dinsdag 2 februari 2016

2 februari Opdracht van Jezus in de tempel Uit een preek van paus Benedictus XVI



De eerste persoon bij wie Christus zich op de weg van de gehoorzaamheid, van het beproefde geloof en van de gedeelde smart aansluit, is zijn Moeder Maria.
De tekst van het [Lucas]evangelie toont ons Maria bij de Opdracht van haar Zoon: een onvoorwaardelijk offer dat haar met heel haar persoon mede insluit:  Maria is de Moeder van Hem die “Glorie voor zijn volk Israel is” en een “Licht, dat voor de heidenen straalt” [Luc 2,32].
En bij haar zelf zal het zwaard van de smart haar onbevlekte ziel binnendringen; zo zal Maria tonen dat haar rol in de heilsgeschiedenis niet enkel het mysterie van de Menswording omvat, maar in de liefdevolle en smartvolle deelname aan de Dood en de Verrijzenis van haar Zoon wordt voltooid.
Wanneer de maagdelijke Moeder haar Zoon naar Jeruzalem brengt, wijdt zij Hem God toe als het ware Lam, dat de zonden van de wereld wegneemt; zij Hem Simeon en Anna als aankondigers van de Verlossing in de armen: zij toont Hem aan allen als licht voor een veilige en zekere tocht op de weg van de waarheid en van het licht.
De woorden die bij deze ontmoeting de grijze Simeon op de lippen komen – “Mijn ogen hebben het Heil gezien” (Luc 2,30) roepen in het hart van de profetes Anna weerklank op… Anna is een profetes, een wijze en vrome vrouw, die de diepe zin van de historische gebeurtenissen en de boodschap van God die er in verborgen ligt, duidt. Daarom kan zij “God prijzen” en “over het Kind tegen allen spreken, die de verlossing van Jeruzalem verwachten” (Luc 2,38). De lange jaren die zij als weduwe gewijd heeft aan de dienst in de tempel, het in ere houden van het wekelijkse vasten, het delen in de verwachting van allen, die de verlossing van Israël verwachtten, - dat alles komt tot voltooiing in de ontmoeting met het Jezuskind.
[2 februari 2006]