woensdag 2 juni 2021

Refterlectuur: Thomas Harding Het huis aan het meer. Luisteren naar de stemmen van het verleden.

 

Dit boek hebben wij in kleine gedeelten voorgelezen bij het avondmaal. We bevelen het graag aan want het geeft een goed beeld van de geschiedenis van een huis in Duitsland in de twintigste eeuw. Tijdens de bouw, de Eerste Wereldoorlog, de opkomst van het nationaal socialisme, de Jodenvervolging, de Tweede Wereldoorlog, de verdeling van Duitsland waarna het huis in de DDR ligt met de teloorgang van cultuur, geloof en economie en de terreur van de Stasi, daarna de val de Muur die ook niet tot ieders zegen in de voormalige DDR strekte. Kortom, een mooi geschreven spiegel van een zeer bewogen tijd waarbij heel veel onderzoek is gedaan om het huis in alle tijdvakken integraal in zijn geschiedenis te plaatsen 

Het huis aan het meer

Eén huis. Vijf families. Honderd jaar Duitse geschiedenis

“Overal in het Brandenburgse zand hebben levensbronnen
gevloeid en ze vloeien er nog altijd, en elke vierkante
meter grond heeft een eigen verhaal en vertelt dit ook –
maar je moet wel willen luisteren naar deze vaak zachte stemmen.”
Theodor Fontane, 2 december 1863

De hemel op aarde

“Dit is het verhaal over een houten huis dat op de oever van een meer vlakbij Berlijn is gebouwd.”

[deel van de fraaie Recensie Marjon Nooij] 

Thomas Harding raakte geïntrigeerd in de geschiedenis van het weekendhuis van zijn Duitse grootmoeder. Het staat in de periferie van Berlijn aan de Groß Glienicker See, die op zijn beurt weer grenst aan de Wannsee. De laatste keer dat Harding het huis heeft gezien was vlak na de val van de muur.

“Mijn hele leven waren me verhalen verteld over het huis bij het meer, oftewel ‘Glienicke’. Het was een obsessie geweest voor mijn grootmoeder, Elsie, die er met verwondering over praatte, omdat het een tijd voor de geest riep waarin het leven gemakkelijk, prettig en eenvoudig was geweest. Ze noemde het haar hemel op aarde.”

Toen de nazi’s aan de macht kwamen heeft de familie het geliefde stekje moeten ontvluchten, uit angst voor het opkomende anti-semitisme en werd het huis geconfisqueerd.

Wanneer Harding het huis in 2013 weer bezoekt, ziet hij dat het er vervallen bij staat. Het interieur is voor een groot deel besmeurd en gesloopt door de krakers die er als laatsten hebben gewoond. Een betonnen pad herinnert nog altijd aan de plek waar de Berlijnse Muur bijna dertig jaar heeft gestaan. Bij het optrekken ervan werd deze dwars door de tuin geplaatst, waardoor de bewoners geen toegang meer hadden tot het meer. Dat ligt immers in het westen en het huis in het oosten.Harding besluit om de geschiedenis van het huis – en de families die er hebben gewoond – te reconstrueren. Vele archieven in Berlijn en Potsdam worden ondersteboven gegooid, veel informatie wordt verzameld over de families die er hebben gewoond.

Zijn doel is dat het huis, in al haar glorie, in ere hersteld kan worden. De gemeente Potsdam was van zins om het huis te slopen en zodoende plaats te maken voor nieuwe woningen – projectontwikkelaars hadden hun plannen al klaar –  maar Harding weet dit te voorkomen. Zijn Britse familieleden en mensen uit de buurt gingen tezamen aan het werk om de boel op te ruimen en schoon te maken. Na de rigoureuze verbouwing van deze hemel op aarde, krijgt het de naam Alexander-Haus en het komt op de lijst van Monumentenzorg te staan.

De bewoners

Dr. Alfred Alexander, de overgrootvader van de auteur en welgesteld Joods arts, kon in 1927 het perceel huren van Otto von Wollank en kreeg toestemming om er een huis op bouwen. En het huis kwam er, zonder verdieping, maar wel met negen kamers. Vele vakanties en weekenden heeft de familie daar met veel plezier doorgebracht.

Na de vlucht van de familie Alexander, betrok August Wilhelm Meisel – componist, muziekuitgever en rasopportunist – met zijn vrouw en twee kinderen het huis op 10 februari 1936. De afgesproken huurprijs werd overeengekomen op 2000 rijksmark per jaar. Meisel werd lid van de NSDAP en ontsloeg alle Joodse muzikanten. Na WOII moest deze familie het huis ook verlaten, omdat het in de DDR stond en zij officieel woonden in de BRD.

Hans Hartmann en zijn Joodse vrouw Ottili konden eind ’44 het huis huren van Meisel en vonden hier een veilige haven.

Van 1958 tot 1962 hebben er twee gezinnen in het huis gewoond, te weten de weduwe Ella Fuhrmann – als huisbewaarder – met haar twee kinderen en de familie Wolfgang Kühne. Het huis was in die jaren in tweeën gedeeld. Wolfgang was in dienst bij de Stasie. De familie Kühne heeft er al met al veertig jaar gewoond.

Kroniek
De geschiedenis van het huis wordt prachtig uitgewerkt door de verhalen die Harding wist te achterhalen van ooggetuigen, tijdgenoten, research in talrijke archieven en de boeken die hij heeft kunnen gebruiken om aan informatie te komen. De vele illustraties tonen de bewoners en het huis door de jaren heen.

Tenslotte staat er achterin het boek een uitgebreide lijst met namen, gebeurtenissen en andere in dit boek beschreven dingen. Hierbij is het wel een gemiste kans dat er geen paginanummers bijstaan. De vijf families die er hebben gewoond zijn duidelijk uitgewerkt in diverse stambomen die voorin het boek staan en zijn een handig hulpmiddel tijdens het lezen. Op een voortreffelijke manier heeft Harding de geschiedenis van Duitsland in de roerige 20e eeuw en het wel en wee van de bewoners aan elkaar gesmeed. De families komen tot leven, doordat de auteur fantastisch kan vertellen en zoveel feiten heeft kunnen achterhalen over hun levens en hun tijd in het huis.

Aan de periode dat het huis onder de vlag van Rusland stond, wordt ook de nodige aandacht besteed. De misdaden die werden begaan, de destijds heersende armoede in de DDR, maar ook de zekerheden die het systeem bood. Denk hierbij aan goedkope levensmiddelen, voldoende banen, gratis kinderopvang en huisvesting. Voor sommige mensen leek het leven in de DDR aantrekkelijker dan dat in West-Duitsland. Staatsvoogdij en reisbeperking werden op de koop toe genomen.

De auteur is erin geslaagd er een ware kroniek van te maken, zodat het leest als een roman. Nergens is er een droge opsomming van feiten van een non-fictie verhaal, het is een uiterst interessant en boeiend boek.

Over de auteur

Thomas Harding (1968) is een Brits / Amerikaanse non-fictie auteur , journalist en voormalig documentairemaker. Hij volgde een opleiding aan de Westminster School in Londen en studeerde vervolgens antropologie en politieke wetenschappen aan het Corpus Christi College in Cambridge. Hij werkte bij de televisie en in de journalistiek voordat hij auteur werd. [Bron: Wikipedia]