleselijke ogen. Het zijn de rijkdommen van het
geestelijke leven. Een echte Christen weet wat dit betekent en kent dan ook de
grote waarde van deze evangelische raden, die ieder op zijn eigen plaats en met
zijn eigen unieke roeping moet beleven. Alleen door deze te beoefenen zal hij
een voorsmaak krijgen van het eeuwige leven en het nut ervan inzien.