Driedubbele komst van
Christus
Ruusbroec onderscheidt een
driedubbele komst van Christus: de eerste door zijn Menswording, de tweede door
de verlengde menswording in de Kerk en in de ziel, de derde in zijn komst om te
oordelen na de dood, dus uiteindelijk om alles te volbrengen en de verloste mensheid
als zegetrofee voor Gods troon neer te leggen.
“Wij moeten drie komsten van onze
Bruidegom Christus in acht nemen:
In de eerste komst
is Hij mens geworden, omwille van de mens, uit liefde.
De tweede komst
geschiedt dagelijks en op velerhande manieren in elk minnend hart, met nieuwe
genaden, nieuwe gaven, naar eenieders ontvankelijkheid.
De derde maal komt
Hij ten oordeel, dit is in het uur van de dood (Die gheestelike Brulocht I,110).
Na de wijze, de
beweegreden en de uitwerking van deze verschillende “toekomsten” van de Heer te
hebben uiteengezet, recapituleert Ruusbroec ze met een aansporing om er waardig
op te reageren:
“De eerste komst,
waardoor God mens werd, in nederigheid leefde en voor ons uit minne stierf, die
zullen wij navolgen: uitwendig door een volmaakt deugdenleven, en inwendig door
karitate en ware ootmoed.
De tweede, die
tegenwoordig is, waardoor Hij nl. met zijn genade in elk minnend hart komt, die
zullen wij begeren en dagelijks bidden dat zij ons staande houdt en doet
vorderen in deugden.
De derde in het
uur van de dood, ten oordeel: deze komst zullen wij verbeiden met verlangen,
met betrouwen en met eerbied, opdat wij ontbonden mogen worden uit deze
ballingschap en in de zaal der heerlijkheid mogen binnentreden”(Br. I, 121).