donderdag 10 juni 2021

Lectio divina lingua latina Liturgia Horarum Ad Officium lectionis Feria VI post Dominicam II post Pentecosten Sacratisssimi Cordis Iesu sollemnitas Apud te est fons vitæ Bij U is de Bron des Levens




Lectio altera

Ex Opéribus sancti Bonaventúræ epíscopi
(Opusculum 3, Lignum vitæ, 29-30. 47)
Tweede lezing

Uit de werken van de H. Bonaventura, bisschop
(Opusculum 3, Lignum vitæ, 29-30. 47)

Bij U is de Bron des Levens

Beschouw ook gij. verloste mens: wie, hoe groot en hoedanig Hij is, die voor u aan het kruis hangt, wiens dood de doden levend maakt, over wiens dood hemel en aarde treuren en harde stenen vaneen splijten.

Opdat vervolgens, uit de zijde van de sluimerende Christus aan het kruis, de Kerk zou worden gevormd en de Schrift zou worden vervuld, die zegt: Zij zullen opzien naar Hem, die zij doorstaken – werd het bij goddelijk besluit toegestaan, dat een van de soldaten met zijn lans die heilige zijde doorstak en opende, zodat er Bloed en Water uit vloeiden en de kostbare prijs voor onze verlossing werd vergoten, die uit een bron, namelijk uit het binnenste van zijn Hart vloeiend, de kracht zou geven aan de sacramenten van de Kerk, om het leven van de genade mee te delen en zo voor de in Christus levenden de beker zou zijn bij de levende Bron, die opborrelt ten eeuwigen leven.

Sta dus op, vriendin van Christus; wees als de duif, die zich nestelt aan de rand van de afgrond, als een mus, die daar zijn woning heeft gevonden, houd niet op te waken, en beschut als een tortel van de zuivere liefde uw jongen. Breng daar uw mond aan, om water te putten uit de bronnen van de Zaligmaker. Hier is immers de bron, die vloeit vanuit het midden van het paradijs, die in vier stromen verdeeld is en zich uitstortend in een vroom hart, heel de aarde besproeit en vruchtbaar maakt.

Snel, met een levendig verlangen, naar deze Bron van leven en licht, wie gij ook zijt, godgewijde ziel, en roep tot Hem met de innigste kracht van uw hart: ‘O onuitsprekelijke schoonheid van de verheven Godheid en allerzuiverste klaarheid van het eeuwige Licht, Leven dat alle leven voortbrengt, Licht dat alle licht verlicht, dat vóór de troon van uw Godheid vanaf de vroegste dageraad in een eeuwige glans veelvuldige lichten brandend houdt!
‘O eeuwig en ontoegankelijk, helder en heerlijk uitvloeisel van de Bron, die voor de ogen van alle stervelingen verborgen is, wiens diepte zonder bodem en wiens hoogte zonder einde is, wiens omvang zonder grenzen en wiens zuiverheid onverstoorbaar is.

Hieruit komt de stroom voort, die de stad van God in vreugde brengt, om in gejuich en gejubel  lofzangen tot U te zingen, uit ondervinding wetend, dat bij U de Bron des levens is, en dat wij in uw licht het Licht zullen zien.