Christus is het Woord Gods, dat woonde in een mens en mensenzoon geworden is, om de mens er
aan te wennen God in zich op te nemen en God er aan te wennen in de mensen te
wonen volgens de wens van de Vader.
H. Irenæus
(Tract.
Adversus hæreses, Lib. 3, 20,2: SCh
34, 342-344