Neem het woord weg, wat is dan de stem? Waar geen verstand is, is
slechts een ijdel lawaai. Een stem zonder woord kan wel het oor raken, maar
niet het hart bemoedigen.
Laten wij nu het proces eens nagaan hoe ons hart wordt bemoedigd. Als
ik erover nadenk wat ik zal zeggen, het woord is al in mijn hart; maar als ik
er met u over wil spreken zoek ik te weten te komen in hoeverre in uw hart ook
aanwezig is, wat reeds in het mijne leeft.
Zoekend nu hoe het woord dat reeds in mijn hart leeft, bij u zal
overkomen en in uw hart zal blijven, gebruik ik mijn stem en met die stem
spreek ik tot u; de klank van mijn stem brengt bij u het begrip van het woord
over, en als de klank van mijn stem het begrip van het woord bij u heeft
overgebracht, verdwijnt het geluid zelf, maar het woord, dat mijn stem bij u
heeft overgebracht, leeft nu in uw hart en is toch niet uit het mijne
verdwenen.
Als dan het woord tot u is overgebracht, schijnt het u dan niet toe,
dat die klank zelf u zegt: Hij moet
groter worden, maar ik kleiner? De klank van de stem geeft geluid als hulp
en gaat heen als het ware zeggend: Deze
mijn vreugde is volkomen. Laten wij het woord vasthouden en dat woord dat
wij zo van harte in ons hebben opgenomen niet verliezen.
Wilt ge de stem zien die voorbijgaat en de Godheid van het woord die
blijft? Waar is nu het doopsel van Johannes? Hij diende het toe en ging heen.
Maar nu wordt het doopsel van Christus dikwijls herhaald. Allen geloven wij in
Christus, wij vertrouwen ons heil te verkrijgen in Christus; dit verkondigde de
stem.
Want omdat het moeilijk is het woord van de stem te onderscheiden,
werd ook Johannes voor de Christus gehouden. De stem werd voor het woord
gehouden; maar om het woord niet te kwetsen, maakte de stem zichzelf bekend. Ik ben de Christus niet, zei hij, noch Elias, noch een profeet. Er werd
geantwoord: Wie zijt gij dan? Ik ben, antwoordde
hij, de stem van een roepende in de
woestijn: Bereidt de weg des Heren. De stem van een roepende in de woestijn,
een stem die het stilzwijgen verbreekt. Bereidt
de weg des Heren, alsof hij zeggen wilde: Ik roep zo, om Hem in de harten
van de mensen binnen te leiden; maar Hij wil daar niet binnenkomen als gij zijn
weg niet bereidt.
Wat wil bereidt zijn weg
anders zeggen dan: Als gij Hem niet op passende wijze smeekt? Wat is bereidt zijn weg anders dan: Als gij niet
nederig zijt in uw gedachten? Neem van Johannes het voorbeeld over van zijn
nederigheid. Men houdt hem voor de Christus, maar hij zegt, dat hij niet degene
is voor wie hij gehouden wordt, en maakt geen gebruik van een dwaling van
onkundigen tot zijn zelfverheffing.
Als hij gezegd zou hebben: Ik ben de Christus, hoe gemakkelijk zou hij
dan geloof hebben gevonden, die al geloofd werd voor hij dit gezegd had? Hij
zei de Christus niet te zijn, hij maakte zichzelf bekend, hij nam afstand van
de mening der mensen, hij vernederde zich. Hij zag waar zijn heil te vinden
was; Hij begreep dat hij een licht was voor de mensen en vreesde het uit te
doven door de wind van de hoogmoed.
(S. Augustini, Sermo 293, 3: PL 38, 1328-1329)